Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-396

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 januari 2015

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Congolese en Marokkaanse gemeenschappen - Uitspraken - Gevolgen - Bilaterale contacten met de Gemeenschappen en zelforganisaties

Marokko
Democratische Republiek Congo
culturele identiteit
integratie van migranten
etnische groep

Chronologie

15/1/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/2/2015)
8/9/2017Rappel
16/11/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2145

Vraag nr. 6-396 d.d. 15 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In mijn parlementaire vraag nr. 6-230 van 14 november 2014 vroeg ik of de staatssecretaris al ernstig overleg had gepleegd met de Gewesten en Gemeenschappen en via deze laatsten met de lokale en bovenlokale etnisch-culturele zelforganisaties van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen.

In zijn zeer beperkt antwoord van 12 januari 2015 schrijft de staatssecretaris: " Sedert mijn aantreden in oktober heb ik volop ingezet op het leggen van bilaterale contacten. Zo kan ik u meedelen dat ik reeds verschillende delegaties heb ontvangen."

1) Kan de staatssecretaris mij meedelen wanneer hij gesprekken heeft gevoerd met de Gewesten en de Gemeenschappen over zijn uithaal naar de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen? Met wie heeft hij die gesprekken gevoerd?

2) Wanneer heeft de staatssecretaris contact gehad met de verschillende lokale en bovenlokale etnisch-culturele zelforganisaties van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen?

3) Hoe reageerden deze lokale en bovenlokale zelforganisaties op de uitspraken van de staatssecretaris?

4) Hebben de gemeenschapsministers bevoegd voor Cultuur en Integratie zich uitgesproken over de ongelukkige uitspraken van de staatssecretaris?

5) Is de staatssecretaris het met mij eens dat we vandaag veeleer moeten verbinden in plaats van verdelen en dat zijn uitspraken bijzonder kwetsend waren voor belangrijke groepen in onze samenleving?

6) Is de staatssecretaris bereid om in zijn beleid de Gemeenschappen te betrekken, zodat hij een beter zicht krijgt op de maatschappelijke problemen en uitdagingen en op de meerwaarde van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen in ons land?