Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-948

van Alexander Miesen (MR) d.d. 27 april 2016

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Deutschsprachigen Gemeinschaft - Zahnärzte - Anzahl - Mangel - Analyse der Situation - Studien Duitstalige Gemeenschap - Tandartsen - Aantal - Tekort - Analyse van de situatie - Studies

Duitstalige Gemeenschap
tandarts
toegang tot het beroepsleven
tekort aan arbeidskrachten

Chronologie

27/4/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/5/2016)
13/6/2016Antwoord

Vraag nr. 6-948 d.d. 27 april 2016 :

In der Deutschsprachigen Gemeinschaft, wie in anderen ländlichen Gegenden, lässt sich beobachten, dass auf unsere Zahnärzte mehr und mehr Arbeit zukommt. Langjährig tätige Mediziner gehen in Rente und können nicht immer durch jüngere Zahnärzte ersetzt werden. Paradoxerweise laufen eine Vielzahl der angehenden Zahnärzte Gefahr, selbst bei erfolgreichem Studienabschluss nicht die Ärztezulassungsnummer zu erhalten, um den Beruf des Zahnarztes ausüben zu dürfen.

Die Problematik des Zahnärztemangels ist seit geraumer Zeit bekannt und wurde bereits am 24. November 2014 in Zusammenhang mit einer Interpellation zum Ärztemangel im Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft in Verbindung gebracht. Um die medizinische Grundversorgung durch die Zahnärzte in deutscher Sprache langfristig zu sichern, liegt es m.E. nahe, sich vorab einen detaillierten Überblick über die Ist-Situation zu verschaffen.

1) Ist die Anzahl der aktiven Zahnärzte und der Vollzeitäquivalente in der Deutschsprachigen Gemeinschaft aktuell bekannt ?

2) Gibt es Studien im Bereich Gesundheitsversorgung, die spezifisch die Situation der Zahnärzte in der Deutschsprachigen Gemeinschaft analysieren ?

___________________________________________

Zoals in andere landelijke streken stelt men ook in de Duitstalige Gemeenschap vast dat onze tandartsen steeds meer werk krijgen. Langdurig actieve tandartsen gaan met pensioen en kunnen niet altijd door jongere collega's worden vervangen. Paradoxaal genoeg dreigen heel wat toekomstige tandartsen geen toelatingsnummer te krijgen om het beroep van tandarts te mogen uitoefenen, ook al hebben ze hun diploma behaald.

De problematiek van het tandartsentekort is sinds geruime tijd bekend en werd reeds op 24 november 2014 ter sprake gebracht in het kader van een interpellatie in het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap over het artsentekort. Om de basisgezondheidszorg door Duitstalige tandartsen op lange termijn te waarborgen, ligt het mijns inziens voor de hand dat men vooraf een gedetailleerd overzicht van de huidige situatie krijgt.

1) Is het aantal actieve tandartsen en voltijdsequivalenten in de Duitstalige Gemeenschap momenteel bekend?

2) Bestaan er studies over gezondheidszorg waarin specifiek de situatie van de tandartsen in de Duitstalige Gemeenschap wordt onderzocht?

Antwoord ontvangen op 13 juni 2016 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Het kadaster van de beroepsbeoefenaars die het beroep mogen uitoefenen, bevat enkel het aantal tandartsen (gezondheidsbeoefenaars) niet het aantal voltijdse equivalenten (VTE). Men werkt met personen, niet met VTE’s. Conform die gegevens, zijn er momenteel veertig tandartsen geregistreerd in het kadaster.

De registratie van de Duitstaligen in het kadaster is gestart in juli 2015. Dat betekent dat het voor de zorgbeoefenaars, die vóór deze datum in het kadaster geregistreerd werden, niet mogelijk is om ze als Duitstalig te identificeren tenzij door de proxy van de woonplaats in een van de Duitstalige gemeenten te gebruiken.

Bovendien voeren wij, om de activiteit van gezondheidsbeoefenaars te bepalen, een koppeling uit van gegevens tussen het kadaster (federale overheidsdienst (FOD) VVVL), het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (geneeskundige verstrekkingen) en de datawarehouse « arbeidsmarkt ».

De laatste koppelingen waarover wij beschikken, zijn die voor de tandartsen en artsen. Ze zijn beschikbaar op onze site en hebben betrekking op de jaren 2004 tot 2012. Dat zijn de recentste gegevens die in ons bezit zijn. Men moet immers minstens twee jaar rekenen (reglementaire termijnen voor patiënten die hun zorgattesten indienen) om over de RIZIV-gegevens te beschikken, plus één jaar voor de uitvoering van het project.

Die laatste koppelingen laten ons niet toe de Duitstalige beoefenaars te identificeren.

De volgende gegevenskoppeling voor artsen en tandartsen is voorzien in 2018 (en heeft dus betrekking op de jaren 2004–2015). Voor die koppeling zullen de Duitstaligen geïdentificeerd worden volgens de proxy van hun woonplaats indien de Privacycommissie van de Kruispuntbank de vraag positief beantwoordt. Pas dan kan dus een antwoord worden gegeven op uw tweede vraag.