Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9686

van Louis Ide (N-VA) d.d. 19 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de erkenningscriteria voor huisartsen

dokter
algemene geneeskunde
toegang tot het beroepsleven
gezondheidsstatistiek
geografische spreiding

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3767

Vraag nr. 5-9686 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Enkele maanden geleden berichtte de Artsenkrant dat de federale overheidsdienst Volksgezondheid 6580 huisartsen per brief heeft gewaarschuwd dat ze niet meer voldoen aan bepaalde erkenningscriteria. Om hun erkenning te behouden, moeten huisartsen onder meer in een periode van vijf jaar minstens één jaar aan 500 raadplegingen, huisbezoeken of adviezen raken. Ze moeten verder ook deelnemen aan een wachtdienst en medische dossiers van de patiënten bijhouden.

Enkele gespecialiseerde huisartsen, zoals huisartsen gespecialiseerd in de verzekeringsgeneeskunde, kunnen hun erkenning als huisarts echter wel behouden, hoewel zij niet deelnemen aan de wachtdienst en geen globaal medisch dossier van de patiënten bijhouden.

1) Welke redenering ligt hieraan ten grondslag? Waarom wordt niet geraakt aan de erkenning als huisarts van deze groep?

2) Zijn er nog andere groepen gespecialiseerde huisartsen die niet volledig aan de erkenningcriteria moeten voldoen? Zo ja, welke huisartsen?

3) Hoeveel huisartsen verloren de afgelopen jaren (in 2010, 2011, 2012) hun erkenning? Is het mogelijk om deze cijfers op te splitsen per jaar en per gewest?

Antwoord ontvangen op 2 september 2013 :

1. Deze groep wordt wel gezien als behorende tot de doelgroep van huisartsen en ze moeten dus eveneens voldoen aan de criteria tot het behoud van de erkenning en deze erkenning kan, wanneer ze niet aan alle criteria hebben voldaan, ingetrokken worden. Doordat deze groep gezien wordt als “gespecialiseerde” huisartsen, zullen zij als “niet in orde” beschouwd worden voor wat betreft het criterium “minstens één maal om de vijf jaar vijfhonderd bewezen patiëntencontacten, huisbezoeken of adviezen geraken”, aangezien hun raadplegingen, huisbezoeken of adviezen niet worden gezien als deze van een huisarts. Ik heb dit probleem begin 2013 voorgelegd aan de Hoge Raad voor Geneesheren-specialisten en Huisartsen, met de vraag werkgroepen op te richten om dit op te lossen.

2. De controle van het behoud van de erkenning van huisartsen zal zeker gevolgen hebben voor de beroepsbeoefenaren die met name in deze lijsten opgenomen zijn:

2.1. Niet-limitatieve lijst van het type activiteit waarbij de contacten-patiënten in rekening gebracht kunnen worden indien geattesteerd en in cijfers vertaald:

1. Artsen die per forfait werken (medisch huis of andere)

2. Huisartsenwachtdienst onderscheiden van de algemene ziekenhuiswacht

3. Medisch-pedagogische instellingen (MPI’s voor gehandicapten, …)

4. Drugs- en verslavingscentra

5. Centrum voor gezinsplanning buiten het werk per handeling: bv. VZA (overeenkomst)

6. Gevangenisartsen

7. Militaire artsen

8. Artsen die aan het standaardforfait werken in een eerstelijnszorgstructuur: luchthaven, haven, …

9. Artsen die werken in een instelling (buiten ziekenhuis) van het type: RVT, psychiatrische instelling voor lange verblijven, palliatieve zorgen…

2.2. Niet-limitatieve lijst van het type activiteit waarbij de contacten-patiënten niet in rekening gebracht kunnen worden:

1. Schoolartsen

2. Kind&Gezin

3. Arbeidsgeneeskunde

4. Expertisegeneeskunde

5. Verzekeringsgeneeskunde

6. Sportgeneeskunde

7. Controlegeneeskunde

8. Industriële geneeskunde (farmaceutisch of ander)

9. Activiteiten in het kader van medisch wetenschappelijk onderzoek

10. Ziekenhuisarbeid in zaal, raadpleging, spoeddienst, …

11. Elke voornamelijk preventieve of administratieve activiteit

12. Complementaire geneeskunde die niet-wetenschappelijk gesteund wordt zonder getuigschrift van verstrekte hulp.

We hebben vandaag spijtig genoeg niet de mogelijkheid om het precieze aantal huisartsen weer te geven dat in dit schema van activiteiten past.

Ik heb dit probleem aan de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en Huisartsen voorgelegd met de vraag een advies te verlenen over de rol van deze artsen en de eventuele mogelijkheid om een specifieke beroepstitel in te voeren voor deze artsen of een deel van hen.

Het is één van mijn prioriteiten om voor het einde van de legislatuur de beslissingen te nemen die de Erkenningscommissie zal toelaten de dossiers te behandelen van de huisartsen die enerzijds de criteria voor het behoud van de beroepstitel niet vervullen en die anderzijds deze titel mogelijk kunnen herwinnen.

3. Ik moet, voor de een goed begrip van het systeem, verduidelijken dat het controleproces dit jaar begint, met betrekking tot de prestatiegegevens van 2011 en de controle van de erkenningscriteria verloopt over een periode van vijf jaar. Dat betekent dat de huisartsen waarvan de uitoefening niet overeenstemt met een klassieke uitoefening van de huisartsengeneeskunde zich voor de eerste maal in 2017 voor de erkenningscommissie zullen moeten verantwoorden.

In navolging van de mailing rond de controle van 2010 (opgestuurd in 2012) ontvingen we echter 67 vrijwillige vragen tot schorsing van de erkenning (49 NL en 18 FR) en 69 vrijwillige vragen tot intrekking van de erkenning.