Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1667

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 november 2017

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Politie - Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Functioneren - Samenwerking

politie
gemeentepolitie
Hoofdstedelijk Gewest Brussels

Chronologie

29/11/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2017)
16/11/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2160

Vraag nr. 6-1667 d.d. 29 november 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uiteraard is de federale politie een bevoegdheid van de federale overheid. De lokale politie valt dan weer onder de voogdij van de steden en gemeenten en dus van de gewesten. In Brussel is er ook een coördinerende rol voor de minister-president op het vlak van het veiligheidsbeleid. Uiteraard betreft het hier een transversale bevoegdheid.

Ook op het vlak van de samenwerking en de mogelijke fusie van de zes Brusselse politiekorpsen is er enerzijds een federale bevoegdheid, maar anderzijds ook een gewestelijke bevoegdheid, daar de lokale politie onrechtstreeks onder de bevoegdheid valt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en onder de coördinerende bevoegdheid van de minister-president. Opnieuw gaat het dus uitdrukkelijk om een transversale bevoegdheid.

De rellen tijdens de nacht van 11 op 12 november 2017 en op woensdag 15 november 2017 in Brussel zijn voor velen een bewijs dat er een veel nauwere en betere samenwerking moet komen tussen de zes Brusselse politiekorpsen, enerzijds, en de federale politie, anderzijds.

De minister van Binnenlandse zaken heeft ter zake een essentiële rol. Hij kan er, samen met zijn collega van Justitie, voor zorgen dat bij koninklijk besluit de fusie van de zes politiekorpsen kan gerealiseerd worden. De vraag is waarop hij wacht om deze structurele samenwerking te realiseren?

Ook kan hij een wetsontwerp opstellen en het indienen in de Kamer, met als doel een fusie van de zes politiekorpsen te realiseren. Opnieuw rijst de vraag waarom dit niet gebeurd is.

Waarom werden deze initiatieven nog niet genomen? Heeft de minister inmiddels al overleg gepleegd met de Brusselse minister-president of met de burgemeester van Brussel i.v.m een betere coördinatie van de politiewerking? Welke stappen zal de minister zetten om ook tussen de federale politie en de plaatselijke politie een betere samenwerking te realiseren? Is het niet logisch dat bewakingen van ambassades en andere overheidsorganen beter door de federale politie gebeuren, zodat de lokale politie meer beschikbare manschappen kan inzetten bij rellen en opstoten? Hoe is het mogelijk dat noch de plaatselijke politie, noch de federale politie of de diensten van Binnenlandse Zaken, onder terreurniveau 3, niet in staat bleken te zijn om te voorzien dat er na de voetbalmatch van Marokko en na de oproep van de rapper en het internetfenomeen mogelijke rellen konden ontstaan? Wijst dit niet op een totaal gebrek aan informatiegaring?