Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9423

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 26 juni 2013

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister

Bijstandstoerisme - Uitkeringsmigratie - Toestand in België

buitenlandse staatsburger
officiële statistiek
fraude
minimumbestaansinkomen
gezinsuitkering
invaliditeitsverzekering
ziekteverzekering
geografische spreiding

Chronologie

26/6/2013Verzending vraag
18/9/2013Rappel
25/10/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9421
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9422

Vraag nr. 5-9423 d.d. 26 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nederland zet hoog in op de aanpak van bijstandstoerisme of uitkeringsmigratie door EU-burgers. Nederland wil vermijden dat EU-burgers in een ander EU-land een uitkering krijgen zonder er ooit gewerkt te hebben. Deze plannen stuiten echter op grote kritiek binnen de Europese Unie. Op Europees niveau wordt een werkgroep opgericht, maar dit gaat volgens de Nederlanders niet ver genoeg. Zij willen uitkeringsmigranten het liefst tijdelijk "ongewenst verklaren". De Europese Unie vraagt daarom harde cijfers.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoeveel niet-Belgen ontvangen in België een leefloon; opgedeeld voor de jaren 2010, 2011 en 2012 en dit per regio en per belangrijkste stad?

2) Hoeveel niet-Belgen ontvangen kinderbijslag in België zonder dat zij hier gewerkt hebben? Tevens opgedeeld voor de jaren 2010, 2011 en 2012, per regio en per belangrijkste stad.

3) Hoeveel niet-Belgen ontvangen een ziekteuitkering of uitkering wegens werkonbekwaamheid, voor de jaren 2010, 2011 en 2012 en opgedeeld per regio en belangrijkste steden?

4) Over welke bedragen spreken we jaarlijks? Hoeveel niet-Belgen ontvangen met andere woorden een uitkering zonder dat zij daarvoor in België ooit gewerkt hebben?

5) Hoe staat u tegenover de aanpak van de uitkeringsfraude? Zal ons land zich aansluiten bij het Nederlandse initiatief?

Antwoord ontvangen op 25 oktober 2013 :

Voor wat betreft de punctuele vragen 1) tot 3), verwijs ik u graag naar de functioneel bevoegde collega’s, respectievelijk de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, de Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met de Beroepsrisico’s en de minister voor Sociale Zaken en Volksgezondheid. Ook het aggregaat van deze cijfers, zoals gevraagd in 4) van uw vraag, zal van deze cijfergegevens afhankelijk zijn.  

In wat betreft de bestrijding van uitkeringsfraude gesteld door Europese burgers, en in antwoord op 5) van uw vraag, kan ik u meedelen dat deze Regering in het kader van de begrotingscontrole van mei 2013 voorzien heeft in de noodzakelijke maatregelen om het plegen van deze fraude te bemoeilijken, en om de strijd tegen deze fraude op te drijven.

In het kader van de betreffende Europese wetgeving heeft België een periode van 5 jaar vastgesteld, waarbinnen voor Europese Unie (EU)-burgers kan worden bepaald welke last zij voor ons systeem van sociale bijstand stellen. Indien deze belasting voor de sociale bijstand te zwaar is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken, na een individuele beoordeling van het dossier, overgaan tot het intrekken van de verblijfstitel – hetgeen een de facto stopzetten van de uitkering inhoudt. Het betreft in deze een versterking van een reeds bestaande maatregel. Voorheen was deze periode op drie jaar vastgesteld.

Daarnaast werd voorzien in een beperking die een Europees staatsburger slechts na een periode van drie maanden aanspraak geeft op een sociale bijstandsuitkering.

Ik ben van oordeel dat daarmee een afdoende bescherming is ingebouwd tegen het zogenaamde bijstandstoerisme, waarbij Europese burgers zich naar een ander land het land van herkomst verplaatsen met de exclusieve bedoeling om zich aan het systeem van bestaanswaarborg te onderwerpen. Een dialoog op Europees niveau kan nuttig zijn in de opvolging van de bewegingen die personen of groepen van personen binnen de Unie maken met het oog op bijstandstoerisme. Eventuele maatregelen tegen een duidelijke of groeiende stroom kunnen dan ook op het geschikte, in deze het Europese, niveau worden genomen.

Indien zou blijken dat, in de nauwgezette opvolging van de gegevens terzake, onze bescherming niet afdoende zou zijn om specifieke stromen van zogenaamde bijstandstoeristen naar ons land te beperken, dringt het nemen van bijkomende maatregelen zich uiteraard op. De Regering zal niet nalaten om hierin op te treden.