Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1272

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 2 februari 2017

aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Amerikaanse president - Executive Order - Privacy Shield - Bescherming van de privacy van de Belgische burgers

Verenigde Staten
eerbiediging van het privé-leven
persoonlijke gegevens
EU-onderdaan
gegevensverwerking

Chronologie

2/2/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/3/2017)
8/3/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1271

Vraag nr. 6-1272 d.d. 2 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Amerikaanse president Donald Trump ondertekende op 25 januari 2017 een Executive Order waarin onder meer staat dat privacybescherming alleen zal gelden voor Amerikaanse burgers en permanente inwoners van Amerika (cf. https://www.whitehouse.gov/the-press-office/2017/01/25/presidential-executive-order-enhancing-public-safety-interior-united). Dit deel van het decreet lijkt exact in tegenspraak met een cruciaal onderdeel van de vorig jaar afgesloten overeenkomst. Dit onderdeel zorgt er volgens The Register voor dat Europeanen net zoveel recht op privacy hebben als Amerikanen.

Meer concreet betreft het volgende bepaling : « Section 14 : Privacy Act. Agencies shall, to the extent consistent with applicable law, ensure that their privacy policies exclude persons who are not United States citizens or lawful permanent residents from the protections of the Privacy Act regarding personally identifiable information. »

Duizend vijfhonderd bedrijven hebben zich reeds voor deze deal opgegeven. Zonder die regels zouden zij in principe geen gegevens van Europese burgers mogen verwerken. Privacy Shield was al zwaarbevochten. Een eerder data-uitwisselingsprogramma, Safe Harbor, werd door het Europees Hof ongeldig verklaard omdat het de privacy van Europese burgers niet voldoende zou waarborgen.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019 en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Eén van de vastgelegde prioriteiten in de informaticacriminaliteit en de bescherming van de privacy. Het betreft aldus een transversale gewestaangelegenheid waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik en het onderwijs.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd aan de geachte minister :

1) Hoe reageert hij op deze Executive Order waarin onder meer staat dat privacybescherming alleen zal gelden voor Amerikaanse burgers en permanente inwoners van Amerika ?

2) Hebt u hieromtrent stappen genomen bij de Privacycommissie of via bilaterale contacten om na te gaan in hoeverre de privacy van onze landgenoten alsook de burgers van de Europese Unie (EU) aangetast wordt door deze Executive Order ?

3) Wat is de impact van deze uitvoerende maatregel op de zogenaamde Privacy Shield-regeling ? Kan u dit uitvoerig toelichten ? Hebt u hieromtrent reeds overleg gevoerd met uw Europese collega's ?

Antwoord ontvangen op 8 maart 2017 :

1 ) en 3) Op 25 januari heeft de Amerikaanse president Donald Trump een ‘Executive Order’ – of presidentieel decreet – over de binnenlandse openbare veiligheid van de Verenigde Staten ondertekend. Sectie 14 van dat ‘Executive Order’ verwijst naar de Privacy Act, een essentiële waarborg voor de instrumenten die zijn ondertekend, zoals het Umbrella-akkoord, dat de rechten van de individuen garandeert bij doorgiften van persoonsgegevens tussen de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) in het kader van de politionele en justitiële samenwerking, en het Privacy Shield, dat de doorgiften van persoonsgegevens door de ondernemingen tussen de EU en de VS garandeert. Die aankondiging heeft verschillende vragen doen rijzen met betrekking tot het behoud van de verworven bescherming en de perspectieven van de bovenvermelde instrumenten. Sectie 14 van dat ‘Executive Order’ luidt als volgt:

“Binnen de grenzen conform het toepasselijk recht zorgen de bureaus ervoor dat hun regelgeving inzake de persoonlijke levenssfeer personen die geen Amerikaans staatsburger zijn alsook degenen die geen wettelijke permanente verblijfsvergunning hebben, uitsluit van de bescherming van de Privacy Act inzake de persoonsgegevens. ”

De ambassade van de Verenigde Staten in Brussel heeft ons verzekerd dat dit ‘Executive Order’ de verworven rechten, zoals de US Judicial Redress alsook de aanwijzing van de EU-lidstaten, niet in vraag stelt. Het gaat immers om het toepasselijk recht, en sectie 14 van het ‘Executive Order’ kan niet strijdig zijn met het toepasselijk recht. Er is dus geen afbouw van de bescherming vanwege het Umbrella-akkoord, noch enig gevolg voor het Privacy Shield, omdat de daardoor gegarandeerde bescherming niet afhangt van de Privacy Act.

Het Amerikaanse ministerie van Justitie blijkt intussen ook de Europese Commissie per brief van 22 februari te hebben verzekerd dat het presidentieel decreet van 25 januari geen impact zal hebben op de bescherming van de persoonsgegevens van Europeanen zoals voorzien door het Privacy Shield.

2) Net als vele Europese collega’s ben ik bezorgd over de toekomst van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en volg ik aandachtig alle beslissingen die in tegenspraak zouden kunnen zijn met de waarborgen die wij thans genieten en waarvoor wij hard hebben gestreden. De commissaris, mevrouw Jourová, heeft zich onlangs ook uitgelaten over het feit dat de Europese Commissie zou opkomen voor de rechten die tot dusver zijn verworven. Ik heb tezelfdertijd schriftelijk mijn steun aan mevrouw Jourová betuigd betreffende de inspanningen die bij de Amerikaanse autoriteiten zijn geleverd om de situatie te begrijpen en een beoordeling te maken van de verschillende presidentiële decreten en de mogelijke gevolgen ervan voor het Privacy Shield, dat door honderden Amerikaanse ondernemingen wordt gebruikt.