Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1870

van Christie Morreale (PS) d.d. 24 mei 2018

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Seksueel geweld - Opvang - Ziekenhuizen - Verplegers - Opleiding

seksueel geweld
ziekenhuis
verplegend personeel
beroepsopleiding

Chronologie

24/5/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/6/2018)
3/12/2018Rappel
17/1/2019Rappel
28/1/2019Antwoord

Vraag nr. 6-1870 d.d. 24 mei 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

In november 2017 opende het Centre hospitalier universitaire (CHU) van Luik een opvangcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld (CPVS). Daar kunnen slachtoffers van verkrachting terecht om in de eerste lijn door een deskundig en multidisciplinair team te worden opgevangen en geholpen en medisch, psychologisch en juridisch ondersteund te worden. Het doel van dat centrum is het slachtoffer in een vertrouwenwekkende omgeving te begeleiden bij alle verschillende stappen die het onderneemt.

Wanneer een slachtoffer zich bij de spoedopname aandient, wordt het opgevangen door een gerechtelijk expert in de verpleegkunde, die de medische en psychosociale zorg en de medisch-juridische procedures coördineert. De gespecialiseerde verpleegkundige is gemachtigd om biologisch bewijsmateriaal te verzamelen en om vaststellingen te doen die rechtsgeldig zijn in het geval van een klacht.

Die verpleegkundigen moeten een gedegen opleiding genoten hebben, omdat ze zowel competenties moeten hebben op het vlak van gerechtelijke geneeskunde als op het gebied van psychosociale bijstand en inzake de eventueel uit te voeren onderzoeken. Ze moeten ook een goede kennis hebben van het wettelijk kader en van de politieprocedures. Het is ook nodig dat ze vertrouwd zijn met de psychologische dimensie van seksueel geweld voor slachtoffers en verzorgenden, evenals met ethische aspecten en het beroepsgeheim.

Die superverpleegkundigen kunnen een cruciale rol spelen in de hulp en bijstand aan slachtoffers van seksueel geweld. Momenteel bereidt de klassieke opleiding verpleegkunde de studenten niet voor om slachtoffers van seksueel geweld op de best mogelijke manier te begeleiden. De verpleegkundigen, die in het CPVS van de CHU te Luik werken, hebben een intensieve opleiding gekregen om hun taak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.

Al deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat omdat ze gaan over een federale materie die van invloed is op de bevoegdheden van de deelstaten inzake volksgezondheid, vrouwenrechten, medische opleiding, enz.

De opvang van slachtoffers van seksueel geweld en het werk van de CPVS zijn van essentieel belang voor het herstel van die slachtoffers. België heeft zich ertoe verbonden die principes na te leven door de ratificatie van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, dat is ondertekend in Istanbul op 11 mei 2011. In die optiek is een gespecialiseerde verpleegkundige onontbeerlijk.

Naar verluidt zou u zich verzetten tegen deze hyperspecialisatie, waarmee minder polyvalente verplegers zouden getraind worden om meer taken aan te kunnen.

Welke generische specialisatiedomeinen overweegt u in te richten? Wie zal er in de ziekenhuizen in staat zijn om slachtoffers van seksueel geweld op te vangen?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2019 :

De gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen definieert de verpleegkunde. Verpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor algemene zorgen, worden opgeleid om tal van situaties het hoofd te kunnen bieden. Ze worden onder meer opgeleid om de gezondheidsstatus op fysiek, psychisch en sociaal vlak te kunnen observeren, herkennen en vastleggen ; de patiënt en zijn familie te informeren en te adviseren ; urgente levensreddende maatregelen zelfstandig te kunnen treffen en in crisis- en rampensituaties te kunnen handelen. Die competenties omvatten dus wel degelijk een globale benadering van het individu in al zijn dimensies, zoals die vereist zijn om een patiënt op te vangen die het slachtoffer is van seksueel geweld. Om die competenties te verwerven, leggen de deelstaten die belast zijn met onderwijs, een leerprogramma vast dat bovendien ethiek, deontologie, psychologie, enz., omvat.

Verpleegkundigen zijn tevens bevoegd om technische prestaties te verrichten, zoals staalafnames die soms noodzakelijk zijn bij de opvang van slachtoffers van seksueel geweld. Die prestaties zijn opgesomd in het koninklijk besluit van 18 juni 1990 betreffende de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd.

Zoals bij alle beroepen, spreekt het vanzelf dat een pas afgestudeerde de school niet verlaat als zijnde omnipotent of expert in alle specifieke domeinen waarin men hem nodig zou kunnen hebben. Voor sommige functies moet men eerst een degelijke ervaring opdoen of soms zelfs bijkomende opleidingen volgen. Dat zien we in heel wat gezondheidsberoepen en ook in andere beroepen.

Niettemin ben ik van oordeel dat het als gezondheidsautoriteit niet mogelijk is om aan alle verpleegkundigen een bijzondere titel uit te reiken voor elk gespecialiseerd (soms hypergespecialiseerd) praktijkgebied waarin ze werken en/of bijkomende opleidingen gevolgd hebben, en dat doet niks af aan hun toegevoegde competenties op die praktijkgebieden. Wat de specialisatiegebieden van de toekomstige verpleegkundigen betreft, klopt het dat een hyperspecialisatie zoals wij die nu al kennen, niet meer overeenstemt met de noden van ons gezondheidszorgsysteem en met de evolutie van de pathologieën waarmee wij geconfronteerd worden. Ik heb in september 2017 het advies van de Federale Raad voor verpleegkunde daaromtrent gevraagd. Naar aanleiding van dat advies heb ik reeds voorgesteld om een wettelijk kader te creëren voor de verpleegkundig specialist (een verpleegkundige op master niveau met bijkomende bevoegdheden), en het proces is in gang gezet. Vervolgens zal het profiel van de verpleegkundig specialist bij koninklijk besluit vastgelegd moeten worden, nadat het advies van de verschillende betrokken adviesorganen ingewonnen is. Wat betreft de hervorming van de specialisatiedomeinen van de gespecialiseerde verpleegkundige kon de Federale Raad voor verpleegkunde mij helaas geen duidelijk advies geven.