Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-685

van Christine Defraigne (MR) d.d. 26 juni 2015

aan de minister van Justitie

Statuut van het dier - Erkenning als wezen met gevoel - Burgerlijk Wetboek - Wijziging

burgerlijk recht
huisdier
welzijn van dieren
dierenbescherming
rechtstoestand

Chronologie

26/6/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/7/2015)
28/1/2016Antwoord

Vraag nr. 6-685 d.d. 26 juni 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

In Frankrijk, Duitsland en Zwitserland is het statuut van het dier erop vooruitgegaan en heeft het een bijzondere plaats gekregen in het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 13 van het Europees Verdrag verplicht de lidstaten “ten volle rekening te houden met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren, als wezens met gevoel”

Volgens de gegevens van de federale overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie, telde ons land in 2012 1.427.845 honden en 2.254.672 katten. De Belgen hebben 1.228.506.600 euro gespendeerd aan hun huisdieren.

In België is tot nog toe geen wijziging doorgevoerd in het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het juridisch statuut van het dier.

Het lijkt nochtans onontbeerlijk om het dier in het Burgerlijk Wetboek te definiëren als een “wezen met gevoel”, een begrip waaruit zijn recht op welzijn voortvloeit en het te verwijderen uit de categorie goederen - een rangschikking die dateert uit de periode waarin het Burgerlijk Wetboek werd opgesteld, in 1804 .

De huidige juridische regeling voor het dier, opgenomen in de artikelen 524 en 528 van het Burgerlijk Wetboek, is niet toereikend en niet aangepast aan de realiteit zoals die omschreven is door de wetenschappers.

In die zin is in de Senaat een voorstel van resolutie ingediend (cf. Stuk Senaat nr. 6-196/1 – 2014-2015), en dat zou besproken moeten worden. De Waalse minister van Leefmilieu, Ruimtelijke ordening, Mobiliteit, Transport, Luchthavens en Dierenwelzijn, Carlo Di Antonio, verwacht tegen 2017 de erkenning van het dier als “wezen met gevoel” in de Code wallon du bien-ętre animal.

Mijn vraag betreft een transversale aangelegenheid, aangezien een wijziging van het Burgerlijk Wetboek een bevoegdheid blijft van het federale niveau. Als gevolg van de zesde staatshervorming zijn de bevoegdheden inzake dierenwelzijn evenwel geregionaliseerd. Een wijziging van het statuut van het dier zal dus een weerslag hebben op de bevoegdheden van de deelgebieden.

Wordt in uw departement momenteel nagedacht over de invoering van deze erkenning in het Burgerlijk Wetboek?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2016 :

De wetgevende evoluties die het geachte lid aanhaalt, zijn mij bekend.

Er werd een groep van deskundigen belast met de voorbereiding van een ontwerp van hervorming met het oog op de modernisering van de regels van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het zakenrecht. De vraag van het geachte lid werd aan die groep overgemaakt.

De werkzaamheden met betrekking tot het voorstel van resolutie om in het Burgerlijk Wetboek te erkennen dat een dier een levend wezen is met gevoel, zoals dit op 1 april 2015 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat nr. 6-196/1 – 2014/2015), worden eveneens aandachtig opgevolgd.

Intussen wordt in de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren een geheel van regels vermeld die reeds de mogelijkheid bieden een niveau van bescherming van de dieren te waarborgen dat vrij bevredigend lijkt en dat regelmatig evolueert.