3-51

3-51

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 1er AVRIL 2004 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Ludwig Caluwé au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques et au ministre de la Mobilité et de l'Économie sociale sur «les mesures de la SNCB visant à réduire les nuisances» (nº 3-198)

M. le président. - Mme Kathleen Van Brempt, secrétaire d'État à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions, répondra.

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - De Vlaamse regering besliste op 13 februari jongstleden om de "minder hinder-maatregelen" van de NMBS naar aanleiding van de werken op de Ring rond Antwerpen mee te financieren. De Vlaamse overheid draagt daarvoor een bedrag van 3,8 miljoen euro bij, de helft van de kostprijs van de maatregelen.

Zowel op het vlak van het goederenvervoer als op dat van het personenvervoer heeft de NMBS een aantal voorstellen geformuleerd om de capaciteit te verhogen en spoorverbindingen te ontdubbelen: de NMBS zal extra wagons ter beschikking houden; het aanbod naar de haven wordt uitgebreid met piekuurtreinen; de zogenaamde havenlijn zou aangesloten worden op de "traditionele" personenvervoerslijnen en het rangeerstation Antwerpen-Noord zal tijdens de werken passagierstreinen ontvangen. Ten slotte voorziet de NMBS in de uitbreiding van bestaande stationsparkings en de bouw van een extra halte - Wolfstee - nabij de N313 in Herentals.

Daarnaast vernam ik dat de minister samen met de betrokken overheidsdiensten - Havenbedrijf, kabinetten, NMBS B-Cargo en NMBS-dochter IFB - maatregelen heeft onderzocht die niet alleen de hinder van de werken aan de Ring moeten beperken, maar ook de aanloopperiode van het Deurganckdok moeten opvangen vóór de Liefkenshoektunnel operationeel is. Met Hesse-Noord Natie worden of werden onderhandelingen gevoerd om gebruik te kunnen maken van een uitbreiding van de terminal Zomerweg. Gedurende de werkzaamheden zal IFB extra shuttletreinen inleggen vanaf de Main Hub voor het containervervoer naar en van de hinterlandterminals Athus, Moeskroen, Charleroi en Muizen. Die extra treinen moeten 900 vrachtwagens per dag van de Antwerpse Ring houden. Volgens het bericht van de minister zou deze inspanning budgettair neutraal zijn.

Ik waardeer het dat de NMBS een aantal belangrijke inspanningen levert om de hinder tijdens de werken aan de Ring te verminderen. Toch betreur ik het dat er niet positief is ingegaan op een aantal andere suggesties, zoals het heropenen gedurende de werken van de Ring van een aantal stations zoals Antwerpen-Linkeroever, Schelle, Hoboken, Mortsel-Liersesteenweg en Kapellenbos, de toename van piekuurtreinen, niet enkel in de richting van de haven en de betere afstemming van de rittenschema's voor de reizigers die in Berchem en Antwerpen-Centraal overstappen.

Het is uiteraard positief dat ook de NMBS haar steentje bijdraagt om de hinder van de werken aan de Antwerpse Ring tot een minimum te beperken. Het is bovendien een gelegenheid voor de NMBS om nieuwe reizigers aan te trekken die de files willen vermijden.

In principe is de financiering van de NMBS een exclusieve bevoegdheid van de federale overheid. De Raad van State heeft er reeds eerder op gewezen dat kosten voor projecten niet kunnen worden gedragen door een overheid die niet voor dat project bevoegd is. De minister beweert dat er een juridisch probleem kan zijn voor de investeringen - parkings, verlenging perrons, vernieuwing station Noorderdokken, nieuwe opstapplaats Wolfstee - maar niet voor de exploitatie. Als dat inderdaad waar is, dan kan men zich toch nog de vraag stellen of het opportuun is dat Vlaanderen een bijdrage levert in de exploitatie van de NMBS. Vlaanderen moet 3,8 miljoen euro betalen terwijl het niet eens bevoegd is voor de spoorwegen. Bovendien is er het precedent van het viaduct Herrmann-Debroux. Als reactie op de sluiting van de Debroux-brug vult de NMBS het treinaanbod aan door bijkomende rijtuigen te koppelen aan de treinen op de lijnen Brussel-Namen en Brussel-Ottignies. Op die manier worden ongeveer 2000 bijkomende plaatsen aangeboden tijdens de ochtend- en avondpiek. Voor deze "minder hinder-maatregel" is er geen enkele financiële tussenkomst, noch van de federale overheid, noch van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat is de actuele stand van zaken met betrekking tot de inspanningen die de NMBS zal ondernemen om de hinder tijdens de werken aan de Ring te beperken?

Hoe kan de Vlaamse regering de NMBS een dotatie toekennen die bestemd is voor de exploitatie van de NMBS? Hoe kan de minister juridische betwistingen ter zake uitsluiten?

Voor de extra exploitatie om de hinder van het afgesloten viaduct Herrmann-Debroux te beperken, ontvangt de NMBS geen extra middelen. Waarom wordt aan het Vlaamse Gewest een bijdrage gevraagd, maar niet aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Heeft de Brusselse minister die bevoegd is voor vervoer beter onderhandeld?

Mevrouw Kathleen Van Brempt, staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen. - Wat de actuele stand van zaken met betrekking tot de inspanningen van de NMBS inzake `minder hinder' betreft, wijs ik op volgende maatregelen:

Er wordt een Park & Ride station ingericht langs de E313, ter hoogte van afrit 21. De stopplaats ligt op lijn 15 tussen Bouwel en Herentals en zal `Wolfstee' worden genoemd. Om hier een klokvast aanbod te kunnen geven, moest de L-trein Antwerpen-Herentals/Leuven worden opgesplitst in twee aparte verbindingen Antwerpen-Herentals en Antwerpen-Leuven. Dit heeft als voordeel dat er een reistijdwinst kan bekomen worden op beide verbindingen.

Tijdens de piekuren wordt het aanbod uitgebreid met bestaande P-treinen die een extra stop krijgen in Wolfstee.

Op vraag van de Vlaamse Gemeenschap heeft de NMBS reeds gunstig advies gegeven voor de tijdelijke uitbreiding van een bestaande stationsparking in de volgende stations: Ekeren, Essen, Heist-op-den-Berg, Bouwel, Herentals, Sint-Katelijne-Waver, Kontich.

De aanvraag tot advies op de stedenbouwkundige vergunning voor de inrichting van een stopplaats te Wolfstee is momenteel in onderzoek bij de NMBS.

De aanvragen voor de stedenbouwkundige vergunningen voor de uitbreiding van de pendelparkings ter hoogte van de stations Duffel en Kalmthout, heeft de NMBS nog niet ontvangen.

Tijdens de heraanleg van de Antwerpse Ring zijn ook op het spoornet nog werken aan de gang waardoor de spoorcapaciteit rond Antwerpen nog beperkt is. De P-treinen worden om deze reden beperkt tot Antwerpen-Berchem.

De NMBS heeft zich toegespitst op een aantal aandachtsgebieden, rekening houdend met deze capaciteitsbeperking op het spoornet.

Wat het goederenvervoer betreft, zal B-Cargo met doorrekening van normale tarieven, extra treincapaciteit ter beschikking stellen van IFB.

Er is inderdaad geen enkele grondwets- of wetsbepaling die aan de Gewesten enige bevoegdheid toekent betreffende het openbaar vervoer per spoor. De werken aan de Ring rond Antwerpen vallen echter ontegensprekelijk onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest.

De voorziene "minder hinder-maatregelen" zijn onlosmakelijk verbonden met voornoemde werken en vallen om die reden ook binnen de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest dat inspanningen wenst te leveren om de hinder tijdens de werken aan de Ring rond Antwerpen te verminderen en daartoe een beroep heeft gedaan op de NMBS.

De vergoeding die de Vlaamse overheid betaalt als deel van de kostprijs voor de "minder hinder-maatregelen" van de NMBS naar aanleiding van de werken op de Ring rond Antwerpen, is een tegenprestatie voor de diensten die de NMBS op vraag van het Vlaamse Gewest levert om de hinder, veroorzaakt door voornoemde werken, te verminderen.

Aangezien de voorziene "minder hinder-maatregelen" maar gelden zolang de werken op de Ring rond Antwerpen duren en de bijdrage in de kostprijs ervan eveneens in de tijd beperkt is, valt niet in te zien welke juridische bezwaren men daartegen zou hebben.

Die werkwijze is trouwens te vergelijken met de samenwerking tussen de NMBS en De Lijn wanneer het, ten gevolge van storingen in het treinverkeer, noodzakelijk is dat autobussen de treindiensten vervangen. Ook in dit geval is het de NMBS die de hinder voor de reizigers wenst te beperken en is het de NMBS die de kosten van deze dienstverlening draagt, zonder dat er sprake is van ongeoorloofde financiering.

De kostprijs voor de beperking van de hinder "viaduct Herrmann-Debroux" beperkt zich tot de versterking van bestaande treinen. Dat is een normale procedure voor overvolle treinen. Dat is in niets te vergelijken met de extra kost voor de maatregelen "Minder-Hinder" Antwerpen.

(M. Hugo Vandenberghe, vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Ik dank mevrouw de staatssecretaris voor het voorlezen van het antwoord van de minister.

Ik ben niet van oordeel dat de maatregelen genomen voor Herrmann-Debroux en die welke genomen worden met betrekking tot de hinder tengevolge van de werken aan de ring niet met elkaar te vergelijken zijn. Ze zijn misschien in omvang verschillend, maar ofwel zegt men in beide gevallen dat de gewesten bijdragen, ofwel moet de NMBS of de federale overheid in beide gevallen de totale prijs dragen. Men kan wel zeggen dat het normaal is dat, aangezien er meer reizigers zijn tengevolge van wat er gebeurd is aan het viaduct Herrmann-Debroux, men in extra capaciteit moet voorzien. Evengoed zullen er extra reizigers zijn voor het spoorverkeer tengevolge van de werkzaamheden aan de Antwerpse ring en zal men automatisch ook de capaciteit moeten verhogen. Dit moet dan wel door het Vlaamse Gewest betaald worden. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doet dat niet. Dit beleid hanteert twee maten.