1-142

1-142

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 20 NOVEMBRE 1997

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 20 NOVEMBER 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER ANCIAUX AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN ECONOMIE EN TELECOMMUNICATIE OVER « HET ZIEKELIJK FUNCTIONEREN VAN DE CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN »

QUESTION ORALE DE M. ANCIAUX AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'ÉCONOMIE ET DES TÉLÉCOMMUNICATIONS SUR « LE FONCTIONNEMENT DÉFECTUEUX DE L'OFFICE DE CONTRÔLE DES ASSURANCES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Anciaux aan de vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie.

Het woord is aan de heer Anciaux.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, op 25 maart 1997 organiseerde ik een persconferentie : « Overheid dekt fraude bij verzekeringsmaatschappijen toe. » Ik toonde toen op basis van documenten aan dat de vroegere CDV-voorzitter en huidig topman bij het ministerie van Financiën, de fraude bij de verzekeringsgroep Antverpia heeft toegedekt. Dat mijn beschuldigingen aan het adres van de CDV niet overdreven zijn, wordt bevestigd door de voorzitster van de 49e Correctionele Rechtbank van Brussel die de Assubelfraude onderzoekt. Zij wil in deze zaak de toenmalige CDV-top ondervragen wegens medeplichtigheid aan de fraude. Ook bij Assubel was CDV-top op de hoogte van de interne onregelmatigheden.

In het Antverpia-dossier is er nu een nieuw element dat bewijst dat de CDV in zijn boosheid volhardt. Crédit Suisse en haar dochtermaatschappij Compagnie Suisse de Réassurance hebben in 1993, bij een overname van de Antverpia-groep, een aantal beloftes gedaan die niet werden nagekomen. Op 17 maart 1997 kwam voor de Handelsrechtbank van Brussel de rechtzaak voor waarbij, daar de Zwitsers hun engagementen niet nakwamen, de ontbinding van Antverpia III werd geëist. Antverpia III kwam net op dat ogenblik op de proppen met een kandidaat-koper, met name de Nederlandse maatschappij Alhermij. Een eventuele uitspraak zou deze overdracht bemoeilijken. De rechtbank oordeelde dan ook dat ze op dat ogenblik geen uitspraak kon doen. Het echte doel van de operatie was echter het potje gedekt te laten. Alhermij blijkt nu via allerlei tussenvennootschappen volledig in handen te zijn van de Compagnie Suisse de Réassurance, een dochter van Crédit Suisse. Dus, Crédit Suisse verkoopt aan Crédit Suisse. Het doel van de operatie is gelukt : noch de CDV, noch het gerecht hebben Crédit Suisse verplicht hun formele engagementen na te komen.

Hoe kan de vice-eerste minister verklaren dat de overname van Antverpia III door Alhermij op 8 september 1997 werd goedgekeurd door de CDV ? Hoe is het mogelijk dat de CDV niet heeft gezien dat het om een maatschappij ging die volledig in handen was van de verkoper ? Zal deze beslissing gehandhaafd blijven ? Met wat houdt de CDV-top zich bezig ? Zowel de fraude bij Assubel als bij Antverpia wordt niet opgespoord door deze dienst die uitsluitend moet bezig zijn met het beschermen van de rechten van de verzekerden.

Is de vice-eerste minister er niet van overtuigd dat er nood is aan een diepgaand onderzoek naar de handel en wandel van de CDV-top of kiest hij de zijde van de fraudeurs over wie Jean-Jacques Rousseau zei : « De rijkaard draagt de wet in zijn portemonnee ? »

De voorzitter. ­ Het woord is aan vice-eerste minister Di Rupo.

De heer Di Rupo, vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie. ­ Mijnheer de voorzitter, in antwoord op de vraag van de heer Anciaux wijs ik er in de eerste plaats op dat de zaak Assubel momenteel voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek en dat ik me daarover, omwille van de scheiding der machten, vandaag niet kan uitspreken. Ik wil er enkel aan herinneren dat de feiten dateren van 1987. Sedertdien is de werking van de Controledienst voor de Verzekeringen aanzienlijk verbeterd.

Ten tweede wil ik een paar puntjes op de i's zetten betreffende Antverpia III. Dit is een maatschappij naar Belgisch recht, die echter nooit activiteiten in België heeft uitgeoefend. De klanten van Antverpia zijn Fransen.

Sedert 1921 en tot juli 1994 werd Antverpia III gecontroleerd door de Franse overheid. Pas na het van kracht worden van de derde richtlijn in verband met verzekeringen in juli 1994 werd het toezicht overgeheveld naar de Controledienst voor de verzekeringen.

Op dat ogenblik had Antverpia III aan de ene kant haar activiteiten reeds stopgezet en beheerde ze nog uitsluitend de bestaande portefeuille. Aan de andere kant begon de toestand van de hele groep Antverpia zich te normaliseren.

De ondernemingen Antverpia Leven en Antverpia Brand werden verkocht in september 1995. De toestand van deze beide ondernemingen is sindsdien volledig normaal.

Een derde punt betreft de verkoop van Antverpia III door het Crédit Suisse aan de Nederlandse onderneming Alhermij. De Belgische, Franse en Nederlandse controleoverheden hebben allemaal ingestemd met deze verkoop. Die heeft tot gevolg dat Alhermij ook het tekort aan technische provisies van ongeveer 226 miljoen Belgische frank heeft overgenomen. Daardoor werd de toestand van de Franse verzekerden eveneens genormaliseerd.

Het feit dat Alhermij een filiaal is van het Crédit Suisse verandert niets aan deze situatie. Dit was trouwens zeer goed gekend door de controleoverheden op het ogenblik dat ze met de verkoop instemden.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Anciaux voor een repliek.

De heer Anciaux (VU). ­ Mijnheer de voorzitter, ik dank de vice-eerste minister voor zijn antwoord. Hij brengt een aantal nieuwe elementen aan die ons toelaten het dossier verder uit te spitten. Ik begrijp echter niet waarom hij een aantal zaken vertelt die helemaal geen betrekking hebben op mijn mondelinge vraag. Ik weet ook wel dat het dossier-Assubel momenteel bij het gerecht aanhangig is en dat de scheiding der machten bestaat. De zogenaamde aanzienlijk verbeterde werking van de CDV zou mij enkel kunnen verheugen.

In september 1997 kon ik echter geen verbetering vaststellen. Als de controlediensten inderdaad doorhadden dat Alhermij voor 100 % een dochteronderneming was van een andere onderneming die weer voor 100 % in handen was van een derde onderneming die voor 100 % in handen was van Crédit Suisse, dan is dat een goede zaak. Ik kan dan echter niet begrijpen dat ze niet doorhadden dat Crédit Suisse aan Antverpia III een aanzienlijke som diende te betalen. Dat Alhermij daarvoor niet meer aansprakelijk wordt gesteld, overtreft mijn sterkste vermoedens. Ik dacht dat men niet doorhad dat beide ondernemingen volledig eigendom van elkaar waren, maar de vice-eerste minister bleek dit wel te weten. Desalniettemin doen de vice-eerste minister en de CDV de Crédit Suisse haar verplichtingen niet nakomen en dient Alhermij slechts aan een deel van haar verplichtingen te voldoen.

De vice-eerste minister beweert dat enkel Fransen verzekerden zijn van Antverpia III. Dit is mogelijk, maar indien de vice-eerste minister zegt dat Antverpia III sinds juli 1994, toen het onder toezicht van de CDV kwam, geen activiteiten meer heeft is dit in tegenspraak met wat hij onmiddellijk daarna zegt, namelijk dat Antverpia III verder bestaande portefeuilles beheert en dus nog wel een activiteit heeft. Blijkbaar is de CDV er niet in geslaagd om de belangen van de verzekerden, te verdedigen.

Wanneer de vice-eerste minister het dossier over fraude binnen de Antverpia-groep dat ik hem heb overhandigd, naleest zal hij vaststellen dat er voor ettelijke honderden miljoenen werd gefraudeerd en dat hiervoor tal van technieken werden aangewend. Aldus werden in hoofdzaak Belgische, maar ook buitenlandse verzekerden de dupe van een vreemd spel van een aantal grote verzekeringsmaatschappijen. Ik snap niet hoe het mogelijk is dat de CDV, behalve als hij zelf betrokken zou zijn bij deze zwendel, er niet in slaagt hiertegen te reageren.

M. le président. ­ La parole est à M. Di Rupo, vice-Premier ministre.

M. Di Rupo, vice-Premier ministre et ministre de l'Économie et des Télécommunications. ­ Monsieur le président, je tiens à préciser les points suivants.

Premièrement, les organes de contrôle connaissent l'ensemble des mécanismes.

Deuxièmement, les trois organes de gestion, le nôtre et ceux des pays voisins, ont pris la même décision.

Troisièmement, les assurés sont protégés par les décisions prises. Si une institution a perdu quelque argent dans l'aventure, il s'agit du Crédit Suisse.

M. Anciaux a cité Jean-Jacques Rousseau qui est une référence intéressante. Je tiens toutefois à l'inciter à la prudence quant au crédit qui peut être accordé aux déclarations de certaines personnes concernées par les dossiers, en rappelant une vérité scientifique, à savoir que ce sont les faits qui conduisent à la vérité et non une impression.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.