Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9397

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 25 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Gemeentelijke administratieve sancties - Beroep - Drempel - Kosten

administratieve sanctie
geldboete
gemeente
rechten van de verdediging
klacht inzake bestuurlijke geschillen

Chronologie

25/6/2013Verzending vraag
30/10/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9397 d.d. 25 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent vocht een Leuvense cafébaas zijn GAS wegens geluidsoverlast aan bij een politierechter. Hij werd in het gelijk gesteld en zijn GAS werd ongedaan gemaakt. Na analyse van die zaak bleek duidelijk hoe moeilijk het in de praktijk blijkt om een GAS aan te vechten. De redenen hiervoor zijn o.a.:

- De gemeentebesturen stellen nauwelijks typeformulieren om een beroep aan te tekenen ter beschikking;

- Daardoor wordt men quasi verplicht om een advocaat te nemen, met kosten die gemakkelijk 400 euro bedragen;

- Bij verlies komt daar nog eens 165 euro bij voor de kosten voor de advocaat van de tegenpartij bovenop.

Ook voor het slachtoffer van overlast zijn er concrete problemen, want bij een GAS kan die zich geen burgerlijke partij stellen en moet hij een eventuele schadevergoeding via een gewone rechtsprocedure eisen.

Deze feiten wegen zwaar in een dossier dat om juridische, maatschappelijke en politieke redenen al zo zwaar beladen is.

Hierover de volgende vragen:

1) Bevestigt de minister dat de gemeentebesturen geen beleid voeren dat een beroepsprocedure tegen een GAS gemakkelijk maakt - eerder andersom?

2) Is de minister bereid om de gemeentebesturen op te leggen om minstens een typeformulier voor het aanvechten van een GAS op hun webstek ter beschikking te stellen?

3) Bevestigt de minister dat het aanvechten van een GAS een te groot financieel risico vormt voor de grote meerderheid van de burgers en dat die financiële drempels een ongelijkheid in de rechtsgang creëren? Hoe kan de minister hieraan tegemoetkomen en hoe kan die feitelijke ongelijkheid worden vermeden?

4) Hoe kan slachtoffers van overlast waarvoor een GAS werd uitgeschreven meteen ook de kans op een burgerlijke partijstelling worden geboden?

Antwoord ontvangen op 30 oktober 2013 :

1.Ik kan hoegenaamd niet bevestigen dat de gemeenten een ontradingsbeleid zouden voeren opdat burgers aan wie een gemeentelijke administratieve sanctie werd opgelegd, hiertegen geen beroep zouden aantekenen. Het lijkt mij daarentegen dat al onze gemeenten de democratische Staat waarin wij leven wel respecteren. Een democratie die overigens vereist dat iedere burger beroep kan aantekenen tegen de beslissingen die tegen hem genomen werden, met name in het kader van de beslissingen van de gemeentelijke administratieve sancties.  

2. Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet , alsook de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties – die in werking zal treden op 1 januari 2014 – bepaalt uitdrukkelijk op welke wijze beroep kan aangetekend worden tegen een opgelegde gemeentelijke administratieve sanctie. Het verzoekschrift waarmee beroep aangetekend wordt, is slechts onderworpen aan een beperkt aantal formaliteiten zodat dit geen onoverkomelijk probleem kan vormen voor een burger om indien gewenst, beroep aan te tekenen.  

3. Ik kan u verzekeren dat die de kosten voor rechtsbijstand niet zelf zouden kunnen dragen, kunnen beroep doen op het bestaande systeem van juridische tweedelijnsbijstand. Op die wijze houdt het huidige systeem rekening met de on- of minder vermogende burgers die beroep zouden willen aantekenen tegen een gemeentelijke administratieve sanctie. 

4. Een burgerlijke partijstelling is actueel mogelijk in het strafrecht, zonder dat een sanctionerend ambtenaar kan oordelen over de burgerlijke belangen. Dit verhindert evenwel niet dat er in het kader van de bemiddelingsprocedure, kan gepoogd worden om een regeling te treffen met betrekking tot de door de slachtoffers geleden schade en dat ontneemt de benadeelde partij in geen geval de rechten die hem wettelijk in burgerzaken werden toegekend.