Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-148

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 oktober 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post

Het recht op abortus voor verkrachte vrouwen in oorlogsgebieden

abortus
seksueel geweld
oorlog

Chronologie

28/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
26/11/2014Antwoord

Vraag nr. 6-148 d.d. 28 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent wijzigde het Verenigd Koninkrijk haar beleid betreffende het recht op abortus voor verkrachte vrouwen in conflictzones. Volgens het VK valt abortus nu ook onder artikel 3 van de Conventie van Genève, met name de bepaling over het recht op medische verzorging. Het VK volgt daarmee Noorwegen die deze interpretatie al eerder had aangenomen als officiële beleidslijn.

Vandaag worden de meeste meisjes en vrouwen die verkracht en geïmpregneerd werden tijdens gewapende conflicten routinematig de kans op een abortus ontnomen. Met verwoestende gevolgen: men gaat over tot een op illegale en medisch onverantwoorde wijze uitgevoerde ingreep met ernstige complicaties of de dood tot gevolg. Of het slachtoffer moet verder lijden door het gedwongen uitdragen van de ongewenste zwangerschap als gevolg van de verkrachting.

De Verenigde Staten dragen sterk bij aan deze onrechtvaardigheid, daar ze als een van de grootste donors van ontwikkelingshulp een “no abortion” clausule hanteren die in de praktijk zo wordt uitgelegd dat een veilige abortus geheel wordt onthouden aan vrouwen en meisjes die zijn verkracht in oorlogsgebieden.

Is de minister van mening dat vrouwen en meisjes die verkracht zijn in oorlogsgebieden, recht hebben op medische bijstand zoals gesteld in de Conventie van Genève, inclusief het recht op een veilige abortus? Treedt de minister het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen bij in hun opvatting dat deze principes van het humanitair recht voorrang genieten boven een eventuele restrictieve nationale abortuswetgeving in het betreffende oorlogsgebied? Is dit de officiële beleidslijn van België en wordt die ook zo uitgedragen en geïmplementeerd?

Is de minister bereid om net zoals Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk hier een publieke voortrekkersrol te spelen door te verklaren dat verkrachte vrouwen en meisjes in oorlogsgebieden recht hebben op veilige abortus en dit op te nemen in het nieuwe Nationaal Actieplan 1325? Is hij daarnaast bereid om deze boodschap uit de dragen op Europese en Internationale fora?

Is de minister bekend met het zogenaamde Helms-amendement van de Amerikaanse regering dat in er in de praktijk toe leidt dat veilige abortus geheel wordt onthouden aan vrouwen en meisjes die zijn verkracht in oorlogsgebieden? Hoe beoordeelt de minister dit amendement en meer bepaald de huidige interpretatie ervan? Is de minister bereid om samen met gelijkgestemden bij de Amerikaanse regering aan te dringen om het amendement zo te interpreteren dat Amerikaanse hulpgelden kunnen worden ingezet voor veilige abortus bij vrouwen en meisjes die verkracht zijn in oorlogsgebieden?

Belast deze Amerikaanse 'no abortion'-clausule direct of indirect Belgische, Europese of VN humanitaire inspanningen, aangezien deze clausule ook geldt voor alle mede door de VS gefinancierde humanitaire activiteiten? Kan de minister mij verzekeren dat geen door België,de EU of deVN gefinancierde hulporganisaties gehinderd worden door deze clausule?

Antwoord ontvangen op 26 november 2014 :

Alvorens te antwoorden op uw vraag, zou ik u willen vragen uit welke bron u heeft vernomen dat het Verenigd Koninkrijk haar beleid recent heeft gewijzigd. Het Britse beleid is immers niet gewijzigd, maar wordt verkeerd geïnterpreteerd door sommigen. Britse hulp kan worden gebruik om veilige abortuszorg te voorzien waar nodig en in zoverre dit is toegestaan door de nationale wetgeving. In conflictsituaties, waar weigering van abortus volgens een verbod in de nationale wetgeving het leven van een vrouw of meisje in gevaar zou brengen of ondraaglijk lijden zou veroorzaken, kunnen principes van het internationaal humanitair recht het aanbieden van abortus rechtvaardigen.

1. Uiteraard vind ik dat vrouwen en meisjes die verkracht zijn in oorlogsgebieden de mogelijkheid zouden moeten krijgen om een veilige abortus te ondergaan. Het door u geciteerde artikel 3 vereist dat gewonden en zieken de nodige zorgen krijgen in gewapende conflicten. Deze zorgen dienen te worden gegeven conform het toepasselijke nationale recht, behalve indien een bepaling van internationaal recht primeert. Ik wil in dit verband van de gelegenheid gebruik maken om u te wijzen op de conclusies die op 15 maart 2013 werden aangenomen door de Verenigde Naties (VN) Commissie voor het Statuut van de Vrouw over geweld tegen vrouwen en die door de directeur van UN Women als historisch werden bestempeld. In deze conclusies wordt ook melding gemaakt van veilige abortus, maar daar waar zulke diensten door het nationaal recht worden toegelaten.

2. In het nieuwe Nationale Actieplan 1325 ligt het accent op de bescherming en participatie van vrouwen in het kader van reconstructie en consolidering van de vrede en in het bijzonder de problematiek van seksueel geweld in conflicten. Het komt niet alleen aan mij toe om hierover een beslissing te nemen.

3. Ik ben vertrouwd met het Helms amendement. Het amendement stelt dat ontwikkelingsfondsen niet gebruikt mogen worden voor het betalen van abortus als vorm van familiale planning of als motivatie/dwang om abortus te plegen. Dit amendement legt beperkingen – geen verbod op – op de aanwending van fondsen voor het plegen van abortus. De interpretatie van wat “familiale planning” inhoudt of “motivering/dwang” is het voorwerp van discussie in de Verenigde Staten (VS).

Uiteraard ben ik het met dit amendement niet eens.