3-81

3-81

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 OKTOBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Jacinta De Roeck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de continuïteit en uitbreiding van de psychiatrische thuiszorg» (nr. 3-385)

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - In Vlaanderen en Brussel lopen al enkele jaren 34 projecten rond psychiatrische thuiszorg, waarvan er 19 gefinancierd worden door de overheid. Dat betekent dat 15 projecten het nog zonder overheidssteun moeten doen. De projecten hebben intussen bewezen bijzonder waardevol te zijn. Niet minder dan 5.384 psychiatrische patiënten werden al begeleid, tot grote tevredenheid van patiënten en begeleiders.

Partners uit de reguliere thuiszorg, huisartsen en hulpverleners uit de geestelijke gezondheidszorg sloegen de handen in elkaar om iets te doen aan het tekort aan ambulante zorgverstrekking voor psychiatrische patiënten.

Bovendien biedt de psychiatrische thuiszorg de patiënten meer levenskwaliteit. De initiatiefnemers wijzen erop dat steeds meer mensen met ernstige en langdurige psychiatrische problemen opnieuw deel willen uitmaken van de samenleving. Vaak is dat echter alleen mogelijk als er thuis voldoende ondersteuning is van mantelzorg, reguliere thuiszorg en geestelijke gezondheidszorg. In vele gevallen is dat evenwel niet haalbaar omdat heel wat patiënten erg geïsoleerd zijn.

In de vorige zittingsperiode werd de geestelijke gezondheidszorg door de kabinetten Aelvoet en Vandenbroucke bovenaan de agenda geplaatst. Dat was geen overdreven luxe, want de geestelijke gezondheidszorg werd jarenlang stiefmoederlijk behandeld. De federale overheid besefte de enorme meerwaarde van de psychiatrische thuiszorg en gaf financiële steun aan heel wat projecten. Die financiering loopt tot einde november 2004. Nu heerst er heel wat ongerustheid bij de partners van die projecten want ze vragen zich af of die financiering zal worden verlengd.

Over de werking van die projecten moet jaarlijks verslag worden uitgebracht en uit die jaarverslagen blijkt duidelijk dat die vorm van zorg moet blijven bestaan.

Uit de besluiten van de `Gezondheidsdialogen' in verband met de geestelijke gezondheidszorg van minister Demotte blijkt dat de minister zich om die sector bekommert en ik hoop dan ook dat hij van plan is de door zijn voorgangers uitgestippelde weg verder te bewandelen.

In mei moest voor de lopende projecten een tussentijds jaarverslag worden ingediend. Dat verslag was nodig om een evaluatie te maken en een beslissing te nemen voor het al dan niet voortzetten van de projecten na einde november. Werd die evaluatie al gemaakt? Staat er al een beslissing op de rails? Is de voortzetting ter sprake gekomen tijdens de begrotingsonderhandelingen?

Basisdoelstelling van de thuiszorg was de `psychiatrische' patiënt thuis zo te ondersteunen dat een wederopname kon worden uitgesteld of zelfs niet meer hoefde. Een neventaak van de psychiatrische thuiszorg is het ondersteunen van de reguliere thuiszorg bij mensen met psychische problemen. De hoofdtaak lag uiteraard altijd bij de psychiatrische patiënten.

De minister moet weten dat de psychiatrische thuiszorg van de `psychiatrische' patiënt leidt tot minder heropnames en tot een duidelijke verhoging van de levenskwaliteit van de patiënt. Het betekent op termijn ook een besparing in de gezondheidszorg. Voor die patiënten is er trouwens vaak geen alternatief. De patiënt met psychische problemen kan altijd terugvallen op de GGZ, de ambulante centra, de PAAZ, eventueel het PZ en privé-psychologen en -psychiaters. Wil de minister dat spoor blijven volgen of is hij van mening dat de `psychische' patiënt voorrang moet krijgen?

De huidige projecten leveren een fantastisch resultaat op. Ter illustratie verwijs ik naar de Limburgse toestand. Twee projecten, NET Thuis en Stipt, worden door de federale overheid gefinancierd. Daarnaast lopen er twee niet gefinancierde projecten, MOSAïek en CGG Genk, die zichzelf financieren. Wie de financiële toestand in de sector goed kent, beseft maar al te goed hoe moeilijk dit is. De vier projecten zijn over Limburg geografisch verdeeld zodat een groot deel van Limburg een beroep kan doen op de psychiatrische thuiszorg.

Toch blijft er nog een vrij groot aantal blinde vlekken. Patiënten die toevallig in zo een blinde vlek wonen, worden gediscrimineerd want ze kunnen geen beroep doen op psychiatrische thuiszorg. Vindt de minister de lopende proefprojecten waardevol genoeg om permanent te financieren? Ziet hij het zitten om de niet door de overheid gefinancierde projecten te evalueren en indien nodig te financieren? Is hij bereid een onderzoek in te stellen om de blinde vlekken in kaart te brengen? Is hij van plan op te roepen tot initiatieven zodat er geen blinde vlekken meer zijn voor de psychiatrische thuiszorg?

Ik wens nog eens te onderstrepen dat een goede psychiatrische thuiszorg op lange termijn leidt tot een besparing in de gezondheidsuitgaven.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De evaluatie van het proefproject is afgerond. Op basis van die evaluatie en rekening houdend met de budgettaire beperkingen werd beslist het aantal deelnemers aan het proefproject met elf uit te breiden.

De doelgroep van het proefproject bestaat uit patiënten met psychiatrische problemen. Daaronder verstaan we patiënten bij wie een psychiatrische diagnose wordt gesteld overeenkomstig de DSM-IV, de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.

Ik ben op de hoogte van de blinde vlekken in het aanbod voor psychiatrische patiënten die in de thuissituatie verkeren. Daarvoor kan het aantal deelnemers worden uitgebreid zoals al vermeld in het antwoord op de eerste vraag. Voor die uitbreiding zal zo vlug mogelijk een oproep tot kandidaatstelling worden gedaan.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Ik ben sprakeloos na het antwoord van de minister. Het is goed nieuws voor de psychiatrische thuiszorg.