Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-46

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Financiën

Vraag nr. 1567 van de heer Ramoudt d.d. 27 september 2001 (N.) :
Zelfstandige reisleiders. ­ BTW-plicht.

Reisleiders en gidsen vervullen een steeds belangrijker, zo niet essentiële rol in het hedendaags zowel naar het buitenland gerichte als in het binnenland blijvende groepstoerisme.

De nood aan geschoolde en gekwalificeerde reisleiders en gidsen neemt dan ook zienderogen toe. Aan deze nood wordt tegemoet gekomen door de opleidingen die vanuit de diverse gidsen- en reisleidersverenigingen worden aangeboden.

Waar stads-, natuur-, museum- en andere gidsen meer themagebonden en op een meer afgebakend terrein werken, is de reisleider een persoon die buitenlandse of binnenlandse toeristen of bezoekers in of doorheen bepaalde streken of landen begeleidt en rondleidt bij de bezichtiging van plaatselijke bezienswaardigheden, monumenten en kunstwerken uit verschillende tijdperken.

Essentieel in de werkzaamheid van gidsen en reisleiders is hun educatieve taak, het belichten en toelichten van het belang, de bestemming en de geschiedenis van de bezochte landen, streken of plaatsen, en het verstrekken van algemene informatie hierover. Daarnaast vervullen zij soms een aantal bijkomende praktische taken en diensten die kunnen bijdragen tot het welslagen van de reis.

Of het nu gidsen of reisleiders betreft, de omkadering waarbinnen zij op fiscaal en sociaalrechtelijk vlak kunnen werken is momenteel niet steeds duidelijk. Al te veel gidsen en reisleiders werken daarom in een grijze zone van rechtsonzekerheid.

Wat hun statuut betreft kunnen reisleiders en gidsen onderverdeeld worden in volgende groepen :

­ gidsen en reisleiders die hun taak beroepsmatig uitoefenen als ingeschreven werknemer of ambtenaar;

­ gidsen en reisleiders die hun taak beroepsmatig uitoefenen als zelfstandige;

­ gidsen en reisleiders die hun taak occasioneel uitoefenen als vrijwilliger of als zelfstandige en bijberoep; dit naast een hoofdstatuut van werknemer, ambtenaar, of gepensioneerde.

Vanuit de diverse opleidingscentra voor gidsen en reisleiders wordt ernaar gestreefd een duidelijk en eenvormig beeld te geven van de specifieke fiscale en sociale verplichtingen die verbonden zijn aan het werken onder deze verschillende statuten. Dit streven beantwoordt aan de uitgesproken nood en vraag bij reisleiders en gidsen naar rechtszekerheid ter zake.

Voor de reisleiders en gidsen die hun taak uitoefenen, weze het beroepsmatig als zelfstandige of occasioneel als zelfstandige in bijberoep, stellen zich met betrekking tot de BTW-verplichtingen een aantal vragen waarop bij navraag bij verschillende fiscale administraties geen eenduidig antwoord te krijgen is.

Sommige gidsen- en reisleidersverenigingen nemen het standpunt in dat zelfstandige gidsen en reisleiders (in hoofd- of in bijberoep) vrijstelling van BTW genieten op grond van artikel 44, § 4, en/of artikel 44, § 8, van het BTW-Wetboek.

Sommige, maar niet alle belastingsadministraties blijken dit standpunt ook bij te treden. Naargelang de belastingadministratie is de ene reisleider of gids dus BTW-plichtig en de andere niet. Dit leidt tot grote rechtsonzekerheid en ongelijkheid.

Graag kreeg ik dan ook antwoord van de geachte minister op volgende vragen :

1. Is een reisleider of gids die beroepsmatig als zelfstandige zijn taak uitoefent effectief BTW-plichtig en moet hij derhalve een BTW-nummer aanvragen ?

2. Geniet een reisleider of gids die beroepsmatig als zelfstandige zijn taak uitoefent een vrijstelling van BTW op grond van artikel 44, § 4, en/of artikel 44, § 8, van het BTW-Wetboek ?

3. Is een reisleider of gids die occasioneel als zelfstandige in bijberoep zijn taak uitoefent BTW-plichtig en moet hij derhalve een BTW-nummer aanvragen ?

4. Geniet een reisleider of gids die occasioneel als zelfstandige in bijberoep zijn taak uitoefent, een vrijstelling van BTW op grond van artikel 44, § 4, en/of artikel 44, § 8, van het BTW-Wetboek ?

5. Kunnen reisleiders en gidsen die beroepsmatig of occasioneel als zelfstandige hun taak uitoefenen, gezien de aard of de omvang van hun prestaties, enige andere vrijstelling van BTW genieten ?

Antwoord : De diensten verstrekt door gidsen en reisleiders worden voor de toepassing van de BTW aangemerkt als een intellectueel werk als bedoeld in artikel 18, § 1, tweede lid, 1º, van het BTW-Wetboek.

Overeenkomstig artikel 4 van het BTW-Wetboek heeft eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in genoemd wetboek zijn omschreven, de hoedanigheid van BTW-belastingplichtige, ongeacht op welke plaats die economische activiteit wordt uitgeoefend. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt naargelang de verrichte handelingen in hoofdberoep dan wel in bijberoep worden verricht.

Reisleiders en gidsen die onder de voorwaarden van artikel 4 van het BTW-Wetboek hun diensten verstrekken, dienen derhalve als belastingplichtige aangemerkt te worden en dienen zich in principe als dusdanig te laten identificeren.

Het is evenwel mogelijk dat gidsen (fysieke personen), anders dan als loon- of weddetrekkende rondleidingen doen voor een instelling (bijvoorbeeld gidsenbonden, diensten voor toerisme), maar niettemin ten aanzien van genoemde instelling in een band van ondergeschiktheid optreden, in die zin dat laatstgenoemde bijvoorbeeld de inhoud van de rondleidingen, de uurregeling der rondleidingen, de bezoldiging en eventueel een intern reglement voor de aangesloten gidsen vaststelt. Voor de toepassing van de BTW, worden deze gidsen niet geacht zelfstandig op te treden. Aangezien in voorkomend geval aan de in artikel 4 gestelde voorwaarden niet voldaan is, worden ze aldus niet als belastingplichtige aangemerkt. Hetzelfde geldt wanneer reisleiders, anders dan als loon- of weddetrekkende, reizen begeleiden in opdracht van een organisator van reizen, maar toch ten aanzien van die organisator optreden in een band van ondergeschiktheid. De BTW-administratie is evenwel niet bevoegd om te oordelen of gidsen of reisleiders die in voormelde omstandigheden werken terecht het statuut van zelfstandigen hebben, wat de toepassing van de sociale wetgeving betreft.

De diensten verstrekt aan organisatoren van voordrachten door voordrachtgevers zijn overeenkomstig artikel 44, § 2, 8º, van het BTW-Wetboek vrijgesteld. Deze vrijstelling is eveneens van toepassing op de handelingen verricht door personen die optreden als gids wanneer ze worden verstrekt aan een organisator van geleide bezoeken aan plaatsen, musea, kastelen, kerken, steden, enz. Indien gidsen alleen voormelde vrijgestelde handelingen verrichten, worden ze als vrijgestelde belastingplichtige aangemerkt en dienen ze zich niet voor BTW-doeleinden te laten identificeren. Wanneer ze daarentegen zowel belaste handelingen als vrijgestelde handelingen verrichten, zijn ze gemengde belastingplichtige en dienen ze zich als dusdanig te laten identificeren.

De diensten verstrekt door gidsen of reisleiders voldoen in geen geval aan de voorwaarden om de vrijstelling bedoeld in artikel 44, § 2, 4º, van het BTW-Wetboek te kunnen genieten.

Er dient tevens op gewezen te worden dat artikel 56, § 2, van het BTW-Wetboek voor de kleine ondernemingen voorziet in een vrijstellingsregeling van belasting voor de leveringen van goederen en de diensten die ze verrichten. De toepassing van deze regeling werd vastgelegd in het koninklijk besluit nr. 19 van 29 december 1992. Als kleine onderneming voor de toepassing van artikel 56, § 2, van het BTW-Wetboek wordt aangemerkt elke belastingplichtige, natuurlijke persoon of rechtspersoon, die handelingen verricht die niet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van de vrijstellingsregeling van belasting en waarvan de jaaromzet niet meer bedraagt dan 225 000 frank (de handelingen vrijgesteld op grond van artikel 44, § 2, 8º, van het BTW-Wetboek dienen niet opgenomen te worden in de berekening van het beperkt omzetcijfer). De kleine ondernemingen dienen zich als dusdanig te laten identificeren voor BTW-doeleinden, maar worden verder van de voornaamste verplichtingen welke normaal aan BTW-belastingplichtigen worden opgelegd ontheven.