2-101/1

2-101/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 1999

8 OKTOBER 1999


Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de regeling van de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed in het internationaal privaatrecht en tot opheffing van de wet van 27 juni 1960 op de toelaatbaarheid van de echtscheiding wanneer ten minste een van de echtgenoten een vreemdeling is (1)

(Ingediend door de heren Jean-François Istasse et Philippe Mahoux)


TOELICHTING


De in België geldende internationaal-privaatrechtelijke regels inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed beantwoorden niet meer aan de huidige behoeften. Twee vraagstukken waren aan de orde :

1. Welke wet is van toepassing ter zake van echtscheiding en scheiding van tafel en bed ?

2. Hoe staat het met de internationale bevoegdheid van de Belgische rechtbanken om de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed uit te spreken ?

Dit voorstel is gedeeltelijk gebaseerd op een vroeger voorstel in de Senaat ingediend door de heren Storme, Egelmeers en Pede (voorstel van wet houdende internationaal-privaatrechtelijke regeling inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed, Senaat, zitting 1979-1980, Stuk nr. 470-1). De regeling die ons voorstel bevat is eenvoudiger doch stringenter dan die van het op 19 juni 1980 ingediende en inmiddels vervallen voorstel. Argumenten daarvoor zijn met name te vinden in het vergelijkend recht. Bij de hieronder voorgestelde oplossingen is rekening gehouden met hervormingen die werden ingevoerd in de Bondsrepubliek Duitsland (wet van 26 juli 1986, BGBL, 1986, I, 1142) en in Zwitserland (federale wet van 18 december 1987, FF 1988, I, 5, inwerkingtreding op 1 januari 1989).

Dit voorstel wijkt ook op wetstechnisch vlak af van het voorstel 470 (1979-1980) : het is verkieslijk nieuwe bepalingen in te voegen in het Burgerlijk én in het Gerechtelijk Wetboek.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

De wet van 27 juni 1960 kent reeds een vooraanstaande plaats toe aan de Belgische wet : om de echtscheiding op grond van bepaalde feiten toe te staan, wordt de buitenlandse wet alleen dan toegepast wanneer beide echtgenoten vreemdelingen zijn (art. 1 van voormelde wet). Wanneer echter een van de echtgenoten Belg is, wordt de toelaatbaarheid van de echtscheiding (daaronder begrepen de echtscheiding met onderlinge toestemming) altijd geregeld door de Belgische wet (art. 2). De gronden van de echtscheiding worden altijd bepaald door de Belgische wet (art. 3).

De regeling die wij in artikel 234 van het Burgerlijk Wetboek willen invoegen, strekt ertoe uit het voormelde artikel 1 de enige uitzondering op de toepassing van de Belgische wet te schrappen. Wanneer aan de voorwaarden inzake rechtsmacht is voldaan, lijkt het niet meer geraden een discriminatie te handhaven tussen de vreemdeling wiens personeel statuut echtscheiding niet toestaat en die, niet in de mogelijkheid verkerend om de echtscheiding te vorderen, er toch toe kan worden veroordeeld bij toepassing van het personeel statuut van zijn echtgenoot, en de vreemdeling wiens echtgenoot Belg is en die, volgens het geldende recht, de echtscheiding kan vorderen zelfs al staat zijn personeel statuut echtscheiding niet toe.

Er zij in dat geval aan herinnerd dat de voorgestelde oplossing gebruikelijk is in common law -landen die de lex fori steeds toepassen bij echtscheidingsgedingen die aanhangig worden gemaakt binnen de grenzen van hun rechtsmacht. Artikel 61 van de Zwitserse federale wet van 18 december 1987 kent ook een voorname plaats toe aan de lex fori .

Artikel 3

Het lid dat wij voorstellen toe te voegen aan artikel 570 van het Gerechtelijk Wetboek is gewoon een vertaling van de regel die thans in de jurisprudentie wordt gehanteerd inzake de erkenning van buitenlandse beslissingen ter zake van echtscheiding en scheiding van tafel en bed.

Artikel 4

De vaststelling van de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken ter zake van echtscheiding en scheiding van tafel en bed heeft de jongste jaren tal van moeilijkheden opgeleverd.

In artikel 638bis dat wij voorstellen in te voegen in het Gerechtelijk Wetboek, wordt een onderscheid gemaakt tussen drie soorten problemen.

Paragraaf 1 bevat regels tot vaststelling van de internationale bevoegdheid van de Belgische rechtbanken inzake de geschillen omtrent echtscheiding en scheiding van tafel en bed. De huidige regeling vervat in de artikelen 635, 636 en 638 is niet aangepast aan deze specifieke rechtsgeschillen. Bovendien behoort de bevoegdheid van onze rechtbanken te worden erkend wanneer een van beide echtgenoten Belg is : dat is het logische verlengstuk van de wil van de wetgever uitgedrukt in artikel 2 van de wet van 27 juni 1960.

Terwijl het voorgestelde artikel 638bis, § 1, 1º, de oplossing overneemt die reeds is vervat in artikel 635, 2º, breidt het 2º de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken uit tot gevallen waarin een van de echtgenoten Belg is; het 3º neemt uit artikel 628, 1º, van het Gerechtelijk Wetboek een van de criteria voor de vaststelling van de interne territoriale bevoegdheid over; het 4º wil een einde maken aan de huidige onrechtvaardige regeling vervat in de artikelen 636 en 638 van het Gerechtelijk Wetboek : zelfs indien beide echtgenoten vreemdelingen zijn, zal het voldoende zijn dat de eiser sedert ten minste zes maanden in België verblijft opdat hij een geding tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed kan aanspannen, ook al zou de huwelijkspartner die hem verlaten heeft, een nationaliteit hebben waardoor hij de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken kan afwijzen (huidige oplossing van artikel 636 van het Gerechtelijk Wetboek). Het lijkt uitermate onrechtvaardig dat het niet-verschijnen van een echtgenoot die zijn partner verlaten heeft, het vermoeden oplevert dat hij de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken afwijst.

Het voorgestelde artikel 638bis , § 2, zal een leemte aanvullen in het Gerechtelijk Wetboek, dat inzake internationale bevoegdheid geen enkele regel bevat die toepasbaar is ter zake van echtscheiding met wederzijdse toestemming.

Paragraaf 3 van hetzelfde artikel geeft gestalte aan een oplossing die thans in de jurisprudentie gangbaar is.

Artikel 5

De inwerkingtreding van de voorgestelde bepalingen moet gepaard gaan met de opheffing van de wet van 27 juni 1960.

Jean-François ISTASSE
Philippe MAHOUX.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Hoofdstuk II van titel VI van boek I van het Burgerlijk Wetboek wordt vervangen als volgt :

« Hoofdstuk II : Wet toepasbaar ter zake van echtscheiding en scheiding van tafel en bed.

Art. 234 . ­ Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en omzetting van de scheiding van tafel en bed in echtscheiding worden geregeld door de Belgische wet. »

Art. 3

Aan artikel 570 van het Gerechtelijk Wetboek wordt een lid toegevoegd, luidende :

« De echtscheiding en de scheiding van tafel en bed uitgesproken in het buitenland worden van rechtswege erkend en, in voorkomend geval, uitvoerbaar verklaard zonder herziening van de zaak zelf, indien zij voldoen aan de vijf voorwaarden voorgeschreven in het tweede lid. »

Art. 4

In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 638bis ingevoegd, luidende :

« Art. 638 bis. ­ § 1. Inzake echtscheiding, scheiding van tafel en bed en omzetting van de scheiding van tafel en bed in echtscheiding, is de Belgische rechter bevoegd :

1. Indien de verweerder zijn woon- of verblijfplaats in België heeft of er woonplaats heeft gekozen;

2. Indien de eiser of de verweerder de Belgische nationaliteit heeft;

3. Indien de laatste echtelijke verblijfplaats in België gelegen was;

4. Indien de eiser, bij het instellen van zijn vordering, sedert ten minste zes maanden in België verblijft.

§ 2. Om het gezamenlijke verzoekschrift als bepaald in artikel 1289 te kunnen indienen, is het voldoende dat een van de echtgenoten Belg is, dat de laatste echtelijke verblijfplaats in België gelegen was of dat een van de echtgenoten sedert ten minste zes maanden in België verblijft.

§ 3. De interne territoriale bevoegdheid wordt, naar gelang van het geval, bepaald door artikel 628, 1º, dan wel door artikel 1289.

Kan de eiser zich niet beroepen op artikel 628, 1º, dan is alleen bevoegd de rechtbank van zijn woonplaats of verblijfplaats dan wel, bij gebreke daarvan, de door hem gekozen rechtbank. »

Art. 5

De wet van 27 juni 1960 op de toelaatbaarheid van de echtscheiding wanneer ten minste een van de echtgenoten een vreemdeling is, wordt opgeheven.

Jean-François ISTASSE.
Philippe MAHOUX.

(1) Dit wetsvoorstel werd in de Senaat reeds ingediend op 21 september 1995 door de heer Lallemand c.s. onder het nummer 1-108/1 - (BZ 1995).