3-417/1

3-417/1

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

12 DECEMBER 2003


Wetsvoorstel betreffende de draagmoeders

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne)


TOELICHTING


Sommige koppels, die in de onmogelijkheid verkeren om een kind ter wereld te brengen, doen een beroep op draagmoeders of op de methode van de dracht voor anderen.

Er bestaan vier mogelijkheden :

1) Ofwel betreft het een koppel waarvan de vrouw onvruchtbaar is, waardoor zij niet alleen een kind niet kan dragen, maar waarbij ook de conceptie onmogelijk is, en van wie de man vruchtbaar is. In dat geval wordt de eicel van de draagmoeder gebruikt en is zij bijgevolg de genetische moeder van het kind;

2) Ofwel betreft het een koppel waarvan de vrouw onvruchtbaar is waardoor zij niet alleen een kind niet kan dragen, maar waarbij ook de conceptie onmogelijk is, en van wie de man ook onvruchtbaar is. In dat geval wordt de draagmoeder kunstmatig bevrucht met het sperma van een donor;

3) Ofwel betreft het een vrouw die een zwangerschap niet tot een goed einde kan brengen maar die wel vruchtbaar is, en van wie de man ook vruchtbaar is. De eicellen van die vrouw worden dan in vitro bevrucht met het sperma van de vader. De embryo's worden vervolgens overgeplant in de baarmoeder van de draagmoeder. In dat geval is er dus geen genetische band tussen de draagmoeder en het kind. Op genetisch vlak is het kind van het opdrachtgevende koppel;

4) Ofwel betreft het een vrouw die een zwangerschap niet tot een goed einde kan brengen maar die wel vruchtbaar is, maar van wie de man onvruchtbaar is. De eicellen van die vrouw worden in vitro bevrucht met het sperma van een donor. De embryo's worden vervolgens overgeplant in de baarmoeder van de draagmoeder. De draagmoeder is dus niet genetisch verbonden met het kind. Op genetisch vlak is het kind van het opdrachtgevende koppel.

Die methode van de dracht voor anderen is zo oud als de wereld aangezien ze reeds in het oude Rome ingeburgerd was. De uitdrukking « ventrem locare » verwees er naar de mogelijkheid om aan een vruchtbare vrouw te vragen een kind te baren voor een vrouw die onvruchtbaar was of doodgeboren baby's ter wereld bracht.

Ook in de Bijbel is er het geval van Sarah die, omdat ze onvruchtbaar was, haar dienares Agar aan haar echtgenoot Abraham « gegeven » zou hebben om een kind te baren dat de naam Ismaël kreeg.

De geschiedenis leert ons dat draagmoeders altijd al bestaan hebben, van de Romeinse tijd tot in het negentiende-eeuwse Parijs, waar de rijke burgerij ook een beroep placht te doen op draagmoeders. De maatschappelijke waarden zijn echter veranderd, en de dracht voor anderen wordt door sommigen nog steeds stellig afgekeurd, ondanks het feit dat het de oudste methode van medisch begeleide kunstmatige voortplanting is, en ongetwijfeld de meest natuurlijke aangezien een medische ingreep niet noodzakelijk hoeft.

De meningen over deze oplossing zijn altijd al verdeeld geweest. Kan men aanvaarden dat een vrouw haar lichaam gebruikt ten behoeve van een andere ? Zijn de eerbied voor de fysieke integriteit en het solidariteitsprincipe in dit geval twee tegengestelde beginselen of kunnen beide verzoend worden ?

Sommige landen verbieden die praktijk. In artikel 16-7 van Boek I van het Franse Wetboek van volksgezondheid, bijvoorbeeld, staat dat « toute convention portant sur la procréation et la gestation pour le compte d'autrui est nulle ». In Zwitserland verbiedt artikel 24novies van de federale Grondwet dat men een beroep doet op draagmoeders. Duitsland heeft het verboden bij de gewijzigde adoptiewet van 27 november 1989. In Canada zijn de vergoeding van draagmoeders, de tussenpersonen en de minderjarige draagmoeders verboden.

Andere landen staan het toe onder strenge voorwaarden : Groot-Brittannië, maar ook China dat de gevallen waarin die procedure is toegestaan duidelijk definieert. Tussenpersonen zijn strafbaar maar er staat geen beperking op een mogelijke financiële vergoeding voor de draagmoeder. In 1995 heeft Rusland die praktijk ook wettelijk geregeld. Ook die wet stelt geen beperking op betalingen en vergoedingen voor de draagmoeder.

In de Verenigde Staten bestaan 70 agentschappen die zich bezighouden met de werving van « ideale » draagmoeders in de Staten waar die praktijk toegestaan is. Zij treden op als tussenpersonen tussen de onvruchtbare koppels en de draagmoeders en zorgen voor de medische follow-up van de zwangerschap.

Alles is duidelijk vastgelegd : het contract, het bestaan van het agentschap, maar er is geen enkele vorm van controle op de activiteiten. Een rechter legt officieel vast dat de adopterende ouders de ouders zijn die in de geboorteakte vermeld moeten worden. Het ziekenhuis is verplicht de beslissing van de rechtbank te volgen.

Minder dan 20 % van de draagmoeders zijn bereid hun eigen eicellen af te staan omdat zij een groter gevoel van verlatenheid ervaren aangezien het kind biologisch van hen is.

De prijzen voor hun diensten lopen in de regel op tot 50 000 euro, medische en juridische kosten inbegrepen, waarvan ongeveer een derde naar de draagmoeder gaat.

Bij ons verbiedt geen enkele wettelijke bepaling het vervangende moederschap, maar een overeenkomst met een draagmoeder wordt strijdig met de openbare orde geacht, en wordt dus steeds nietig verklaard. Indien een koppel dan toch een beroep doet op een draagmoeder, wordt zij beschouwd als de moeder van het kind, omdat de geboorteakte, die de vrouw die is bevallen als zodanig vermeldt, primeert op de akte die de biologische moeder vermeldt.

Al deze verschillende regelingen brengen onvermijdelijk een soort voortplantingstoerisme op gang naar de landen waar de dracht voor anderen niet verboden is. Dat fenomeen zal alleen maar toenemen met de ontwikkeling van de nieuwe technologieën waardoor op het Internet de gekste advertenties verschijnen. Vastberaden of wanhopige koppels zijn immers bereid tot het einde van de wereld te reizen om hun ouderschapsdroom in vervulling te zien gaan.

Een voorbeeld van zo'n advertentie : « Dag ! Ik zou graag draagmoeder zijn, ben 33 jaar oud en in goede gezondheid ondanks mijn overgewicht. Ik woon in de streek van Sherbooke (Quebec). Ik kan echter bij het koppel verblijven tijdens de laatste maanden van de zwangerschap om alle emoties rond deze gelukkige gebeurtenis ten volle te delen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u mij bereiken op het volgende adres : [email protected]. Dank u ! Connie F. »

Op 3 maart 2003 werd in de Europese Raad dan ook een voorstel van aanbeveling ingediend door parlementsleden van verschillende nationaliteiten teneinde het draagmoederschap uit de schemerzone te halen en in het Parlement een discussie aan te zwengelen over de rechtsonzekerheid waarin zowel de ouders, de draagmoeder en het kind thans verkeren.

Aan de Ministerraad van de Europese Gemeenschap is ook gevraagd deze kwestie te onderzoeken en gepaste aanbevelingen voor de lidstaten te formuleren.

Dit wetsvoorstel wil principieel elke overeenkomst verbieden die gratis of tegen betaling de voortplanting of de dracht ten behoeve van anderen regelt.

Het is natuurlijk uitgesloten dat men met die praktijk geld zou kunnen verdienen. Het moederschap kan geen beroep zijn waarbij de vrouw haar lichaam voor commerciële doeleinden gebruikt.

Bovendien zou het inschakelen van draagmoeders zonder duidelijke voorwaarden de zwangerschap reduceren tot een banale en louter instrumentele aangelegenheid. Iedereen weet nochtans hoe belangrijk het leven in de baarmoeder is voor het evenwicht van de toekomstige boreling.

Het is bekend dat de receptoren reeds vanaf de twaalfde week in de mond van de foetus gevormd worden, waarna de reuk-, smaak- hoor- en gezichtszin zich ontwikkelen (de foetus zou de oogleden vanaf de twintigste week openen).

De baarmoeder is allesbehalve een donkere kamer. Men zou ze beter kunnen omschrijven als een zintuiglijk bad waarin de hartslagen van de moeder, haar stem en het gerommel in haar buik zich versmelten met geluiden van buitenaf. Het is ook geweten dat een pasgeborene liever de stem van de moeder hoort dan welke andere stemmen of geluiden ook.

Sommige specialisten beweren dat de psychische gesteldheid van de moeder, haar opwellingen van vreugde, opwinding, stress of triestheid de smaak van de hormonen die aan de foetus worden overgedragen, zouden veranderen en op die manier de psychische gesteldheid ervan zouden beïnvloeden. Het ongeboren kind voelt alles aan met de zintuigen, slaat al die informatie op in het geheugen van zijn onderbewustzijn en van zijn cellen want elke cel slaat tijdens haar ontwikkeling informatie op.

In de baarmoeder kan het kind geen onderscheid maken tussen wat nuttig, goed of schadelijk voor hem is. Die keuze moet de aanstaande moeder maken.

Op het lichamelijke vlak bouwt het kind zijn lichaam op met wat het bloed van de moeder hem levert. Zij moet dus alle schadelijke stoffen zoals alcohol, tabak en andere verslavende middelen weren en letten op een gevarieerde en evenwichtige voeding.

In deze prenatale periode wordt dus de allereerste grondslag gevormd van de gezondheid, het gevoelsleven, het relationele vermogen, het kenvermogen, en zelfs van de creativiteit.

Ook de vader speelt een belangrijke rol tijdens de zwangerschap. Hij kan immers met het kind communiceren door te spreken en het aan te raken en vooral door het vreugde en vertrouwen te schenken dank zij een moeder die zich gelukkig en veilig voelt. Er is een Chinees spreekwoord dat zegt dat « als de moeder het kind draagt, de vader het kind en de moeder moet dragen ». Alle draagmoeders zullen echter niet gesteund worden door een welwillende man. Waarom zou hij, zelfs indien hij fysiek aanwezig is, iets doen tijdens de zwangerschap aangezien het kind toch niet van hem zal zijn ?

Gelet op de risico's die eraan verbonden zijn, mag de methode van de dracht voor anderen niet op om het even welke manier gebruikt worden. Als men ze wettelijk regelt, moet ze beperkt blijven tot uitzonderlijke gevallen. Koppels die alle hoop op het verwekken van een eigen kind verloren hebben, hebben immers geen andere mogelijkheid dan een beroep te doen op een draagmoeder.

De indienster heeft dus besloten zeer strikte voorwaarden te verbinden aan het gebruik van die methode. Het is belangrijk dat de wetgeving niet haaks staat op de praktijken die in de maatschappij bestaan en dat koppels die alle hoop verloren hebben, niet in de kou blijven staan. In elk geval moet het winstoogmerk gebannen worden, en niet zozeer de praktijk zelf.

Dit voorstel heeft alleen betrekking op het geval van een koppel waarvan de vrouw een zwangerschap niet tot een goed einde kan brengen maar vruchtbaar is en waarvan de man ook vruchtbaar is. Onder een aantal voorwaarden zal het toegestaan zijn via in-vitrofertilisatie de eicellen van de vrouw van het koppel te bevruchten met het sperma van haar partner. De embryo's kunnen dan overgedragen worden in de baarmoeder van de draagmoeder. De draagmoeder is dus genetisch niet verwant aan het kind. Op genetisch vlak is het kind van het opdrachtgevende koppel.

Argumenten die pleiten voor die methode zijn :

­ het idee dat er een vorm van solidariteit ontstaat tussen onvruchtbare vrouwen die een kind wensen en de vrouwen die hen daarbij willen helpen;

­ de geruststellende zekerheid voor een onvruchtbaar koppel dat het kind dat in de baarmoeder van een derde persoon gedragen wordt toch hun echt genetisch kind is, dat verwekt is op basis van hun eigen gameten;

­ het feit dat het kind dat verwekt is op basis van de gameten van het koppel of van verwanten, een genoom zal hebben dat fysieke en psychische karaktertrekken vertoont die de hunne zoveel mogelijk benaderen;

­ het recht van onvruchtbare koppels om een beroep te doen op bestaande geneeskundige technieken waardoor hun wens om een kind te hebben in vervulling kan gaan;

­ de oude methode van de dracht voor anderen wordt door vele traditionele samenlevingen op natuurlijke wijze toegepast;

­ het risico dat de dracht voor anderen in de illegaliteit belandt, wat onvermijdelijk zal leiden tot clandestiene praktijken zonder enige bescherming tegen commerciële ontsporingen;

­ het beschikkingsrecht over het eigen lichaam, zoals bij het afstaan van organen ten behoeve van anderen, wordt algemeen aanvaard.

Bovendien verkiezen de hierover aangesproken artsen een duidelijk standpunt boven de moeilijke situatie waarin zij verkeren als zij beslissen in te gaan op het verzoek van een koppel om een beroep te doen op een draagmoeder.

Tussen een algeheel verbod en een lakse houding bestaat dus een middenweg : een principieel verbod om te vermijden dat het menselijk lichaam een handelsobject wordt en de zwangerschap gebanaliseerd wordt, met niettemin uitzonderingen voor koppels die geen andere keuze meer hebben. Dit wetsvoorstel stoelt op deze opvatting.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 3

Een overeenkomst betreffende de dracht voor anderen is in principe ongeldig wegens strijdigheid met de openbare orde, en wel om de volgende redenen :

­ de instemming van de draagmoeder kan niet met kennis van zaken gegeven zijn, gelet op de onvoorzienbare risico's die gepaard gaan met de zwangerschap en de bevalling, en de mogelijke lichamelijke, fysiologische en psychologische gevolgen;

­ het principe van de onbeschikbaarheid van het menselijk lichaam, waardoor over dat lichaam geen regeling kan worden getroffen in een overeenkomst;

­ het principe van de onbeschikbaarheid van de staat van de personen, waardoor het individu niet kan afwijken van de regels voor de vaststelling van de afstamming;

­ het recht van de vrouw om de afstammingsband vast te stellen jegens het kind dat zij ter wereld brengt. Dat recht verleent aan iedere vrouw het onvervreemdbaar recht om haar moederschap vast te stellen jegens dat kind, zonder dat men haar kan verplichten om op de een of de andere manier af te zien van haar moederschap (Hottois, Missa, « Nouvelle encyclopédie de biomédecine », De Boek Université).

Artikel 4

Dit artikel verbiedt iedere betaling, iedere rechtstreekse transactie of elk optreden van een tussenpersoon, ongeacht of dat geschiedt via een lastgeving, portage of een contract sui generis tussen een draagmoeder en een onvruchtbaar koppel.

Als het doel van de hele operatie niet langer altruïstisch is, maar commercieel, is het risico reëel dat minderbedeelde vrouwen « gebruikt » worden en dat deze vrouwen niet langer uit solidariteit, maar uit noodzaak, hun kind zullen afstaan. Het menselijk lichaam, maar ook het kind, zouden dan in de commerciële sfeer terechtkomen ondanks hun onaantastbaar en onschendbaar karakter. Bovendien staat het recht in het algemeen zeer huiverachtig tegenover het afsluiten van een overeenkomst betreffende de rechten van de persoon, waarvan het moederschap deel uitmaakt, of betreffende het genetisch potentieel van een individu in het algemeen (Sonia Le Bris, « Nouvelle Encyclopédie de Biomédecine », De Boek Université).

Wat dat betreft wordt verwezen naar artikel 21 van het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de menselijke waardigheid bij toepassingen van de biologie en de geneeskunde, dat bepaalt dat het menselijk lichaam en de delen ervan als dusdanig geen bron van inkomsten mogen vormen.

Artikel 5

Dit artikel voorziet in uitzonderingen op het principieel verbod op het draagmoederschap. In sommige gevallen is een draagmoeder voor een onvruchtbaar koppel immers de ultieme oplossing om hun wens om een kind te krijgen in vervulling te zien gaan.

§ 1. De voorwaarden om deze techniek te mogen aanwenden zijn heel nauwkeurig bepaald en moeten schriftelijk vastgesteld worden door een gynaecoloog. Die uitzonderingen houden rekening met onvruchtbare koppels zoals bedoeld in artikel 2 in de volgende specifieke situaties :

­ de onvruchtbare vrouw is fysiologisch niet in staat om zwanger te worden (zij heeft een hysterectomie ondergaan of heeft een afwijking aan de baarmoeder);

­ de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder of het kind in gevaar brengen, bijvoorbeeld door het herhaaldelijk innemen van geneesmiddelen die schadelijk zijn voor de foetus.

§ 2. Ook wat de draagmoeder betreft moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn:

a) De draagmoeder moet alleenstaande, gescheiden of weduwe zijn. Als zij getrouwd zou zijn, zou men immers frontaal in aanvaring komen met de wet op de afstamming. Krachtens artikel 315 van het Burgerlijk Wetboek wordt de echtgenoot van de vrouw die het kind draagt verondersteld de vader van het kind te zijn. Dat is niet de bedoeling, aangezien het niet de man van het onvruchtbare koppel is. Bovendien kan de biologische vader volgens artikel 332 van het Burgerlijk Wetboek het vaderschap van de echtgenoot van de draagmoeder niet betwisten, aangezien de vordering tot betwisting van het vaderschap voorbehouden is aan de echtgenoot, de moeder en het kind.

b) Er is geen leeftijdsgrens vastgesteld voor de leden van het onvruchtbare koppel. Het komt de arts toe de toestand van het koppel, hun antecedenten, de weg die ze afgelegd hebben en hun gezondheidstoestand te beoordelen. Elk geval is uniek en men kan moeilijk een absolute leeftijdsgrens vastleggen. Van de draagmoeder wordt vereist dat zij meerderjarig is en niet ouder dan 45 jaar (haar gezondheid mag niet in het gedrang komen; een genoom op hogere leeftijd kan schadelijke gevolgen hebben).

c) De draagmoeder is best geen verwante van het onvruchtbare koppel. Het is de bedoeling latere conflicten te vermijden die zowel voor de volwassenen als voor de kinderen van het gezin nadelige gevolgen kunnen hebben. De mogelijkheid om een beroep te doen op een verwante mag echter niet systematisch uitgesloten worden. Zoals gezegd is de dracht voor anderen toegestaan onder zeer strikte voorwaarden en mag zij in geen geval vergoed worden. Er zal dus geen toevloed van kandidaten zijn om draagmoeder te worden. In de meeste gevallen zal een verwante van het onvruchtbare koppel zich kandidaat stellen. Die mogelijkheid moet behouden blijven, anders zal men onvruchtbare koppels niet kunnen helpen. Hun kansen om een kandidate te vinden zouden tot nul teruggebracht worden.

d) De draagmoeder moet een psychiater raadplegen. Die arts zal raad kunnen geven, haar motivering nagaan, ze voorbereiden op het overwinnen van moeilijkheden waar zij misschien niet aan gedacht heeft. Alle mogelijke ontsporingen zullen in dat stadium in overweging genomen worden zodat de draagmoeder met volledige kennis van zaken haar verbintenis kan aangaan.

e) Er moet volledige informatie verstrekt worden over de risico's die de zwangerschap voor de fysieke en mentale gezondheid inhoudt. Het is belangrijk dat de draagmoeder in goede gezondheid verkeert. Zij moet de zwangerschap fysiek aankunnen.

§ 3. Gelet op het belang van de handeling, moet de overeenkomst tussen de ouders en de draagmoeder, die onder meer de omstandigheden van de zwangerschap en de verplichtingen van elke partij nader omschrijft, voor de notaris gesloten worden. Zoals de psychiater heeft de notaris een bufferfunctie in dit soort zaken. De overeenkomst moet gesloten zijn vooraleer het proces van in-vitrobevruchting of kunstmatige inseminatie opgestart wordt, dus vooraleer ook maar iets ondernomen wordt, zoals de stimulatie van de eierstokken van de vrouw van het onvruchtbare koppel of van de draagmoeder om de eicellen op te nemen en/of voordat het sperma van de echtgenoot opgenomen wordt.

Deze overeenkomst kan slechts betrekking hebben op het geval van een draagmoeder van een kind dat verwekt is met behulp van de gameten van beide leden van een onvruchtbaar koppel.

Deze overeenkomst moet natuurlijk gratis gesloten worden teneinde iedere vorm van commercialisering of winstbejag uit te sluiten.

Zij moet overhandigd worden aan het centrum die de in-vitrobevruchting of kunstmatige inseminatie zal uitvoeren om het op de hoogte te brengen van het akkoord tussen de draagmoeder en het onvruchtbare koppel.

Indien de draagmoeder of het onvruchtbare koppel de voorwaarden van de overeenkomst niet naleeft, kunnen zij verplicht worden schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partij.

§ 4. De persoon die zich kandidaat stelt om een kind voor een ander koppel te dragen moet door dat koppel financieel vergoed worden voor alle medische kosten die verbonden zijn aan de zwangerschap, en voor de juridische kosten, bijvoorbeeld de kosten die verbonden zijn aan het sluiten van de overeenkomst voor de notaris. Dat is het minste wat men kan doen, gelet op het feit dat de draagmoeder niet betaald wordt voor wat zij doet.

Artikel 6

Het lot van het kind dat uit een draagmoeder geboren is moet bij wet geregeld worden. Het huidige wettelijke vacuüm kan immers steeds catastrofes veroorzaken binnen koppels en families, die zowel voor de ouders als voor het kind zeer nadelige gevolgen kunnen hebben.

De indienster heeft ervoor gezorgd dat zowel in het geval van een genetisch niet verwante draagmoeder (aan wie de vrouw van het koppel haar eicellen gegeven heeft en de man zijn sperma) als in het geval van een traditionele draagmoeder, van wie de eicellen gebruikt worden omdat de vrouw van het koppel onvruchtbaar is, de ouders van het kind beide partners van het onvruchtbare koppel zijn, ondanks het feit dat de draagmoeder het kind ter wereld heeft gebracht.

De naam van de vader wordt in de geboorteakte ingeschreven en de naam van de moeder zal de naam van de draagmoeder vervangen, zoals de overeenkomst bedoeld in artikel 5, § 3, bepaalt.

Artikel 7

Zowel voor de genetisch niet verwante draagmoeders als voor de traditionele draagmoeders moet een bepaling toegevoegd worden aan artikel 156, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek zodat de directeur van het ziekenhuis waar de draagmoeder bevallen is of zijn afgevaardigde een geboorteattest bezorgt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, met als bijlage een exemplaar van de overeenkomst die met het koppel voor de notaris gesloten werd.

Artikel 8

Aangezien artikel 312 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het kind als moeder de persoon heeft die als zodanig in de akte van geboorte is vermeld, wordt artikel 57 van hetzelfde wetboek ook gewijzigd om ervoor te zorgen dat de ambtenaar van de burgerlijke stand in de akte van geboorte op grond van het geboorteattest van het ziekenhuis en de overeenkomst die de draagmoeder en de ouders voor de notaris hebben gesloten, vermeldt dat de vrouw van het onvruchtbare koppel de moeder is van het pasgeboren kind.

Artikel 9

Als het koppel bijvoorbeeld vaststelt dat de draagmoeder hen een kind gegeven heeft dat niet met hun gameten is verwekt, beschikken zij over de rechtsmiddelen die de artikelen 312, § 2, en 332 van het Burgerlijk Wetboek tot hun beschikking stellen, respectievelijk voor de betwisting van het moederschap en van het vaderschap.

Artikel 10

Het doel van dit artikel is te verhinderen dat de vrouw van het onvruchtbare koppel zich van het kind afkeert om de reden vermeld in artikel 10 of om een andere reden, als zij tot dan toe het kind als het hare beschouwd heeft. Het belang van het kind moet primeren.

Dat principe vloeit voort uit artikel 332, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

De draagmoeder zal de vordering tot betwisting van het moederschap niet kunnen instellen tegen de vrouw van het koppel. Zij is gebonden aan de overeenkomst.

Ook de man van het koppel kan zich niet aan zijn verantwoordelijkheid onttrekken, om wat voor reden ook, indien hij het kind altijd als het zijne beschouwd heeft.

Artikel 11

Iedere overtreding van de voorgaande bepalingen is vanzelfsprekend strafbaar.

Christine DEFRAIGNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Voor de toepassing van deze wet, verstaat men onder :

­ « onvruchtbaar koppel » : een man en vrouw die samenwonen of gehuwd en niet feitelijk gescheiden zijn, en die niet in staat zijn zich voort te planten;

­ « vader en moeder » : de beide leden van het onvruchtbare, samenwonende of gehuwde en niet feitelijk gescheiden koppel;

­ « draagmoeder » : de vrouw die het kind draagt dat verwekt is met de gameten van een onvruchtbaar koppel of van een donor, of met haar eigen gameten, met de bedoeling dat kind na de geboorte aan het onvruchtbare koppel af te staan;

­ « traditionele draagmoeder » : een draagmoeder die kunstmatig geïnsemineerd is met het sperma van de vader of van een donor;

­ « genetisch niet verwante draagmoeder » : draagmoeder van een kind dat via in-vitrofertilisatie verwekt is met de gameten van het onvruchtbare koppel.

Art. 3

Iedere overeenkomst die de dracht ten behoeve van anderen tot rechtstreeks of onrechtstreeks doel of gevolg heeft, is nietig.

Art. 4

Het is verboden een persoon van het vrouwelijke geslacht te betalen om als draagmoeder op te treden, een dergelijke betaling voor te stellen of reclame te maken voor een dergelijke betaling.

Het is verboden als tussenpersoon op te treden of een beroep te doen op een tussenpersoon met het oog op het afsluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 3.

Art. 5

§ 1. In afwijking van artikel 3 kan een onvruchtbaar koppel een beroep doen op een draagmoeder als een gynaecoloog schriftelijk vaststelt dat de vrouw van dat koppel fysiologisch onmogelijk zwanger kan worden van de niet feitelijk gescheiden echtgenoot of van de man met wie ze samenwoont, of dat een zwangerschap een zeer groot risico zou inhouden voor haar eigen gezondheid of die van het kind.

§ 2. Wanneer overeenkomstig § 1 een beroep wordt gedaan op een draagmoeder, moet deze laatste voldoen aan de volgende voorwaarden :

a) alleenstaande, gescheiden of weduwe zijn;

b) meerderjarig en jonger dan 45 jaar zijn;

c) niet verwant zijn aan het koppel, behalve als het een zuster of verwante in de vierde graad van de echtgenoot, de samenwonende man of de echtgenote is;

d) minstens één keer een onderhoud met een psychiater hebben gehad;

e) voorgelicht zijn door een gynaecoloog over alle risico's die een zwangerschap voor de gezondheid inhoudt en door middel van een attest van een gynaecoloog bewijzen dat de geplande zwangerschap normaal gezien vrij is van voorzienbare risico's, zowel voor haar eigen gezondheid als voor die van het kind.

§ 3. Er wordt een overeenkomst gesloten tussen het onvruchtbare koppel en de draagmoeder. Ze wordt voor de notaris, aan wie het in § 1 bedoelde medisch attest van het onvruchtbare koppel overhandigd wordt, als een authentieke akte opgesteld vooraleer het proces van in-vitrobevruchting of kunstmatige inseminatie opgestart wordt.

De overeenkomst bepaalt dat het kind verwekt wordt met de gameten van beide leden van het koppel.

Het sluiten van die overeenkomst is gratis. Ze wordt bezorgd aan de bevoegde dienst van het centrum reproductieve geneeskunde bedoeld in het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de programmatiecriteria die van toepassing zijn op het zorgprogramma « reproductieve geneeskunde », en die de in-vitrobevruchting of de kunstmatige inseminatie uitvoert.

Elke partij in de overeenkomst die zijn verplichtingen niet nakomt, stelt zich bloot aan de betaling van een schadevergoeding.

§ 4. De kosten verbonden aan de zwangerschap en aan alle andere geneeskundige onderzoeken die deze wet oplegt, worden gedragen door het onvruchtbare koppel.

Art. 6

Wanneer een beroep gedaan wordt op een genetisch niet verwante draagmoeder of op een traditionele draagmoeder, wordt de naam van de vader vermeld in de akte van geboorte en bepaalt de overeenkomst bedoeld in artikel 5, § 3, dat de naam van de echtgenote of van de samenwonende partner van de man in de akte van geboorte als die van de moeder vermeld wordt.

Art. 7

In artikel 56, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1984, worden de woorden « en, in geval van geboorte in het kader van de wet van ... betreffende de draagmoeders, een kopie van de voor de notaris gesloten overeenkomst af te geven » ingevoegd tussen de woorden « bevalling, » en « uiterlijk ».

Art. 8

Artikel 57 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij dezelfde wet, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

« In geval er een beroep gedaan werd op een draagmoeder in overeenstemming met de wet van ... betreffende de draagmoeders, het jaar, de dag, en de plaats van geboorte, de naam, voornamen en woonplaats van de vader en de moeder als dusdanig vermeld in de voor de notaris gesloten overeenkomst; ».

Art. 9

De vader en de moeder kunnen een vordering tot betwisting van het moederschap instellen krachtens artikel 312, § 2, van hetzelfde Wetboek, en een vordering tot betwisting van het vaderschap krachtens artikel 332 van hetzelfde Wetboek.

Art. 10

In hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A. Artikel 312 wordt aangevuld met de volgende bepalingen :

« § 4. In geval van geboorte in het kader van de wet ... betreffende de draagmoeders, is de vordering tot betwisting niet ontvankelijk wanneer zij is ingesteld door de moeder die het kind als het hare heeft grootgebracht;

§ 5. De vordering tot betwisting is niet ontvankelijk wanneer zij is ingesteld door de draagmoeder in de zin van de wet van ... betreffende de draagmoeders ».

B. In artikel 332, wordt het volgende lid ingevoegd tussen de leden 5 en 6 :

« In geval van geboorte in het kader van de wet van ... betreffende de draagmoeders, is de vordering van de vader niet ontvankelijk wanneer hij het kind als het zijne heeft grootgebracht. »

Art. 11

§ 1. Ieder die, hetzij met winstoogmerk, hetzij door middel van giften, beloften, bedreiging of gezagsmisbruik een draagmoeder ertoe aanzet het toekomstig kind af te staan wordt gestraft met gevangenisstraf van vijf jaar en met geldboete van 500 tot 20 000 euro, behalve indien voldaan is aan de in artikel 5 bepaalde voorwaarden.

§ 2. Het optreden met winstoogmerk als bemiddelaar tussen een onvruchtbaar koppel dat een kind wenst en een draagmoeder die bereid is haar toekomstig kind af te staan, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijf jaar en met geldboete van 500 tot 20 000 euro. De minimumstraf is de opsluiting indien de feiten geregeld of met winstoogmerk begaan zijn.

8 oktober 2003.

Christine DEFRAIGNE.