Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2192

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 15 januari 2019

aan de minister van Begroting en van Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid

Federale musea - Wetenschappelijke instellingen - Algemeen Rijksarchief - Gestolen of verdwenen kunstwerken - Stand van zaken en inventaris - Regels inzake bruikleen

federale wetenschappelijke en culturele instellingen
museum
archief
kunstvoorwerp
diefstal
zaakregister

Chronologie

15/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1792

Vraag nr. 6-2192 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een goede preventie van diefstal in musea en archieven veronderstelt de gedetailleerde opname en omschrijving van elk stuk in een inventaris met foto, waarbij een regelmatige standplaatscontrole plaatsvindt.

Ook moeten er duidelijk regels worden toegepast voor bruiklenen, waarbij de termijn beperkt is in duur en er een systematische opvolging geschiedt van de bruiklenen.

De federale overheid is in ons land nog steeds bevoegd voor vele prachtige collecties in diverse musea, zoals de Musea voor Kunst en Geschiedenis, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Musea voor Schone Kunsten. Aangezien in sommige musea tot 80 % van de collectie in archief / depot zit, is een permanente opvolging aangewezen.

Motivatie van het transversaal karakter van de vraag : deze vraag betreft een transversale gemeenschapsaangelegenheid (cultuur en media). De bescherming van ons cultuurpatrimonium is een gedeelde bevoegdheid, waarbij het federale luik eerder de handhaving betreft van de federale musea en de wetenschappelijke instellingen en het daarin opgenomen cultuurpatrimonium.

In dit kader heb ik volgende vragen voor u :

1) Kunt u gedetailleerd en respectievelijk per museum en voor het Algemeen Rijksarchief aangeven of er ook binnen hun collecties stukken zoek zijn ? Kan per museum gedetailleerd worden aangegeven waarover het gaat en wat de geschatte waarde is ?

2) Kunt u meedelen of er per museum regelmatig standplaatscontroles plaatsvinden van de algehele inventaris en er systematisch wordt bijgehouden waar welke stukken zich bevinden en dit in alle federale musea, in de wetenschappelijke instellingen en de daarin opgenomen collectiestukken, en het Rijksarchief ? Zo neen, waarom niet ? Acht u dit niet aangewezen ?

3) Kunt u toelichten hoeveel het totaal aantal vermiste stukken uit de federale musea en het Rijksarchief bedraagt ? Om welke waarde gaat het in het totaal ?

4) Hoeveel van de verdwenen stukken werden er teruggevonden ? Kunt u deze cijfers desgevallend duiden ?

5) Wat zijn de regels inzake bruikleen en dit in het bijzonder wat betreft de bruikleen aan federale instellingen, administraties of beleidscellen ? Hoe verloopt de opvolging ervan ? Wordt er ook hier jaarlijks een actieve inventaris gemaakt die gecontroleerd wordt ? Kan dit zeer gedetailleerd worden toegelicht, gezien dit in het verleden soms aanleiding gaf tot problemen ?

6) Meent u dat de regels – en vooral de daadwerkelijke opvolging en controle – moet worden aangescherpt ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kan dit gedetailleerd worden toegelicht ?

7) Kunt u meedelen of er voor alle verdwenen stukken uit de federale musea een klacht werd ingediend ? Werd een gedetailleerde fiche van elk kunstwerk ook systematisch doorgegeven aan de cel « Kunst en Antiek » bij de federale politie met het oog op opname in de databank ?

8) Kunt u meedelen of er de jongste drie jaar nog stukken verdwenen zijn uit de federale musea ? Zo ja, om hoeveel stukken gaat het ? Kunt u ze omschrijven en meedelen of deze internationaal werden geseind ? Welke lessen werden hieruit getrokken ?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

1) In tegenstelling met de recente verliezen in de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) (zie antwoord op vraag 8) zijn de historisch verliezen, daterend over een periode van 100 à 150 jaar, moeilijk te kwantificeren en nauwkeurig te detailleren. Bepaalde FWI's, waaronder de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB), hebben op hun intranet echter een afbeelding van de ontbrekende schilderijen gepubliceerd, waardoor de bevoegde autoriteiten elementen ter beschikking krijgen die het mogelijk maken om, indien nodig, onderzoek uit te voeren met betrekking tot deze werken.

Wat de schatting van de waarde van gestolen werken betreft, blijkt dit moeilijk te zijn. De prijsschommelingen op de kunstmarkt en de afwezigheid van dergelijke werken, staan geen fysieke evaluatie toe die rekening houdt met de staat van instandhouding van objecten.

2) Buiten de controle door het Rekenhof uitgevoerd in de FWI, zijn meer bepaald de conservators en collectiebeheerders verantwoordelijk voor een toezicht op en het onderhouden van de deelverzamelingen van het museum die zij beheren. Het is duidelijk dat het verslag van het Rekenhof heeft bijgedragen aan een grotere bewustwording van dit probleem. De registrators van de federale musea staan in voor alle historische en artistieke cultuur- of wetenschappelijke voorwerpen die de instelling verlaten of binnenkomen, zoals bijvoorbeeld voor tijdelijke tentoonstellingen. Bij de federale musea wordt elk uitgeleend stuk (en vice versa) door de conservators begeleid naar de instelling die de bruikleen aanvroeg en wordt naast de eigenlijke 'tijdelijke' overdracht van kunstwerken of cultuurgoederen eveneens de conservatie- en materiële toestand van het voorwerp gecontroleerd en beschreven. Het Algemeen Rijksarchief (RA) houdt jaarlijks een recollement van hun archieven en andere FWI voeren selectief en via steekproeven een permanente controle op hun collecties.

3) Precieze cijfers zijn inaccuraat en onmogelijk om te geven, omdat de (deel)inventarissen uit het verleden (van alle federale musea) niet steeds onder een voorwerp één inventarisnummer wordt verstaan, soms kregen ook deelverzamelingen één nummer. (Archiefbescheiden tellen meer dan één archiefstuk.) Sinds alle federale wetenschappelijke instellingen meer dan honderd jaar actief zijn, sommige bestaan meer dan tweehonderd jaar, en de meeste verliezen in het verleden plaats vonden bij o.a. bruiklenen (aan diverse ministeries) of in tijden van conflict (twee wereldoorlogen) of calamiteiten als brand. Gezien deze omstandigheden is het onmogelijk om accurate cijfers te geven in een historisch perspectief. Gedurende het laatste decennium werden inhaalbewegingen op het vlak van inventarisatie en bewaarplaatscontroles uitgevoerd door de federale wetenschappelijke instellingen, waardoor een zicht werd verkregen op de vermiste voorwerpen, waarbij de waardebepaling secundair was tegenover de identificatie. De verstrengde regels van bruiklenen in de FWI, evenals de professionalisering zorgt er voor dat deze historische 'verdwijningen' momenteel niet meer voorkomen.

4) Op regelmatige basis worden voorwerpen uit de collecties van de FWI, intern en extern, gelokaliseerd en teruggevonden. Over het algemeen gaat het om honderden historische objecten en kunstwerken van de afgelopen 20 jaar. Met betrekking tot alle collecties, vertegenwoordigt dit iets minder dan 1% van hun totaliteit.

5) Elke FWI heeft strikte bruikleenvoorwaarden die terug te vinden zijn op hun website. Men kan er naast de bruikleenmodaliteiten, een volledige administratieve behandeling en opvolging terugvinden met inbegrip van verzekering, transportvereisten en de conservatiestaat van de stukken. Uitieindelijk geven de Algemene Directeuren van de FWI al dan niet toestemming voor het uitlenen van voorwerpen, op advies van de conservators en onder de hierboven geschetste modaliteiten. De registrators van de federale musea staan in, in samenspraak met de conservators en de commissarissen van de tijdelijke tentoonstellingen van de federale musea, voor de opvolging van de bruiklenen en de optimale terugkeer van de stukken. Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, worden de Algemeen Directeur en de directieraad van de instelling op de hoogte gebracht.

6) Indien er zich bijvoorbeeld "verdwijningen" of diefstallen voordoen, moeten de bevoegde instanties waaronder mijn Beleidscel en mijn administratie van Wetenschapsbeleid op de hoogte gebracht worden door de FWI en zodat de vereiste stappen worden ondernomen op het niveau van de bevoegde autoriteiten. De FWI verantwoordelijken moeten er ook voor zorgen dat, in het kader van een efficiënt beheer, de nodige preventieve maatregelen genomen worden. Daarbij komt nog het doorlopende digitaliseringsproces dat het mogelijk maakt om volledige databases te maken, dit vergemakkelijkt het toezicht op en de overdracht van informatie aan de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het zoeken naar gestolen objecten.

7) De federale musea staan terzake in nauw contact met Wetenschapsbeleid voor de juridische aspecten en met de federale politie. Indien er collectiestukken verdwijnen, wordt een klacht neergelegd. De FWI leveren ook hun expertise aan de federale politie in het identificeren en het authentificeren van artistieke en historische voorwerpen die door de federale politie teruggevonden worden. Ook beschikt de federale politie in zijn databank over de gedocumenteerde historische verliezen van de KMSKB.

8) In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de Koninklijke Bibliotheek van België, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen zijn geen historische, artistieke en wetenschappelijke voorwerpen verdwenen gedurende de laatste drie jaar. De drie FWI van de pool Ruimte hebben geen recent vermiste cultuurgoederen of wetenschappelijk erfgoed meer gemeld.

Het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën (RA) voert jaarlijks gedurende een week een "recollement" (het aftoetsen en controleren van de fysieke stukken tegenover de inventarissen). Op basis hiervan werd vastgesteld dat 24 archiefnummers ontbraken voor de periode 2016-2018.

Bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) werden in maart 2017 drie historische pistolen uit de reserve van de wapencollectie ontvreemd en in januari 2018 13 bronzen uit de vitrine in de China-zaal. Elke keer werd een klacht neergelegd en aangifte gedaan bij de federale politie die de gegevens internationaal verspreid.

Hieruit blijkt dat de monitoringprocedures die van kracht zijn binnen het Algemeen Rijksarchief verder moeten worden geoptimaliseerd. Wat de KMKG betreft, lijkt het noodzakelijk om de vitrines beter te beveiligen en meer middelen te voorzien voor een effectievere beveiliging.