Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9609

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

de Belgische interventie in Mali

militaire missie van de EU
Mali
strijdkrachten in het buitenland

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
23/8/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2962

Vraag nr. 5-9609 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regering en parlement besloten in grote eensgezindheid om Frankrijk te steunen in hun interventie in Mali. Ook mijn partij keurde de operatie goed. De situatie in Mali ontwikkelt immers zeer precair en het regeringsleger dreigt volledig overweldigd te worden door wat men als radicale islamisten bestempelt. Niemand wil een tweede Somalië.

Ons land zal bij deze interventie niet aan de gevechten participeren maar voor logistieke en medische ondersteuning zorgen. Toch past ook hier voorzichtigheid. De twee C-130's en de twee Agusta helikopters zijn lang niet onaantastbaar. De rebellen blijken goed en zwaar bewapend. Ik stel me daarbij met bekommernis de vraag of zij in staat zijn om vliegtuigen en helikopters neer te halen.

Heeft de minister zicht op de luchtafweercapaciteit van de rebellen? Over welke wapens die mogelijk een bedreiging vormen voor onze aanwezige luchtmachtcomponent beschikken zij? Op welke wijze en hoe reëel wordt deze bedreiging ingeschat en zijn onze manschappen en hun bondgenoten bij machte om deze gevaren te beheersen?

Is er een duidelijk kader afgesproken met de Fransen m.b.t. de bevelstructuur, de doelstellingen, de omkadering en de 'force protection'? Kan de minister dit verduidelijken? Wat werd beslist inzake de duur van de missie?

Antwoord ontvangen op 23 augustus 2013 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

De Belgische bijdrage aan de operatie SERVAL werd eind maart 2013 beëindigd. Ook Frankrijk heeft zich progressief teruggetrokken vanaf einde april. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het volledige Malinese grondgebied werd overgegeven aan de Malinese strijdkrachten en de “African-led International Support Mission in Mali” (AFISMA). De operatie SERVAL heeft Mali behoed voor een totale overrompeling van zijn grondgebied door islamitische gewapende terroristen.

Met betrekking tot de grond-lucht dreiging in Mali, beschikten de rebellen over verschillende types wapens, gaande van kleinere wapens tot de zogenaamde MANPADS (Man Portable Air Defense System). De meeste wapens waren echter verouderd en vaak hadden de rebellen ook niet de nodige training genoten om ze correct te kunnen hanteren.

De bevelstructuur waarbinnen de Belgische manschappen opereerden was duidelijk omschreven: het Belgische C-130 detachement opereerde onder het operationeel commando van de Franse Joint Force Air Component Commander (JFACC) in N’djamena. Verspreid over de tien weken werden er 773 Ton materieel en 1 403 personen vervoerd. In totaal werden 465 vluchturen uitgevoerd ten voordele van de operatie SERVAL waarvan 56 uur voor strategisch luchttransport en 409 uur voor tactische vluchten binnen Mali. Het A-109 detachement stond 24/7 stand-by op een interventietermijn van 30 minuten overdag en 45 minuten ’s nachts en voerde zes medische evacuaties uit.

Op 1 april 2013 is de “European Union Training Mission” (EUTM) in Mali gestart. Op 22 maart 2013 gaf de ministerraad in het kader van deze opdracht haar akkoord voor de inzet ten voordele van EUTM Mali van de 2 medisch uitgeruste A-109 tot 30 juni. Op 20 juni heeft de Ministerraad beslist dat België een zeventigtal militairen zal leveren tot mei 2014 voor de bescherming van het trainingskamp van Koulikoro. Deze militairen zijn op 10 juli richting Mali vertrokken en voeren intussen hun beschermingsopdracht uit.

Zoals in het regeerakkoord wordt gesteld, wordt het Parlement onmiddellijk geïnformeerd en bij de “follow up” betrokken, en dit met eerbiediging van de nodige graad van vertrouwelijkheid.