Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-57

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Vervoer

Vraag nr. 115 van de heer Verreycken d.d. 11 juli 1997 (N.) :
Lichte bestelwagens. ­ Vervoer van ADR-producten.

Door een beroepschauffeur die dagelijks met een lichte bestelwagen onderweg is, wordt mij gesignaleerd dat de wetgeving op de ADR-attesten blijkbaar enkel nageleefd wordt door chauffeurs van zware vrachtwagens, die trouwens in de naleving van de betreffende wetgeving regelmatig gecontroleerd worden.

Lichte bestelwagens echter zouden ook zeer regelmatig ADR-producten vervoeren zonder hiervoor de nodige veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Mijn correspondent stelt : « in Vlaanderen toeren rijdende bommen rond met een op scherp staande ontsteker ».

Graag verneem ik van u wie buiten de bestuurder ook nog verantwoordelijk kan worden gesteld in geval overtredingen worden vastgesteld, wie de controleverplichtingen terzake heeft en welke stappen u kan nemen om de wetgevingen op ADR-transporten te doen naleven, ook door kleinere transporteurs en koerierbedrijven.

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

1. Randnummer 10400 (2) van het Europees Verdrag betreffende het Internationaal Vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) legt als volgt de algemene verantwoordelijkheid vast van degene die gevaarlijke goederen laadt : « Er mag niet geladen worden indien uit een controle van de documenten en een visueel nazicht van het voertuig en zijn uitrusting blijkt dat het voertuig of de bestuurder niet voldoen aan de reglementaire bepalingen. »

Ook de verzender draagt verantwoordelijkheden, zoals onder meer blijkt uit de volgende ADR-bepalingen :

­ Randnummer 2002 (3) : « Elk vervoer van goederen dat door onderhavige bijlage wordt gereglementeerd, moet vergezeld zijn van volgende twee documenten : a) een vervoerdocument dat ten minste de volgende gegevens bevat : de omschrijving van de goederen ... De afzender dient deze gegevens schriftelijk aan de vervoerder mede te delen ... »

­ Randnummer 2002 (9) : « De verzender moet ­ ofwel in het vervoerdocument ofwel in een afzonderlijke verklaring die in dit document is opgenomen of er aan is vastgehecht ­ bevestigen dat de aangeboden stof volgens de bepalingen van het ADR over de weg mag worden vervoerd en dat haar toestand, haar conditionering en desgevallend de verpakking het groot recipiënt voor losgestort vervoer of de laadketel en de etikettering conform zijn aan de voorschriften van het ADR. Wanneer meerdere goederen gezamenlijk verpakt zijn in éénzelfde buitenverpakking of in éénzelfde laadkist, moet de verzender bovendien verklaren dat deze gezamenlijke verpakking niet verboden is. »

­ Randnummer 10385 : « Met het oog op elk ongeval of incident dat zich tijdens het vervoer kan voordoen, moeten aan de bestuurder schriftelijke richtlijnen worden meegegegen ... Deze richtlijnen moeten door de verzender worden geleverd, en deze laatste is verantwoordelijk voor hun inhoud ... »

Deze bepalingen werden overgenomen in de richtlijn 94/55/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.

Het koninklijk besluit van 1 december 1994 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen stelt bovendien in artikel 3 : « Het is de verzender, de commissionair-expediteur, de vervoers-commissionair en de vervoerder verboden gevaarlijke stoffen te laden, te vervoeren, te doen laden of te doen vervoeren indien het vervoer niet voldoet aan de bepalingen van het ADR en van dit besluit. »

2. Voornoemd koninklijk besluit geeft in artikel 6 aan wie bevoegd is om controles op de weg uit te voeren betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen :

« Voor het vaststellen van overtredingen van de bepalingen van het ADR en van dit besluit zijn, behalve de officieren van gerechtelijke politie, bevoegd :

1) het personeel van de rijkswacht, het personeel van de gemeentelijke politie en het douanepersoneel bij de uitoefening van zijn dienst;

2) de ambtenaren en beambten van het bestuur van het Vervoer te land en van het bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur, die met een mandaat van gerechtelijke politie bekleed zijn. »

3. Een doorgedregen systematische controle op het naleven van de wetgevingen op ADR-transporten door kleinere transporteurs en koeriersbedrijven vraagt een inzet van terzake opgeleide mensen en materieel die de mogelijkheden van mijn diensten ver te boven gaan. De afdeling ADR van het bestuur van de Verkeersreglementering en van de Infrastructuur tracht dit op te vangen door geregeld opleidingssessies te organiseren voor alle leden van rijkswacht en politie die zulks wensen.