Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-301

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 9 december 2014

aan de minister van Justitie

Beursgenoteerde bedrijven - Raad van bestuur - Vrouwelijke bestuurders - Wettelijke voorwaarden - Toezichtprocedure

gendermainstreaming
beursnotering
raad van bestuur
gelijke behandeling van man en vrouw
participatie van vrouwen

Chronologie

9/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2015)
24/11/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-300
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-302

Vraag nr. 6-301 d.d. 9 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : de gevolgen voor de bevoegdheden van de Gemeenschappen en / of de Gewesten zijn de volgende. De Senaat is ter zake bevoegd omdat deze materie aan de bevoegdheden van de deelstaten raakt in geval zij bevoegd (zouden) zijn om bestuurders af te vaardigen in beursgenoteerde bedrijven waarvan de overheid (met inbegrip van de deelstaten) ook aandeelhouder (zou zijn) is.

In ons land werd in juli 2011 al een wet goedgekeurd die beursgenoteerde bedrijven verplicht om hun raden van bestuur voor minstens 30 % uit vrouwen te laten bestaan. Voor die wet is evenwel in een overgangsperiode en een trapsgewijze invoegetreding voorzien. Grote bedrijven hebben zes jaar gekregen om aan de norm te voldoen, kleine en middelgrote bedrijven acht jaar. Als ze niet aan die voorwaarden voldoen kunnen sancties volgen.

Hiervoor is natuurlijk toezicht nodig.

Daarom wordt de minister verzocht mee te delen welke toezichtprocedure is ingesteld om te controleren of de geviseerde bedrijven aan de wettelijke voorwaarden voldoen.

Antwoord ontvangen op 24 november 2015 :

Bij gebreke van vermelding van enig specifiek toezichtsorgaan in de wet zelf van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van vennootschappen en de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij teneinde te garanderen dat vrouwen zitting hebben in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, de genoteerde vennootschappen en de Nationale Loterij, gelden volgende principes :

– in de mate dat elke schending van de wet noodzakelijkerwijs een burgerlijke fout uitmaakt die de aansprakelijkheid van de dader van de handeling verbindt, kan elke benadeelde in rechte overgaan tot een herstelvordering ;

– voor het geval bepaald in het artikel 518bis, § 4, van het Wetboek van vennootschappen, geldt de van rechtswege nietigheid.