Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1366

van Christine Defraigne (MR) d.d. 14 april 2017

aan de minister van Justitie

Abortustoerisme van Belgen naar Nederland - Verschillen in termijn - Overleg

abortus
Nederland

Chronologie

14/4/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
12/7/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1366 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de pers verschenen onlangs cijfers van de IGZ, de Nederlandse tegenhanger van onze FOD Volksgezondheid, over het uitvoeren van abortussen in Nederland. In 2015 staken 530 Belgen de grens over om in Nederland abortus te laten plegen, op aanraden van de centra voor gezinsplanning, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. De site seksualiteit.be van Sensoa (het Vlaams Expertisecentrum voor Seksuele Gezondheid), raadt vrouwen aan zich naar Nederland te begeven wanneer de wettelijke termijn in België is overschreden.

Deze vlucht naar Nederland zou het gevolg zijn van de toepassing van artikel 2, 1°, a), van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek.

Dit artikel bepaalt dat de toegestane termijn voor een VZO 12 weken is, tegenover 22 weken bij onze Nederlandse buren. Sommige vrouwen die eventueel van mening veranderen of te laat vaststellen dat ze zwanger zijn, kunnen hun zwangerschap niet meer in België laten afbreken en de ingreep is ook niet meer door het RIZIV gedekt. Voor een abortus in Nederland moeten ze 670 tot 870 euro betalen, afhankelijk van de duur van de zwangerschap. Alleen vrouwen met voldoende middelen kunnen dus een zwangerschap in Nederland laten afbreken.

Aangezien het federaal niveau bevoegd is voor Volksgezondheid en Justitie, maar bepaalde aspecten van niet-geplande zwangerschappen onder de deelstaten ressorteren, gaat het hier om een transversale aangelegenheid.

Vandaar volgende vragen:

1) Hoe verklaart u dit belangrijke verschil in termijn tussen Nederland en België? Wat is de motivatie en wat zijn de argumenten voor de termijn van 12 weken in België?

2) Heeft uw kabinet het probleem al behandeld? Is er van gedachten gewisseld met uw Nederlandse ambtsgenoot?

3) Wordt overleg overwogen tussen de centra voor gezinsplanning en de deelstaten?

Antwoord ontvangen op 12 juli 2017 :

Er wordt verwezen naar de minister van Volksgezondheid gelet op diens bevoegdheid ter zake.