Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-628

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 april 2015

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Dakloos- en thuisloosheid - Samenwerkingsakkoord met de Gewesten van 2014

dakloze
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)

Chronologie

29/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
29/5/2015Antwoord

Vraag nr. 6-628 d.d. 29 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2014 werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale overheid en de Gewesten inzake dakloos- en thuisloosheid.

1. Welke concrete acties werden er in 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met het Waals Gewest?

2. Welke concrete acties werden er in 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met het Vlaamse Gewest?

3. Welke concrete acties werden er in 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Duitstalige Gemeenschap?

4. Welke concrete acties werden er in 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

5. Over welk bedrag beschikt de staatssecretaris om in het kader van dit samenwerkingsakkoord projecten op te zetten tijdens dit werkjaar?

6. Werden er op deze begrotingspost besparingen opgelegd?

7. Meent de staatssecretaris dat dit samenwerkingsakkoord nog zin heeft en zullen er voor deze samenwerking ook de nodige budgetten worden uitgetrokken tijdens de rest van deze legislatuur?

8. Hoe evalueert de staatssecretaris dit samenwerkingsakkoord?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2015 :

Wat betreft de vragen 1) tot en met 4) dient er opgemerkt te worden dat in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten inzake dak- en thuisloosheid van 12 mei 2014 er geen concrete acties met de onderscheiden Gemeenschappen en Gewesten uitgevoerd worden. Alle partijen die het samenwerkingsakkoord ondertekenden verbonden zich ertoe hun beleid tot voorkoming en bestrijding van de dak- en thuisloosheid voort te zetten, te coördineren en op elkaar af te stemmen op basis van volgende principes :

– een beleid tot voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid is een inclusief, globaal, geïntegreerd en gecoördineerd beleid. Dit wil zeggen dat het moet gevoerd worden op alle beleidsniveaus (nationaal, regionaal, provinciaal en lokaal) en dat het moet uitgetekend worden in actieve dialoog met de direct betrokkenen en / of hun organisaties ;

– een beleid tot voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid dient op mekaar afgestemd te zijn en vereist een duidelijke afbakening van ieders bevoegdheden en verantwoordelijkheden. In situaties waarin de bevoegdheden van eenieder niet formeel zijn afgebakend, zullen de ondertekende partijen zich niet beroepen op de regels voor de bevoegdheidsverdeling om zich te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid. Zij verbinden zich er toe om in dat geval gemeenschappelijke concrete oplossingen te vinden ;

– een beleid tot voorkoming en tot bestrijding van dak- en thuisloosheid vereist duidelijkheid over en een zo groot mogelijke zichtbaarheid van het bestaand aanbod van beschikbare diensten en instrumenten.

5) Met de uitvoering van het samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid is geen specifiek budget verbonden.

6) Aangezien er geen specifiek budget verbonden is aan het samenwerkingsakkoord, is de vraag zonder onderwerp.

7) en 8) Het samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid vormt een ideaal referentiekader om de samenwerking tussen de Gemeenschappen en de Gewesten en de federale overheid op gang te trekken zowel op korte termijn om de winteropvang in de meest optimale omstandigheden te organiseren als op langere termijn om via sociale innovatie nieuwe praktijken, gebaseerd op buitenlandse modellen die hun effectiviteit bewezen hebben, duurzame oplossingen in de strijd tegen de dakloosheid te ontwikkelen en te stimuleren, zoals bijvoorbeeld het experiment Housing First Belgium dat in 2013 met middelen van de Nationale Loterij in vijf Belgische grootsteden opgestart werd. Recentelijk nam ik de beslissing om dit experiment met een jaar te verlengen en uit te breiden naar drie middelgrote steden.