Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-2

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 3-269 van de heer Vanhecke d.d. 19 september 2003 (N.) :
Zuid-Afrika. ­ Moorden op blanke boeren.

Sinds 1994 grijpen er in Zuid-Afrika op zeer regelmatige basis zogenaamde plaasmoorden plaats op blanke Zuid-Afrikaanse boeren. Het zijn moorden waarbij blanke mannen, vrouwen, volwassenen, kinderen, baby's en ouderlingen door zwarten op de meest gruwelijke wijze worden gemarteld voordat ze worden vermoord. Baby's worden levend in brand gestoken, mannen worden gemarteld en het gezicht afgeschoten, vrouwen gemarteld en verkracht alvorens te worden vermoord, enz. De geachte minister kan daarvan enkele gruwelijke voorbeelden zien op het internet (www.rebellie.org/Boeremoord/moorde1).

Sinds 1994 hebben naar verluidt reeds 1 500 dergelijke moorden plaatsgegrepen, en het worden er hoe langer hoe meer. Het is duidelijk dat racistische en politieke motieven aan de grondslag van deze moorden liggen en dat er een systematiek achter zit die kenmerken vertoont van volkerenmoord. De Zuid-Afrikaanse autoriteiten van hun kant laten begaan en ondernemen niets of nauwelijks iets om de daders hiervan op te sporen en te berechten zoals het hoort.

1. Is de regering op de hoogte van de plaasmoorden die in Zuid-Afrika plaatsvinden ?

2. Is de geachte minister van mening dat de Zuid-Afrikaanse regering voldoende maatregelen heeft genomen om de plaasmoorden te bestrijden en de daders ervan te berechten ?

3. Welke stappen heeft de regering rechtstreeks genomen bij de Zuid-Afrikaanse autoriteiten om deze op de absolute onaanvaardbaarheid van deze genocide te wijzen ?

a) Werd de Zuid-Afrikaanse ambassadeur hierover al aangesproken, op welke wijze, en wat waren de resultaten hiervan ?

b) Werden hierover reeds rechtstreekse contacten gelegd met de Zuid-Afrikaanse regering en zo neen, waarom niet ?

c) Overweegt de regering bijkomende politieke en diplomatieke stappen te zetten bij de Zuid-Afrikaanse autoriteiten en zo neen, waarom niet ?

4. a) Welke betrekkingen (akkoorden, verdragen enz.) bestaan er momenteel tussen België en Zuid-Afrika ?

b) Welke steun (bilateraal en multilateraal, gouvernementeel en niet-gouvernementeel) wordt er de laatste jaren door België aan Zuid-Afrika verstrekt ?

c) Welke gevolgen koppelen de geachte minister en de regering aan deze zaak wat de betrekkingen tussen België en Zuid-Afrika betreft, zowel diplomatiek, politiek als inzake materiële steun ?

5. Werd deze zaak reeds besproken op de Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken en wat was het resultaat daarvan ? Indien niet, overweegt de geachte minister dit punt aldaar bij hoogdringendheid te laten agenderen ?

6. Werd de zaak reeds besproken in de schoot van de internationale instellingen waarvan België lid is en wat waren de resultaten daarvan ? Indien niet, overweegt de geachte minister deze zaak aldaar te berde te brengen ?

7. Wordt door de Belgische regering steun verleend aan de nabestaanden van de slachtoffers van plaasmoorden, en zo neen, overweegt België dit te doen ?

Antwoord : 1. De regering is op de hoogte van de ernstige vernielzucht op blanke boerderijen (zogenaamde « plaasmoorden »). De Zuid-Afrikaanse overheid, die pas sinds 1997 officieel statistieken bijhoudt, geeft mede op basis van cijfers van de grote landbouwfederaties aan dat er in totaal 6 122 overvallen plaatsvonden op deze boerderijen tussen 1991 en 2001, met 1 254 moorden tot gevolg.

Eind september 2003 publiceerde de Zuid-Afrikaanse regering een rapport van een onafhankelijke onderzoekscommissie over « plaasmoorden ». Ook de algemene misdaadstatistieken voor 2002/2003 werden toen vrijgegeven. De grondwettelijk onafhankelijke Commissie voor mensenrechten publiceerde haar eigen rapport over mensenrechtenschendingen binnen landelijke gemeenschappen op 2 september 2003 en deed in juli 2003 een uitspraak over de anti-apartheidsslogan « Kill the boer, kill the farmer ».

2. Achtergrond

De zogenaamde « plaasmoorden » moeten worden gesitueerd in een samenleving waar misdaad en geweld endemisch zijn en zich pas de laatste twee jaar lijken te stabiliseren, op een weliswaar bijzonder hoog niveau. Criminaliteit is een structureel probleem in Zuid-Afrika ­ binnen alle bevolkingsgroepen ­ en drijft op een cultuur van geweld, precaire socio-economische omstandigheden en een proliferatie van wapens. Volgens de officiële cijfers van de politie vonden 215 245 moorden plaats tussen 1994 en 2003. Enkel voor 2003 waren dat er 21 533. De transformatie binnen de politiediensten verloopt, wegens de erfenis van het verleden en een groot verloop aan personeel, moeilijk maar gestaag. Niettemin geeft Zuid-Afrika in zijn begroting evenveel uit aan veiligheid en justitie als aan gezondheidszorg.

Daarnaast ondergaat het platteland een eigen dynamiek. In Zuid-Afrika is naar schatting 60 à 70 % van de landbouwgrond in handen van blanke commerciële boeren (14,3 miljoen teelbare hectare). De zwarte boeren ­ met 2,4 miljoen hectare teelbaar land ­ doen grotendeels aan overlevingslandbouw. Sinds 1996 heeft de regering zijn volle gewicht geworpen op een landhervormingsprogramma, dat drie componenten telt : (1) restitutie ter compensatie aan al wie land werd ontvreemd tussen 1913 en 1994; (2) herverdeling van alle landbouwgrond om de diepere, historische onrechtvaardigheden tijdens de koloniale periode recht te trekken : het objectief terzake is de herverdeling van 1/3 van alle landbouwgrond (naar niet-blanke) eigenaars tegen 2015; (3) waarborgen van eigendom voor (zwarte) helpers op boerderijen in de voormalige thuislanden. Landhervorming, een van de grote motoren achter sociale transformatie, blijkt een complex en traag proces. De overheid tracht ter zake het grondwettelijke recht op eigendom te rijmen met een marktgerichte aanpak.

Acties Zuid-Afrikaanse regering/Commissie mensenrechten

1) De Zuid-Afrikaanse regering erkent de problematiek van het geweld op blanke boerderijen, en ondernam een aantal stappen terzake. Op verzoek van de toenmalige minister van Veiligheid, de heer Steve Tswete werd in april 2001 een onderzoekscommissie opgericht, samengesteld door onafhankelijke leden uit universiteiten, denktanks en NGO's. Deze commissie publiceerde op 25 september 2003 een gedetailleerd eindrapport. Daarin wordt duidelijk gesteld dat het geweld op de boerderijen niet raciaal, maar crimineel is getint. 89,3 % van de aanvallen op boerderijen sinds 1991 zijn gebeurd met de intentie van overval. Slechts 2 tot 3 % van de overvallen hadden een raciale ondergrond. Van de overvallers waren 2 % oud-werknemers op de boerderijen. De overheid volgt de commissie in de vaststelling dat de gewelddadigheid van de overvallen verder onderzoek verrechtvaardigt. De commissie roept de overheid ook op om haar landhervormingsbeleid versneld uit te voeren, zonder de eigendomsrechten op de helling te zetten.

2) Op 29 september 2003 maakte de vice-commissaris van de Politiediensten, Andre Pruis, bekend dat de politie tegen 2009 50 000 reservisten zou inzetten om de veiligheid op de boerderijen te garanderen. Die zouden dan de commando's van het leger vervangen.

3) Racisme is strafbaar in Zuid-Afrika. Zo veroordeelde de grondwettelijk onafhankelijke Commissie voor mensenrechten (SAHRC) in juli 2003, in een zaak aangespannen door de Afrikanerpartij Freedom Front, de onder apartheid populaire slogan « Kill the boer, Kill the farmer » als « hatespeech ». Die slogan viel nog geregeld te horen op begrafenissen van ANC-activisten en binnen de ANC Youth League ­ hoewel het ANC daar officieel afstand van deed. De SAHRC doet geen uitspraak over de causaliteit van de slogan en het geweld op boerderijen, dat het ook « van criminele aard » bestempelt.

4) In haar eigen rapport van 2 september 2003 over mensenrechtenschendingen binnen landelijke gemeenschappen onderschreef de Commissie voor mensenrechten de resultaten van de onafhankelijke onderzoekscommissie. De commissie wijst ook op huishoudelijk geweld en misbruik tegen (zwarte) arbeiders op de boerderijen. Zij moeten ook in een anti-misdaadaanpak worden betrokken.

3. De Zuid-Afrikaanse regering erkent de problematiek van de « plaasmoorden » en tracht deze naar best vermogen aan te pakken (cf. supra). België overweegt op dit ogenblik terzake dan ook geen diplomatieke stappen te zetten.

4. a) Verdragen

­ Verdrag tot vermijding van dubbele belastingen (ondertekend te Pretoria op 1 februari 1995 in 1998 geratificeerd en in oktober van dat jaar in werking getreden).

­ Verdrag tot het beschermen en bevorderen van investeringen : geparafeerd te Pretoria op 26 januari 1995 en ondertekend op 14 augustus 1998; op 14 maart 2003 is het in werking getreden.

b) Steun

Algemeen : Een programma werd ontwikkeld waarbij bilaterale hulp van overheid tot overheid aangevuld werd door directe hulp aan Zuid-Afrikaanse NGO's en indirecte hulp via Belgische NGO's. In de periode 1995-2001 werd er gemiddeld 2,8 miljoen euro per jaar aan directe en indirecte hulp geleverd. Tussen 2001 en 2006 zal dat in totaal 19,3 miljoen euro zijn aan directe hulp.

Bilaterale samenwerking : Tijdens de gemengde commissie in augustus 2001 werd een akkoord bereikt over een Indicatief Programma 2001-2006, dat de bilaterale hulp van overheid tot overheid bepaalt en ruimte laat voor directe hulp aan Zuid-Afrikaanse NGO's. De prioriteiten zijn :

­ Gezondheidszorg met bijzondere aandacht voor HIV/AIDS-TB

Met het departement volksgezondheid werd een projectakkoord HIV/AIDS-TB voor 6,2 miljoen euro afgesloten op 20 januari 2003. Capaciteitsopbouw voor de aanpak van de duale epidemie is de hoofddoelstelling. Daarnaast is er een bijkomend project voor 3,5 miljoen euro in identificatie. Dit project zal zich richten op de managementcapaciteiten en de vorming van het departement, vooral op districtsniveau.

­ Landhervorming

De restitutie van land aan apartheidsslachtoffers werd versneld middels een opvolgingsproject van 1,4 miljoen euro.

­ Veiligheid

Na een eerste succesvol project met de Zuid-Afrikaanse politie werd een tweede akkoord getekend op 22 augustus 2003 (3 miljoen euro).

­ Conflictpreventie en democratisering in de regio

Er werd een akkoord ondertekend in januari 2001 voor de financiële steun van de Zuid-Afrikaanse vredesmissie in Burundi (5 miljoen euro). Daarbovenop volgende een bijdrage midden 2003 van 1 miljoen euro voor de Afrikaanse Vredesmacht in Burundi en het « Third Party Verification Mechanism » in Congo.

In lijn met deze prioriteiten werd geld uitgetrokken voor een Studiefonds (1 miljoen euro, specifiek vergelijk getekend dd. 30 mei 2002) dat dient om interventies voor te bereiden op vraag van Zuid-Afrika.

Directe samenwerking met Zuid-Afrikaanse NGO's : Een programma voor directe samenwerking met NGO's voor 1,25 miljoen euro/jaar is complementair met het bilaterale programma in de sectoren landhervorming democratisering en HIV/AIDS-TB. Daarnaast bestaat er ook een programma voor microprojecten.

Preventieve diplomatie : de FOD steunt vanaf 2003 onder het kader van « preventieve diplomatie » een project tegen seksuele uitbuiting, dat zal uitgevoerd worden door de Chrysalis Academy in de Westelijke Kaap.

De gewesten : Een uitgesproken interesse voor Zuid-Afrika bestaat in het Vlaamse landsgedeelte, die resulteerde in overeenkomsten tussen beide partners inzake cultuur, onderwijs, sport, wetenschap en technologie. Vlaanderen zou dit jaar tussen 6 à 7 miljoen euro uitgeven aan haar bilaterale samenwerking met Zuid-Afrika. Het Waalse Gewest ondertekende in 1998 een intentieverklaring ter samenwerking met de provincie Kwazulu-Natal. Beide regio's werken samen inzake logistiek, transport en genetische technologie.

c) Gevolgen

De betrekkingen tussen België en Zuid-Afrika zijn momenteel uitstekend.

5. Deze zaak werd niet besproken op de Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken. Ik overweeg momenteel niet ze te berde te brengen.

6. Deze zaak werd niet besproken in de schoot van internationale instanties waarvan België lid is. Ik overweeg momenteel niet ze aldaar te berde te brengen.

7. België geeft via zijn bilaterale coöperatie reeds hulp aan de politiediensten (3 miljoen euro) en het departement landhervorming (6 miljoen euro), waar België één van de weinige buitenlandse donoren is [zie vraag 4. b)]. Indirect komt dit ook de veiligheid en stabiliteit op het platteland ten goede; aldus wordt bijgedragen aan de aanpak van de problematiek van de « plaasmoorden ». Er zijn op dit ogenblik geen nieuwe initiatieven gepland.