Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9173

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 3 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Het geven van navelstrengbloed - Erkende materniteiten - Navelstrengbloedbank - Aantal - Informatiecampagne voor professionele gezondheidswerkers

Office de la naissance et de l'enfance
Kind en Gezin
vroedvrouw
gynaecologie
bloedtransfusie
stamcel
ongeboren vrucht
orgaantransplantatie

Chronologie

3/6/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-9173 d.d. 3 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het kader van de laatste Télévie-soldariteitscampagne die op grote schaal fondsen werft voor het Fonds de la recherche scientifique (FNRS) om het wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen in de strijd tegen kanker en leukemie, wezen wetenschappers er nogmaals op dat het van groot belang is om navelstrengbloed te geven.

Navelstrengbloed komt uit de placenta. Het bevat een grote hoeveelheid stamcellen, die verschillende types bloedcellen kunnen aanmaken. Ze kunnen worden toegediend aan jonge patiënten bij wie het beenmerg niet meer goed werkt (ten gevolge van leukemie of een andere bloedziekte).

Navelstrengbloed wordt verzameld tijdens bevallingen in materniteiten die daarvoor erkend zijn, kort na de geboorte, maar vooraleer de nageboorte heeft plaatsgevonden. Het kan pijnloos worden afgenomen zonder enig gevaar voor de moeder of het kind, vermits er geen invloed is op de medische handelingen van de bevalling.

Naar verluidt wordt daar nog te weinig over gesproken bij de inschrijving in een materniteit of tijdens de zwangerschap en weten vele toekomstige ouders niet veel of helemaal niets over dit gebaar dat nochtans levens kan redden.

1) In hoeveel materniteiten kan men nu al navelstrengbloed geven? Bestaat er een officiële lijst van erkende materniteiten waar navelstrengbloed kan worden afgenomen? Wil men het aantal erkende materniteiten in de toekomst opdrijven?

2) Hoeveel navelstrengbloedbanken zijn er in België die dit type bloed kunnen bewaren?

3) Moet er niet samengewerkt worden met Kind en Gezin en de Office de la naissance et de l'enfance om alle professionele gezondheidswerkers die toekomstige ouders begeleiden bewust te maken van deze problematiek? Moet er geen systematische informatieplicht worden ingevoerd bij gynaecologen en vroedvrouwen?