Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-377

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 januari 2015

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Wapens - Verkoop en aankoop door het Belgisch leger

krijgsmacht
bewapening
wapenhandel
aankoop
verkoop
officiële statistiek
Israël
Saoedi-Arabië

Chronologie

8/1/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2015)
19/2/2015Antwoord

Vraag nr. 6-377 d.d. 8 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tussen 1991 en 2003 werden de grootste onderdelen van het Belgisch beleid inzake buitenlandse wapenhandel een bevoegdheid van de Gewesten. Er werd sindsdien een zekere communautaire rust gerealiseerd, althans inzake de wapenexportdossiers. Maar er resten nog steeds bevoegdheden inzake wapenhandel bij de federale overheid. Daardoor is het uiterst moeilijk en moeizaam om een globaal overzicht te verwerven van de buitenlandse wapenhandel van ons land.

Exportcontrole vraagt in alle landen samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten, maar de verdeling over de verschillende constitutionele entiteiten van de Belgische federatie voegt hier nog een laag van complexiteit aan toe. Dat wordt duidelijk wanneer we de wetgevende en de controlerende taak van de parlementen inzake de controle op wapenhandel van nabij bekijken. Volksvertegenwoordigers kunnen in hun halfrond slechts op deelaspecten van de omvattende wapenhandelproblematiek ingaan.

Federale parlementsleden kunnen toezicht houden op en koppelingen maken tussen het Belgische buitenlandse veiligheidsbeleid (Buitenlandse Zaken), de verkoop en export door het Belgisch leger (Defensie en Economische Zaken), de erkenning van wapenhandelaars en tussenhandelaars (Justitie), de bestrijding van illegale wapenhandel door de politie (Binnenlandse Zaken), nucleaire non-proliferatie (Energie), de efficiëntie van grenscontrole door de douane (Financiën) en de beveiliging van de Nationale en regionale luchthavens (Mobiliteit en Binnenlandse Zaken).

Parlementsleden uit de Gewest- en Gemeenschapsparlementen controleren op hun beurt het beleid inzake in-, uit-, en doorvoer van wapens, militair materiaal en goederen voor tweeërlei gebruik door particulieren, handelaars en producenten (Buitenlandse Handel), de regelgeving inzake de jacht (Leefmilieu) en sportschutters (Sport), en gebruik van folkloristische wapens (Cultuur).

Het ontwikkelen en aanhouden van een coherente visie, het aankaarten van problemen en het lanceren van nieuwe voorstellen zijn in deze context uitermate moeilijk.

Maar daar ligt een taak en opdracht van de Senaat die net inzake deze transversale bevoegdheden een onderzoek kan voeren.

In het kader van de voorbereiding van een informatieverslag ter zake verzoek ik de minister een antwoord te verstrekken op volgende vragen:

1. Welke wapens (type en hoeveelheid) heeft het Belgisch leger de voorbije jaren 2012, 2013 en 2014 verkocht en aangekocht?

2. Bij wie werden deze wapens door het Belgische leger aangekocht tijdens deze jaren?

3. Aan wie verkocht het Belgische leger wapens tijdens deze jaren?

Graag dus een overzicht per wapen: waar of van wie het aangekocht werd en wanneer.

4. Wat was de kostprijs van de aangekochte wapens en dit per aankoop in de jaren 2012, 2013 en 2014?

5. Wat was de verkoopprijs van de verkochte wapens en dit per verkoop in de jaren 2012, 2013 en 2014?

6. Op welke wijze wordt de recent omgezette Europese richtlijn inzake de overdracht van defensiegoederen tussen de EU-lidstaten uitgevoerd en opgevolgd? Is er een rapport over deze overdracht? Over welke overgedragen defensiegoederen gaat het? Waar, wanneer en hoe werden deze defensiegoederen overgedragen in de jaren 2012, 2013 en 2014?

7. Werden er wapens gekocht of geleverd aan landen waar één of meerdere Gewesten géén wapenleveringen voor goedkeuren? In concreto, werden er tijdens de jaren 2012, 2013 en 2014 wapens van of voor het Belgisch leger verkocht of aangekocht aan landen waar Vlaanderen of Wallonië geen wapenexport voor goedkeurt? Zijn er contracten en contacten geweest met onder andere Saoedi-Arabië en Israël?

8. Hoe zal de minister ervoor zorgen dat er een grondige politieke en maatschappelijke controle en een debat mogelijk zal zijn over de wapenexport en wapenaankopen van en door het Belgisch leger?

Antwoord ontvangen op 19 februari 2015 :

Vraag 1) tot en met 5)

De federale overheidsdienst (FOD) Economie – dienst Vergunningen is enkel bevoegd voor het afleveren van de in- en uitvoervergunningen voor het Belgische leger en de federale politie. Een vergunning behelst enkel de toelating voor het in- of uitvoeren van wapens, munitie en militair materiaal. De toegestane transacties worden niet noodzakelijk uitgevoerd.

Wat betreft de toegestane en geweigerde vergunningen, per land en per type product, verwijs ik naar de rapporten die elk semester bij het Parlement worden ingediend. Hier is een overzicht van de afgeleverde vergunningen :

UITVOER



2012

2013

2014

Bestemming


Aantal vergunningen

Waarde in euro

Aantal vergunningen

Waarde in euro

Aantal vergunningen

Waarde in euro

Frankrijk

ML2

1

10 000

2

512 973

1

2 500 000

ML3



1

2 500 000



ML4

1

5 000 000

2

5 050 000



Duitsland

ML2

2

3 500 000

2

3 500 000

1

2 500 000

ML3



4

29 700 000

6

96 500 000

ML6

1

126 315



1

9 311

ML11

2

2 500 000

2

2 500 000

1

100 000

UK

ML2





1

2 500 000

ML3



1

2 500 000



ML10

2

10 000 000

2

10 000 000



Italië

ML3





2

780 000

Denemarken

ML4



1

300



Tsjechië

ML3



1

1 000

1

5 000

Estland

ML6



1

352 500



Bulgarije

ML3



1

10 000

5

99 008

ML4



1

1 200

1

19 887

Spanje

ML2



1

50 000



Oostenrijk

ML6



1

6 000 000



EU (globaal)

-



2




Zwitserland

ML4



1

50 000



ML6

1

2 000 000

1

2 700 000

2

8 000 000

ML11

1

100 000





Noorwegen

ML2





2

2 920 000

ML3





1

8 000 000

USA

ML2



2

5 000 000

1

2 500 000

Benin

ML13



1

18 000



Mali

ML11



1

128 032



Libanon

ML6



1

48 010



Jordanië

ML6

1

154 500





Brazilië

ML3



1

81



ML4



1

680



INVOER



2012

2013

2014

Herkomst


Aantal vergunningen

Waarde in euro

Aantal vergunningen

Waarde in euro

Aantal vergunningen

Waarde in euro

Frankrijk

ML4

1

500 000





ML10

1

2 500 000





Duitsland

ML3

6

996 500





ML6

2

2 050 000





ML11

1

45 000





Spanje

ML2

2

1 150 000





ML4

3

1 900 000





Oostenrijk

ML6

1

500 000





Noorwegen

ML2



1

2 500 000

2

2 920 000

ML3



1

1 000



ML4

1

5 000 000

1

100 000

2

20 000

ML10

1

5 000 000





Zwitserland

ML4

1

100 000

1

200 000



ML6

1

10 000 000

1

10 000 000

1

10 000 000

ML11



2

110 000

1

200 000

Turkije

ML6

1

500 000





USA

ML2



1

2 500 000

2

3 100 000

ML3



2

-



ML4





1

5 000

ML10

2

10 000 000





ML11

1

16 691

1

870 000



Canada

ML4



1

1 500 000



Brazilië

ML3

1

10 000

1

150 000



ML4



1

10 000



ML10



1

1 000 000



Israël

ML2





2

13 000 000

ML3

1

500 000

1

2 109 510

1

2 500 000

ML4

1

150 000



1

2 500 000

De federale overheidsdienst (FOD) Economie beschikt enkel over de gegevens van de opgemaakte vergunningen en heeft bijgevolg geen informatie over de werkelijke in- en uitvoer en de kost- en verkoopprijs van aangekochte en verkochte wapens. Voor meer informatie hierover dient men zich tot de minister van Defensie te richten.

Vraag 6)

Krachtens artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen gebeurde de omzetting van de Europese richtlijn inzake de overdracht van defensiegoederen binnen de Gemeenschap door de respectievelijke bevoegde gewestelijke overheden, behalve wat betreft de wapens van het leger en de politie. Op het niveau van de federale restbevoegdheid gebeurde de omzetting door het koninklijk besluit van 14 december 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie. Voor de intracommunautaire handel is er een vereenvoudigde administratieve procedure ingevoerd waarbij er echter niet geraakt werd aan de inhoudelijke aspecten van het beleid inzake internationale wapenhandel. Voor een intracommunautaire overdracht moet nog enkel een uitvoervergunning aangevraagd worden, de invoervergunning is niet langer verplicht. Er is ook een mogelijkheid voorzien om globale overdrachtsvergunningen af te leveren.

Tot op heden werden slechts twee globale overdrachtsvergunningen afgeleverd (in 2013). Deze vergunningen hebben betrekking op overdrachten naar strijdkrachten van EU-lidstaten en naar gecertificeerde personen.

Het leger dient een gedetailleerd en volledig overzicht van de overdrachten en exporten bij te houden. Deze overzichten omvatten volgende informatie :

1° de beschrijving van het defensiegerelateerde product en de referentie krachtens de gemeenschappelijke Europese Unie-lijst van militaire goederen ;

2° de hoeveelheid en waarde van het defensiegerelateerde product ;

3° de data van de overdracht ;

4° naam en adres van de leverancier en van de afnemer ;

5° het eindgebruik en de eindgebruiker van het defensiegerelateerde product ; en

6° het bewijs dat de informatie over een aan een vergunning verbonden uitvoerbeperking is meegedeeld aan de afnemer van deze defensiegerelateerde producten.

Deze gegevens kunnen door de dienst Vergunningen van de FOD Economie worden opgevraagd.

Vraag 7)

Aanvragen voor de uitvoer van wapens en militaire materiaal naar de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)- en EU-lidstaten en daarmee gelijkgestelde landen (Australië, Japan, Nieuw Zeeland en Zwitserland) worden in beginsel door de dienst Vergunningen van de FOD Economie afgehandeld. De aanvragen voor uitvoer naar alle overige landen, worden voor advies voorgelegd aan de FOD Buitenlandse Zaken. Bij de beoordeling van de aanvragen door de FOD Buitenlandse Zaken wordt, met inachtneming van de aard van het goed, de eindbestemming en de eindgebruiker, rekening gehouden met de criteria van de Europese gedragscode voor wapenuitvoer van 8 juni 1998. Het advies van Buitenlandse Zaken wordt steeds opgevolgd. Voor de invoer zijn er geen beperkingen. Bij mijn weten volgen de Gewesten dezelfde handelswijze en worden vergunningen toegestaan en geweigerd voor dezelfde landen. Uitvoervergunningen voor goederen met bestemming Saoedi-Arabië en Israël werden niet aangevraagd. Er welden wel invoervergunningen toegestaan met goederen herkomst Israël. Wat betreft de contacten met deze landen zijn mijn diensten niet op de hoogte.

Vraag 8)

De rapporten worden overgemaakt aan het Parlement en er kan steeds een debat plaatsvinden. Binnen de regering kan dit besproken worden met de minister van Defensie en de eerste minister.