3-66

3-66

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 JUNI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de toepassing van de omzendbrief inzake homohuwelijken» (nr. 3-311)

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Mijn vraag betreft de toepassing van de omzendbrief van 23 januari 2004 tot vervanging van de omzendbrief van 8 mei 2003 betreffende de wet van 13 februari 2003 tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek door de ambtenaren van burgerlijke stand van de gemeenten van dit land, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 januari 2004.

In de omzendbrief staat te lezen wat volgt: "Als, overeenkomstig een bepaling van het nationale recht van de echtgenoten of van één van hen, het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht is verboden, is die bepaling evenwel niet van toepassing ten voordele van de Belgische wet, voorzover één van de toekomstige echtgenoten Belg is of zijn gewone verblijfplaats in België heeft. Het verbod van een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht is immers discriminerend en in strijd met onze internationale openbare rechtsorde. Deze strijdigheid met onze internationale openbare rechtsorde heeft noodzakelijkerwijs tot gevolg dat de Belgische wet betreffende het huwelijk van toepassing is op de voorwaarde inzake geslacht, voor zover één van de echtgenoten Belg is of in België zijn gewone verblijfplaats heeft."

Evenwel weigeren sommige gemeentebesturen huwelijken te voltrekken tussen personen van hetzelfde geslacht, waarbij één van de echtgenoten Belg is of zijn verblijfplaats heeft in België, en de andere echtgenoot hier illegaal verblijft. Is dit dan geen discriminatie, nu dit voor heterohuwelijken in dezelfde gevallen geen beletsel is tot het voltrekken van een huwelijk?

Ik verwijs daarvoor naar art. 64, §1, van het Burgerlijk Wetboek, dat de documenten vermeldt die moeten worden voorgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de aangifte van het huwelijk, en meerbepaald naar punt 5º, dat luidt als volgt: "5º een bewijs van de inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister en/of een bewijs van de actuele verblijfplaats;".

De actuele verblijfplaats die nodig is, is dus een feitenkwestie en geen juridisch-administratieve kwestie, zodat ook mensen die niet zijn ingeschreven in een register, zoals illegalen, in België kunnen trouwen mits zij de documenten voorleggen vereist door artikel 64, §1 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit wordt trouwens onomstotelijk aangetoond, dacht ik, door de omzendbrief van 28 augustus 1997 betreffende de procedure van de huwelijksafkondiging en de documenten die dienen te worden overgelegd ten einde een visum met het oog op het afsluiten van een huwelijk in het Rijk te bekomen en ten einde een visum gezinshereniging op basis van een huwelijk afgesloten in het buitenland te bekomen, nu deze omzendbrief in artikel M4 uitdrukkelijk stelt dat een illegale vreemdeling in België mag huwen.

Deze visie wordt trouwens ook gevolgd in het ontwerp I.P.R-wetboek, nu dit gelet op artikel 4 §2, 1º juncto artikel 44 tevens toelaat dat een illegaal hier een huwelijk afsluit mits hij sinds meer dan 3 maanden zijn gewone verblijfplaats heeft in België.

Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de la Justice. - Pouvez-vous préciser votre question ? Quelle est, selon vous, la différence entre la situation de personnes hétérosexuelles qui se marient et celle de personnes homosexuelles voulant contracter mariage, en cas de séjour illégal d'un ou des deux partenaires ? En quoi y a-t-il différence en en quoi y a-t-il discrimination ?

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Vanuit wettelijk oogpunt bestaat er mijns inziens geen discriminatie. In de praktijk rijzen er echter wel problemen. Ik ontvang immers signalen van mensen die mij laten weten dat sommige gemeentebesturen weigeren om een huwelijk tussen partners van hetzelfde geslacht te voltrekken, als één van beiden illegaal is. De toepassing van de wet is dus wel problematisch. Gemeentebesturen zouden namelijk de wettelijkheid van de omzendbrief die een en ander regelt, in twijfel trekken.

Ik zou graag weten wat de minister denkt van die feitelijke discriminatie. Volgt de minister de stelling dat ook illegalen, gelet op de omzendbrief van 23 januari 2004, kunnen trouwen met iemand van hetzelfde geslacht, voor zover één van de echtgenoten Belg is of in België haar of zijn gewone verblijfplaats heeft, en dat eventueel zelfs een huwelijk tussen twee illegalen van hetzelfde geslacht moet mogelijk zijn?

Heeft de minister weet van ambtenaren van de burgerlijke stand die desondanks weigeren een huwelijk te voltrekken tussen personen van hetzelfde geslacht, als één van de partners of beide partners illegaal zijn? Zo ja, op welke gronden wordt dit dan geweigerd? Als de minister meent dat deze weigering onwettig is, welke maatregelen wenst zij dan te nemen tegen de betrokken gemeenten of ambtenaren? Bereidt de minister in voorkomend geval een bijkomende omzendbrief voor? Welke beleidsmaatregelen is zij van plan te nemen om dit probleem op te lossen?

Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de la Justice. - La réponse à votre première question est clairement « oui ». En effet, l'article 12 de la Convention européenne des droits de l'homme protège le droit au mariage quel que soit le statut lié au séjour. En outre, ce principe a été explicitement confirmé dans la circulaire relative à la loi du 4 mai 1999 modifiant certaines dispositions relatives au mariage. L'officier belge est compétent dès qu'un des partenaires a un lien réel avec la Belgique.

Par ailleurs, l'article 63, §2, du Code civil dispose que la déclaration de mariage peut être faite à l'officier de l'état civil de la résidence actuelle de l'un des futurs époux. Le même officier procède à la célébration du mariage. Autrement dit, deux personnes, qu'elles soient hétérosexuelles ou homosexuelles, se trouvant en séjour illégal peuvent se marier en Belgique.

En réponse à votre seconde question, je dirai que je ne suis pas au courant de telles difficultés de terrain. Je n'ai en tout cas jamais été interpellée à ce sujet avant aujourd'hui. Il y a certes eu, à un moment donné, une fronde de certaines communes concernant l'application de la circulaire sur le mariage entre homosexuels de nationalités différentes. Nous avons établi un contact avec ces communes pour leur expliquer le pourquoi et le comment de cette circulaire. Un substitut du procureur du Roi avait, par ailleurs, adressé un courrier malencontreux à ce sujet sans l'aval de son procureur du Roi. Celui-ci a depuis lors remis les choses au point. Plus aucune plainte ne m'a été adressée depuis au sujet de cas de refus d'application de la circulaire.

En outre, la loi va à nouveau appuyer ce point de vue. Le Code de droit international privé vient d'être adopté aujourd'hui même à la Chambre. Il va revenir au Sénat qui l'adoptera la semaine prochaine. En son article 44, ce Code précise que le mariage est possible dès qu'au moins un des deux partenaires prouve qu'il séjourne d'ordinaire en Belgique. Ce séjour peut être illégal.

L'article 4 du Code dispose d'ailleurs que par lieu de séjour ordinaire, il faut comprendre le séjour actuel. L'article 64 du Code civil devra être complété en ce sens. La preuve des trois mois de séjour réel pourra être apportée par tout moyen de droit.

Une circulaire sera de toute façon rédigée pour préciser l'application des dispositions du Code de droit international privé. Elle abordera clairement ce problème et sera au besoin encore plus explicite à cet égard. Les officiers de l'état civil qui refuseraient d'appliquer la loi pourraient voir leur responsabilité personnelle engagée.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het antwoord van de minister is duidelijk en evident, gelet op de huidige wetgeving. Ik heb weet van een geval waarbij de burgerlijke stand weigert de wet toe te passen. Ik zal de betrokkene vragen de diensten van de minister daarvan op de hoogte te brengen. Het was niet mijn bedoeling een antwoord te krijgen op een concrete vraag. Ik wou enkel de problematiek schetsen. Ik hoop dat de toestand kan worden opgehelderd zodat verdere stappen overbodig zijn.