Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-198

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 november 2014

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën

Interfederaal centrum voor Gelijke kansen - Werking

Unia

Chronologie

3/11/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
14/7/2015Antwoord

Vraag nr. 6-198 d.d. 3 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het vroegere federale Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding werd in de vorige regeerperiode omgevormd tot een Interfederaal centrum voor Gelijke kansen. De federatie heeft hiermee een grotere rol toegekend aan de deelgebieden om samen dit centrum aan te sturen in de strijd voor meer gelijke kansen en de strijd tegen racisme.

Uit de samenstelling van dit centrum is nu gebleken dat er rabiate tegenstanders van een non-discriminatiebeleid door een van de gemeenschappen in de raad van bestuur werden benoemd. Het komt minstens bevreemdend over dat mensen als beheerders van een instelling worden benoemd die het bestaan en de kerntaak van dit instituut zelf in twijfel trekken. Men kan zich dan toch wel de vraag stellen of de gemeenschap in kwestie nog wel wil gaan voor de werking, uitbouw en opdracht van dit gelijkekansencentrum en of de samenwerking tussen de deelgebieden onderling en de deelgebieden en de federatie op dit vlak niet op de helling wordt gezet?

1) Kan de geachte staatssecretaris verklaren hoe het mogelijk is dat iemand die radicaal tegenstander is van een antidiscriminatiewetgeving toch een constructieve rol kan spelen als beheerder van een centrum dat net tot taak heeft om elke discriminatie aan te klagen?

2) Heeft zij naar aanleiding van dit feit contact opgenomen met de Vlaamse Gemeenschap om de zaak te laten uitklaren?

3) Zal de geachte staatssecretaris een voorname rol geven aan dit Interfederaal centrum binnen het beleid van non-discriminatie of is non-discriminatie geen belangrijk strijdpunt meer van de federale overheid?

4) Hoe hebben de andere deelgebieden gereageerd op die aanstelling vanuit de Vlaamse overheid?

5) Is er overleg gepland tussen de verschillende regeringsverantwoordelijken van de federatie en de deelgebieden voor het gelijke kansenbeleid en de non-discriminatie?

6) Hoe zal de geachte staatssecretaris duidelijk maken dat niettegenstaande deze onfrisse benoeming er toch een grote rol voor het Interfederaal centrum zal weggelegd worden?

Antwoord ontvangen op 14 juli 2015 :

Ik verwijs u graag naar het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tot oprichting van het Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme. Artikel 8 van dit samenwerkingsakkoord verduidelijkt namelijk dat de leden van de raad van bestuur aangeduid worden door de respectievelijke Parlementen.

Als Federaal staatssecretaris voor Gelijke Kansen valt de aanduiding van de leden van de raad van bestuur van dit onafhankelijke orgaan volkomen buiten mijn bevoegdheid. Het samenwerkingsakkoord schept de duidelijke bevoegdheid voor het Vlaamse Parlement. Mijn mandaat laat mij niet toe tussen te komen in de werking van het parlement. Noch kan ik als federaal staatssecretaris tussenkomen in de beslissingen van de Gewesten, gezien de bevoegdheidsverdeling vastgelegd in de bijzondere wet tot hervorming der instellingen.

Het beleid van de federale overheid gedurende de voorbije jaren is steeds geweest van een interfederale en onafhankelijke equality body op te richten, om aldus aan onze internationale en Europese verplichtingen te voldoen. Binnen mijn beleid doe ik veelvuldig beroep op deze instelling binnen haar functie van kenniscentrum. Het belang van de discriminatieproblematiek voor mijn beleid staat, logischerwijs, volkomen los van de samenstelling van de raad van bestuur van dit orgaan.