Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-691

van Christie Morreale (PS) d.d. 30 juni 2015

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Ingebouwde veroudering - Bestrijding - Maatregelen

huishoudelijk apparaat
duurzame goederen
elektronisch apparaat
levensduur van het product
onderhoud
etiketteren
consumentenvoorlichting
circulaire economie

Chronologie

30/6/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/7/2015)
16/7/2015Antwoord

Vraag nr. 6-691 d.d. 30 juni 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

Ingebouwde veroudering is thans bekend als een bijverschijnsel van de consumptiemaatschappij: fabrikanten beperken bewust de levensduur van een product om de consumenten ertoe aan te zetten een nieuw te kopen.

Het meest verspreide type veroudering is de veroudering wegens “functioneel gebrek”: de producenten zorgen ervoor dat wanneer één enkel en uniek stuk uitvalt, het volledige toestel niet meer werkt. Dat is het geval voor elektrische of elektronische toestellen zoals televisies, draagbare telefoons, wasmachines of computers.

Deze problemen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat omdat ze betrekking hebben op gedeelde bevoegdheden van de verschillende bestuursniveaus. Het gaat immers om een federale aangelegenheid die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelgebieden inzake leefmilieu, duurzame ontwikkeling,...

In dat verband heeft onze fractie in oktober 2011 een voorstel van resolutie ingediend “om de ingebouwde veroudering van energiegerelateerde producten tegen te gaan”. De resolutie werd op 1 februari 2012 door de Senaat aangenomen (stuk Senaat nr. 5-1251/4 – 2011/2012).

Daarin werd gewezen op de mogelijkheid om de levensduur van een product te vermelden zodat de consument ervan op de hoogte is, alsook op het promoten van herstelbare producten. Dit fenomeen brengt voor de gezinnen veel kosten met zich mee.

Bent u van plan op te treden tegen deze ingebouwde veroudering, die uiteraard nefast is voor ons leefmilieu? Welke maatregelen hebt u genomen om herstelbare producten te promoten en op te treden tegen deze meer dan verwerpelijke praktijk?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2015 :

De mogelijkheid om een product te herstellen hangt vooral af van de manier waarop dat product ontworpen is (bijvoorbeeld mogelijkheid tot ontmanteling) en van de informatie die daarover beschikbaar is (bijvoorbeeld reparatiehandboeken). Naast thema's als hergebruik, hergebruik van bepaalde onderdelen en recycling staat het thema van de herstelling momenteel centraal in de besprekingen in het kader van het Europese dossier rond circulaire economie en het doeltreffend gebruik van hulpbronnen.

Mijn administratie volgt dit dossier van dichtbij op, dat trouwens tot 20 augustus openbaar geraadpleegd kan worden (http://ec.europa.eu/environment/consultations/closing_the_loop_en.htm).

Nog steeds in het kader van dit Europese dossier is de Commissie van plan om tegen eind 2015 het Europees Comité voor normalisatie (CEN) de opdracht te geven om op transversale wijze criteria te ontwikkelen voor « producten en efficiënt gebruik van hulpbronnen ». Die criteria zullen vooral bedacht worden voor producten die energie verbruiken die al gereglementeerd zijn in het kader van de richtlijn Ecodesign (2009/125/EG), waarvan de toepassing op federaal vlak ligt. Het thema van de herstelling zal deel uitmaken van deze opdracht. Net zoals andere Lidstaten het zouden kunnen doen, zal België bekijken of het opportuun is om de komende maanden of jaren op Europees niveau voorstellen in te dienen voor productnormen waarmee voldaan kan worden aan het kader dat door het CEN zal worden vastgelegd.

Wat de thema's garantie en beschikbaarheid van reserveonderdelen betreft, verwijs ik u door naar mijn collega, Kris Peeters, minister van Economie.