(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Met het Europees rijbewijs A1 mag de houder vanaf de minimumleeftijd van 16 jaar voertuigen van de categorie « lichte motoren » besturen met een maximum cylinderinhoud van 125 cc en een maximum vermogen van 11 kW.
Dat rijbewijs vormt een optionele bepaling van een Europese richtlijn die in de eerste plaats naar een veiliger wegverkeer streeft. In concreto wil die de geleidelijke toegang tot het besturen van de verschillende opeenvolgende categorieën van voertuigen bevorderen.
De richtlijn telt een aantal bepalingen die de verschillende Lid-Staten in hun nationale rechtsorde moeten omzetten. Wat nu de tweewielige motorvoertuigen betreft gaat het om het rijbewijs A, dat men alleen in twee stadia kan behalen.
De optionele bepalingen van de Europese richtlijn bestaan uit :
de mogelijkheid het Europees rijbewijs A1 in de nationale wetgeving op te nemen;
de mogelijkheid het rijbewijs B gelijk te stellen met het rijbewijs A1.
Van de vijftien Lid-Staten van de Unie hebben er twaalf besloten het Europees rijbewijs A1 in hun wetgeving op te nemen. Volgens artikel 12 van richtlijn 91/439/EEG moeten de Lid-Staten de nodige administratieve maatregelen ten laatste op 1 juli 1994 hebben genomen opdat de bepalingen in hun nationale wetgeving ten laatste op 1 juli 1996 in werking kunnen treden.
Hoe komt het dan dat de Belgische overheid terzake nog niet tot een beslissing is gekomen ?
Kunt u het met een dergelijke toestand nog eens zijn wanneer u de voordelen bekijkt zowel qua veiligheid (zekerheid inzake een ernstige opleiding en helmplicht, onmogelijkheid om motoren op te fokken, ...) als qua mobiliteit (gelijkschakeling van het rijbewijs A1 met het rijbewijs B, wat rekening houdt met de eisen van het stadsverkeer en interessante voordelen te bieden heeft voor een aantal beroepscategorieën ?
Antwoord : 1. De invoering van een rijbewijs A1, dat toegang verleent tot het besturen van lichte motorfietsen vanaf de leeftijd van 16 jaar wordt niet voorzien in België.
Zowel het advies van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid als van de« European Transport Safety Council » wijzen op de negatieve gevolgen die een dergelijke maatregel heeft voor de verkeersveiligheid.
Ik verwacht dat de voordelen van een dergelijke maatregel voor de mobiliteit van de 16 tot 18-jarigen en de rijopleiding, ruimschoots tenietgedaan worden door de negatieve effecten.
De tweewielers zijn op zich kwetsbaarder dan de andere transportmiddelen. Buiten zijn kledij en zijn helm, is er niets om de bestuurder te beschermen bij een ongeval en hoe hoger de snelheid, hoe ernstiger de gevolgen zullen zijn. Een motorfiets van 125 cm3 kan zeer hoge snelheden bereiken. Het laten besturen van zulke voertuigen door jonge mensen van 16 jaar zou een verhoging van het aantal slachtoffers bij verkeersongevallen meebrengen.
2. Tijdens de bespreking van mijn nota betreffende de invoering van het rijbewijs A1 voor het besturen van lichte moto's in de schoot van de Commissie voor verkeer en infrastructuur van de Kamer op datum van 26 februari 1997, is er overeengekomen om geen subcategorie A1 in te voeren in de Belgische wetgeving en dit vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen.
3. Evenwel, krachtens de wetgeving die in voorbereiding is, kan de houder van een Belgisch of een Europees rijbewijs van de categorie B, afgegeven sedert ten minste twee jaren, zonder een nieuw theoretisch of een praktisch examen af te leggen, een rijbewijs bekomen dat eveneens geldig is voor het besturen van voertuigen van de categorie A met een cilinderinhoud van maximaal 125 cm3 en een vermogen van maximaal 11 kW.
4. Het ontwerp van koninklijk besluit tot omzetting van de bepalingen van de richtlijn van de Raad 91/439/EEG betreffende het rijbewijs is opgesteld en de procedure voor de inwerkingtreding is ingeleid meer bepaald door het voeren van de betrokkenheid met de gewesten. De Interministeriële Conferentie van Verkeer en Infrastructuur is bijeengekomen op 31 juli 1997 en het overlegcomité op 17 september 1997. Het ontwerp van besluit komt op de ministerraad van 7 november 1997 en wordt vervolgens voor advies op één maand voorgelegd aan de Raad van State. Het is mijn bedoeling om deze nieuwe wetgeving in werking te laten treden in de loop van het eerste semester 1998.