Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9452

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 2 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het Stratfor-rapport inzake terrorisme in Noord-Afrika

terrorisme
Noord-Afrika
religieus conservatisme
Mali
multinationale strijdmacht
extremisme
strijdkrachten in het buitenland
radicalisering

Chronologie

2/7/2013Verzending vraag
15/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3249
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9453

Vraag nr. 5-9452 d.d. 2 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De terroristische groepering al-Qaida installeerde een bolwerk van terroristen in een bergketen in Noord-Mali. Van daaruit plegen ze aanslagen om vervolgens de onherbergzame heuvels in te vluchten. De rebellen zweren dat ze net als in Afghanistan Noord-Afrikaanse regeringen en westerse soldaten zullen aanvallen, aldus experts. Net als het gebergte Tora Bora in Afghanistan, laat het gebergte in Mali terroristen toe soldaten en burgers te belagen zonder gevangen te worden. Dat blijkt uit een rapport van het Amerikaanse onderzoeksbedrijf Stratfor (zie http://www.stratfor.com/countries/mali). Grotten, tunnels en landmijnen maken namelijk van de bergen een ondoordringbaar toevluchtsoord voor veiligheidsdiensten. Experts geloven dat de huidige Malinese rebellenopstand deel uitmaakt van een grootser plan om Noord-Afrika te destabiliseren. Al-Qaida zou zich hier hergroeperen na een strijd van meer dan tien jaar in het Midden-Oosten. De politieke instabiliteit door een militaire coup vorig jaar maakte het de terroristen enkel makkelijker om een gebied groter dan Frankrijk te veroveren. Extremisten zweren dat de hergroepering in Mali erger zal worden voor de vijanden van al-Qaida dan de strijd in Afghanistan. Ik citeer uit de besluiten van het rapport: "In much the same way, militants are now trying to escape the flat deserts where foreign forces immediately have the advantage by withdrawing into the Tigharghar Mountains with the intent of establishing a stable base there that would allow them to survive the operations conducted against them.". Het spreekt voor zich dat dit rapport mij ernstige zorgen baart en dit niet enkel wat betreft de lopende operatie SERVAL en de inzet van ECOWAS, ook de geopolitieke implicaties zijn niet min.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Hoe reageert u op het onderzoeksrapport van Stratfor dat via het internet is te raadplegen?

2) Meent u dat de huidige militaire inspanningen zullen volstaan gezien het terrein, het klimaat aldaar en de steun van de nomaden in het Tigharghar gebergte dat quasi onbereikbaar is voor aanvallen van vliegtuigen, helikopters, etc en dit door het zeer uitgebreide tunnelnetwerk?

3) Meent u dat het geplande aantal grondtroepen volstaan om deze bergen met een enorme oppervlakte en die totaal onbereikbaar zijn grondig te kunnen uitkammen zonder te veel verliezen voor de grondtroepen?

4) Kan u aangeven welke termijn u geeft aan ons land en de bondgenoten om deze terroristen en de dreiging die ervan uitgaat voor heel Noord-Afrika daadwerkelijk uit te schakelen?

5) Vreest u niet dat gezien dit rapport de kans veeleer groot is dat zowel het aantal grondtroepen als de luchtsteun drastisch zal moeten opgedreven wil men daadwerkelijk deze rebellen uitschakelen? Kan u zeer gedetailleerd toelichten?

6) In hoeverre resulteren de besluiten van dit onderzoeksrapport in een toegenomen dreiging voor onze troepen en de bondgenoten in Mali?

7) Beschikt u over concrete informatie die spoort met het Stratfor Rapport waaruit blijkt dat deze opstand kadert in een veel grotere en reeds lang geplande operatie die heel Noord-Afrika viseert?

8) Moeten er in het licht van deze onrustwekkende informatie geen bijkomende middelen worden uitgetrokken wat betreft de Intel rond de potentiële risico's voor onze soldaten aldaar? Kan u toelichten of wij eigen inlichtingenofficieren ter plekke hebben en zo ja, hoeveel?

Antwoord ontvangen op 15 oktober 2013 :

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Landsverdediging, de heer Pieter De Crem.