Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9779

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 26 augustus 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Verlenging geldigheid internationale paspoorten - Stand van zaken - Voordelen verlenging - Besparingen dankzij verlenging

paspoort

Chronologie

26/8/2013Verzending vraag
21/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9779 d.d. 26 augustus 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken van 5 maart 2013 bij de bespreking van mijn wetsvoorstel (5-1244/1) lieten uw vertegenwoordigers weten dat de geldigheidsduur van internationale paspoorten in de wet zou worden verlengd tot tien jaar.

Ikzelf en uw vertegenwoordigers waren het over eens dat de wettelijke maximale geldigheidsduur op tien jaar kan worden gebracht en dat de Koning de echte geldigheidsduur voorlopjg op zeven jaar legt in functie van de toepasbaarheid. De regering zou een wetsontwerp indienen om dit mogelijk te maken.

Ik was uiteraard tevreden dat de geldigheidsduur van het internationaal paspoort wordt opgetrokken. Het optrekken van de geldigheidsduur van het paspoort zorgt in eerste instantie voor een vermindering van de kosten voor de burger. Maar niet alleen de besparingen zijn belangrijk.

Vooral de verlaging van de administratieve lasten, het opkrikken van de gebruiksvriendelijkheid van het bestuur en het indijken van de werklast van de overheden zijn cruciaal. De gemeentelijke en federale administraties die zich bezig houden met de uitreiking van de paspoorten worden ontlast.

Het is immers de taak van een moderne overheid om maximaal ten dienste te staan van de burgers en de administratieve lasten te beperken. Het biedt de lokale en federale overheid ook de mogelijkheid om meer tijd en middelen vrij te maken voor andere taken en bevoegdheden.

Rekening houdend met de budgettaire moeilijkheden waar de lokale overheden mee kampen, is dit een welgekomen maatregel.

In dit kader volgende vragen:

1) Wat is de stand van zaken betreffende het aangekondigde wetsontwerp om de geldigheidsduur voor internationale paspoorten op te trekken tot 10 jaar en van het koninklijk besluit (KB) om die termijn in eerste instantie te bepalen op 7 jaar in functie van de toepasbaarheid? Welke factoren zorgen voor de vertraging?

2) Wanneer komt u met het aangekondigde wetsontwerp naar het parlement? Zal dit nog kunnen worden afgehandeld tijdens deze legislatuur? Zo niet, lijkt het u niet beter verder te werken op basis van mijn wetsvoorstel? Waarom niet?

3) Blijft u het eens met mij dat deze verlenging, net zoals de verlenging van de geldigheidsduur van de identiteitskaart, zorgt voor een verlaging van de administratieve lasten, het opkrikken van de gebruiksvriendelijkheid van het bestuur en het indijken van de werklast van de overheden? Kan u uw antwoord eventueel staven met cijfermateriaal?

Antwoord ontvangen op 21 november 2013 :

1) Het wetsontwerp dat in de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken van 5 maart 2013 werd aangehaald is het ontwerp consulair Wetboek. Paspoorten zijn een hoofdstuk in dit consulair wetboek, en één van de artikels in dit hoofdstuk behandelt de geldigheid tot maximaal tien jaar. Het ontwerp consulair Wetboek werd dit voorjaar bij de Kamer neergelegd, draagt het nummer 2841/1 en werd op 17 september in de commissie van de Kamer behandeld.

2) Het gemelde wetsontwerp ligt voor bespreking sinds dit voorjaar bij de Kamer. Het is de agenda van de Kamer die de datum van stemming bepaalt. Ik verkies het consulair Wetboek boven mogelijke andere wetsvoorstellen om de geldigheidsduur van het Belgisch paspoort te wijzigen. Dat consulair Wetboek ligt al bij de Kamer en heeft tot doel één wettelijk kader te creëren voor alle consulaire bevoegdheden van Buitenlandse Zaken. Een apart wetsvoorstel over de geldigheidsduur van het paspoort doet afbreuk aan de geïntegreerde aanpak die in het consulair Wetboek vervat zit en zou al snel door het consulair wetboek worden opgeheven.

3) De verlenging van de geldigheidsduur van het paspoort kan de werklast van overheden verminderen: Hoe langer de geldigheidsduur, hoe minder vaak de burger zijn paspoortaanvraag moet hernieuwen. Het bepalen van de geldigheidsduur van het paspoort moet echter een evenwichtsoefening zijn tussen:

- de verlaging van de administratieve lasten voor de ambtenaar;

- de klantvriendelijkheid voor de burger;

- de levensduur van de meest kwetsbare onderdelen van het paspoort namelijk de chip en het decodeerblad.