|
|
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België - Collectie moderne kunst - Hervestiging - Middelen - Beliris
museum
schone kunsten
metropool
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
| 5/9/2013 | Verzending vraag |
| 6/12/2013 | Herkwalificatie |
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4432
Sinds het sluiten van de afdeling moderne kunst in de Koninklijk Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) groeide er een ferme discussie over de plaats waar die collectie zou belanden. Voorlopig lijkt het erop dat men kiest voor een "tijdelijk onderkomen" in het Vanderborght-gebouw. Ondertussen klonken er al vage beloften over de bouw van een nieuw museum, onder andere aan het Kanaal, in het Jubelpark… dit alles in een niet nader bepaalde toekomst. De bouw van zulk nieuw museum vraagt uiteraard heel wat centen, zeker als men er - helemaal terecht - een architecturaal pareltje wil van maken. Brussel verdient dat, het zou zeker bijdragen tot de internationale uitstraling.
Ten gronde moet de stiefmoederlijke behandeling van deze ondergewaardeerde collectie als schandalig worden geëvalueerd, een internationale stad als Brussel onwaardig. Het grote succes (ook bij bezoekers uit België) van het recent opgerichte Louvre in Lens in Noord- Frankrijk bewijst de grote publieke en artistieke relevantie van dit soort musea.
De geachte minister heeft in het verleden al haar voorkeur te kennen gegeven om de Beliris- middelen voortaan niet te veel meer te versnipperen over tal van eerder kleinschalige bezigheden, maar ze te concentreren op grote of heel grote projecten.
Hierover de volgende vragen.
1) Behoort het tot de mogelijkheden van Beliris om een project voor de bouw van een nieuw museum voor Moderne Kunst te ondersteunen en (mede) te financieren? Valt het dan niet onder de opdracht van Beliris om het culturele en architecturale patrimonium tot zijn recht te laten komen? Beaamt de geachte minister dat een MOMA zeer sterk zal bijdragen tot de ontwikkeling en de internationale uitstraling van Brussel?
2) Werd dit item reeds besproken binnen de regering of de beheersstructuur van Beliris? Is daarover al contact geweest met de staatssecretaris bevoegd voor de federale wetenschappelijke instellingen en met de andere betrokken overheden? Met welk resultaat?
3) Zullen ook de gemeenschappen - bevoegd voor cultuur - daarbij betrokken worden? Hoe zal de geachte minister dat concreet organiseren? Welke afspraken kunnen met de gemeenschappen worden gemaakt? Hoe zal een nieuw museum ook kaderen in het museumbeleid van de betrokken gemeenschappen?
4) Kan Beliris daarvoor eventueel (financiële) ruimte vrijmaken? Bestaat er nog steeds een bestedingsachterstand bij Beliris?