Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1041

van Katia Segers (sp.a) d.d. 29 september 2016

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Infrabel - Investeringsplan en transportplan - Onderhandelingen - Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel - Stand van zaken - Eisen van de Vlaamse regering

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
openbaar vervoer
vervoerbeleid

Chronologie

29/9/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/11/2016)
23/5/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1041 d.d. 29 september 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel zijn de besprekingen over het investeringsplan en het transportplan van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) en Infrabel aan de gang. Deze onderhandelingen gaan tussen de NMBS, Infrabel en de federale regering, maar ook het Vlaams Gewest zit mee aan tafel.

Ik heb hierover de volgende vragen :

1) Wat is de stand van zaken van het overleg ?

2) Welke eisen legt de Vlaamse regering hier op tafel wat betreft het investeringsplan en het transportplan van het GEN rond Brussel ?

3) Wat is de stand van zaken van het GEN rond Brussel ?

a) Hoe ver staan de infrastructuurwerken ?

b) Wat is momenteel het aanbod er voor de reizigers ?

4) Is er een wensnet voor het GEN rond Brussel gepland ? Indien ja, wat houdt dit dan in ?

5) Wat moet er nog gebeuren om naar dit wensnet toe te groeien ?

a) Wat is de kostprijs om van de bestaande toestand naar het wensnet te evolueren ?

b) Wat is de tijdpad om van de bestaande toestand naar het wensnet te evolueren ?

Antwoord ontvangen op 23 mei 2017 :

Investeringsplan

In het kader van de strategische visie van 15 juli 2015 van toenmalig minister van Mobiliteit Galant werd een Investeringscel opgericht met als doel om in een nieuw meerjarenplan voor de investeringen (MIP 2016-2020) de samenhang en de juistheid van de toekomstige investeringskeuzes na te streven. Naast de vertegenwoordiging van de federale overheid en de autonome overheidsbedrijven, Infrabel en de NMBS, werd ervoor gekozen om ook de gewesten te betrekken bij de werkzaamheden.

De investeringscel is samengesteld uit 2 delen :

• het analysecomité, dat onder coördinatie van de FOD Mobiliteit en Vervoer voorbereidend werk verricht voor het strategisch comité;

• het strategisch comité, dat onder de coördinatie van het kabinet van de federale Minister van Mobiliteit, de aanbevelingen zal formuleren.

Alle vertegenwoordigde partijen kregen de kans om projectvoorstellen in te dienen voor het MIP 2016-2020 bij het analysecomité. Het analysecomité heeft deze voorstellen onderworpen aan een Multi-Criteria Analyse (MCA).

Alle ingediende voorstellen kwamen aan bod in de loop van de 14 vergaderingen tussen 16 december 2015 en 5 juli 2016. De output van deze werkzaamheden werd op 19 juli 2016 overgemaakt aan alle betrokken partijen.

Op basis van een voorstel van verdeling van dotaties ten behoeve van investeringen tussen Infrabel en de NMBS, legden zowel Infrabel als de NMBS eind 2016 een voorstel van MIP 2016-2020 voor aan hun raad van bestuur.

Deze beide voorstellen moeten op dit ogenblik nog worden afgestemd door het analysecomité van de Investeringscel.

Het Vlaams Gewest diende uiteindelijk 11 fiches in met betrekking tot haar prioritaire projecten voor het MIP 2016-2020:

• seinuitrusting van de gebruikte spoorbundels Antwerpen Rechteroever;

• optimalisatie Antwerpen – Gent: derde spoor tussen Lokeren en Sint-Niklaas;

• spoorlijn 15 Antwerpen – Hasselt: tweede spoor Zonhoven en Balen;

• spoorlijn 18 Hasselt – Neerpelt;

• spoorlijn 58 Gent – Eeklo – Maldegem;

• spoorlijn 204 Gent – Zelzate;

• spoorlijn 52 Puurs – Dendermonde;

• spoorlijn 57 Aalst – Dendermonde;

• bevorderen van de combi-mobiliteit in de GEN zones Brussel, Antwerpen en Gent: Park & Ride-parkings (wagens, fietsen,..);

• spoorlijn 19 Mol – Neerpelt – Hamont;

• tweede spoorontsluiting haven van Antwerpen.

Vervoersplan

In het kader van het vervoersplan 2017 hadden tussen september 2015 en november 2016 vier overlegrondes met de stakeholders plaats en werden er road-shows gehouden om

bijkomende vragen te beantwoorden. Er vond ook overleg plaats binnen het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit.

Op 23 december 2016 werd een voorstel van vervoersplan 2017 door de Raad van Bestuur van de NMBS goedgekeurd. Op basis van dit voorstel werden de nodige rijpaden besteld. Dit voorstel werd overgemaakt voor analyse aan de FOD Mobiliteit en Vervoer om na te gaan of het voorstel strookt met de verplichtingen voortvloeiend uit het beheerscontract. De voorlopige dienstregeling die samenhangt met dit voorstel van vervoersplan 2017 werd ook overgemaakt aan de regionale vervoersmaatschappijen TEC, De Lijn en MIVB.

Het nieuwe vervoersplan zal normalerwijze in december 2017 van kracht worden.

De Vlaamse Regering heeft inzake het vervoersplan 3 prioriteiten vooropgesteld:

• harmonisatie tussen het spooraanbod en het aanbod door de regionale vervoersmaatschappijen (+ geen concurrentie op identieke verbindingen);

• combi-mobiliteit (van deur-tot-deur);

• de verplaatsingen m.b.t. woon-werk en woon-school-verkeer.

Wat de stand van zaken van het GEN rond Brussel betreft, laat Infrabel mij het volgende weten:

• de werken op de lijnen 36 en 96, Diabolo en baanvak Schuman-Josaphat zijn reeds beëindigd;

• op de lijn 50A zijn de werken m.b.t. de twee bijkomende sporen gefinaliseerd; er blijven nog de werken aan de centrale sporen;

• voor het GEN in Wallonië (lijnen 161 en 124), werden enkele werken reeds uitgevoerd en de afwerking met het op vier sporen brengen van deze lijnen wordt thans bekeken in het kader van het meerjarenplan inzake de investeringen.

Het ‘wensnet’ stemt overeen met een volledig afgewerkte GEN-infrastructuur d.w.z. met het op vier sporen brengen van de lijnen 50A (Brussel – Denderleeuw), 161 (Brussel – Louvain-la-Neuve) en 124 (Brussel – Nijvel), net als de lijnen 36 en 96 (reeds beëindigd).

Er wordt van het nieuwe vervoersplan 2017 gebruik gemaakt om het GEN-aanbod in Brussel te vergroten en dit bovenop het aanbod dat vandaag reeds bestaat. De creatie van een afzonderlijk S-aanbod verhoogt de zichtbaarheid van een stedelijk en voorstedelijk treinaanbod en vormt de hoeksteen voor tal van initiatieven (prijs- en ticketintegratie, identiteit en communicatie naar de reizigers, …) ten einde tot een geïntegreerd aanbod te komen inzake verschillende vormen van openbaar vervoer. In functie van de voorhanden zijnde infrastructuur blijft het de bedoeling om geleidelijk op alle sporen van de GEN-infrastructuur tot een aanbod te komen van ten minste vier treinen per uur.

De opstelling van het MIP 2016-2020 houdt onder meer in dat het tijdpad en de kostprijs van dit ‘wensnet’ wordt verduidelijkt.