Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-600

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 april 2015

aan de eerste minister

Begrotingsnorm voor het jaar 2015 - Afspraken met de Brusselse Hoofdstedelijke regering voor de 19 Brusselse gemeenten

begrotingsbeleid
EU-controle
rijksbegroting
gemeentebegroting
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
gemeente

Chronologie

23/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
29/5/2015Antwoord

Vraag nr. 6-600 d.d. 23 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De eerste minister hecht veel belang aan een goede samenwerking tussen de federale overheid en de deelgebieden. Ook op het vlak van het begrotingswerk is een samenwerking noodzakelijk.

De federale overheid heeft met de EU afspraken gemaakt aangaande de te halen begrotingsnorm voor het jaar 2015.

Daar België een federale staat is, met naast de federale overheid ook nog Gewesten en Gemeenschappen en bovendien ook nog de lokale en provinciale besturen, dient de Europese afspraak ook door alle bevoegde beleidsverantwoordelijken ondersteund te worden.

Daarvoor is natuurlijk een overleg noodzakelijk met alle bevoegde entiteiten.

De Brusselse hoofdstedelijke regering is bevoegd voor de 19 Brusselse Gemeenten.

1. Wat is de begrotingsdoelstelling die met de EU werd overeengekomen voor heel België voor 2015?

2. Hoe werd de Brusselse hoofdstedelijke regering betrokken bij het vastleggen van deze begrotingsdoelstelling met de EU?

3. Welke begrotingsinspanning zal de Brusselse hoofdstedelijke regering op zich nemen voor het jaar 2015?

4. Werd deze doelstelling afgesproken met de Brusselse Hoofdstedelijke regering als verantwoordelijke voor de 19 Brusselse gemeenten?

5. Wanneer had dit overleg plaats?

6. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de federale regering en zo ja, wanneer?

7. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de Brusselse hoofdstedelijke regering en zo ja, wanneer?

8. Werden deze afspraken ook vastgelegd op een overlegcomité?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2015 :

Het Stabiliteitsprogramma 2015-2018, dat op 30 april 2015 naar de Europese Commissie werd opgestuurd, voorziet in een verbetering van het structurele saldo van België met 0,72 % van het bbp voor 2015. Het structurele saldo dient dat jaar dus -2,0 % van het bbp te bereiken, terwijl het nominale saldo -2,5 % van het bbp zou bedragen.

De deelgebieden werden herhaaldelijk betrokken bij de uitwerking van het Stabiliteitsprogramma 2015-2018. Twee interfederale technische vergaderingen vonden plaats op 23 en 28 april 2015. Het Overlegcomité kwam vervolgens bijeen op 29 april 2015 en nam akte van het document dat onder meer voorziet in een structureel begrotingsevenwicht voor alle overheden in 2018.

Wat de Vlaamse Gemeenschap voor 2015 betreft, heeft de Vlaamse regering besloten het begrotingstekort te beperken tot 548 miljoen euro (0,13 % van het bbp), met behulp van structurele maatregelen (147 miljoen euro of 0,04 % van het bbp), eenmalige maatregelen (149 miljoen euro of 0,04 % van het bbp) en van een hervorming van de belasting op schenkingen (57 miljoen euro of 0,01 % van het bbp). De regering wil opnieuw een begrotingsevenwicht bereiken in 2017 en het behouden in 2018.

Wat de Franse Gemeenschap voor 2015 betreft, voorziet de begrotingsdoelstelling, zoals die eind april 2015 werd geraamd, in een netto te financieren saldo van 251 miljoen euro.

Wat het Waals Gewest voor 2015 betreft, is de regering overgegaan tot een aanpassing van 205 miljoen euro teneinde haar tekort te beperken tot 685 miljoen euro (0,17 % van het bbp).

Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, werd de oorspronkelijke begroting 2015 ingediend met een nominaal evenwicht overeenkomstig het Brusselse regeerakkoord dat voorziet in een begroting in evenwicht tijdens de legislatuur 2014-2019.

Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, bedraagt het voorziene nominale saldo voor 2015 -41,5 miljoen euro en het structurele saldo -39,0 miljoen euro.