Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9117

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De ratificatie van het aanvullend protocol van Nagoya-Kuala Lumpur

ratificatie van een overeenkomst
overeenkomstprotocol
biodiversiteit
gezondheidsinspectie

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
15/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3085

Vraag nr. 5-9117 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 29 december 1993 trad het Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD) in werking. Daarop volgend trad op 11 september 2003 het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid bij VBD in voege. Dit protocol voorziet in een op het voorzorgsbeginsel gebaseerd kader voor veilige overdracht, hantering en gebruik van veranderde levende organismen die voortkomen uit de moderne biotechnologie en die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het behoud en het duurzaam gebruik van de biologische diversiteit of risico's kunnen opleveren voor de gezondheid van de mens. Dit Protocol voorzag in de mogelijkheid om een proces op te starten met betrekking tot de uitwerking van internationale voorschriften en procedures op het gebied van aansprakelijkheid en schadeloosstelling, dat uiteindelijk uitmondde in het Aanvullend Protocol van Nagoya-Kuala Lumpur.

Aansprakelijkheid en schadeloosstelling heeft in dit geval betrekking op de vraag wat er zou gebeuren als grensoverschrijdende verplaatsing van veranderde levende organismen schade aan de biologische diversiteit heeft veroorzaakt. Hierbij houdt men eveneens rekening met de mogelijke risico's voor de gezondheid van de mens. Dit aanvullend Protocol verplicht de partijen voorschriften en procedures inzake schade in de nationale wetgeving te voorzien.

België ondertekende op 20 september 2011 reeds het aanvullend protocol, maar heeft het echter nog niet geratificeerd. Dit is een gemengd verdrag, zoals blijkt uit het voorbehoud bij het Aanvullend Protocol dat door ons land werd toegevoegd.

Dit aanvullend Protocol is een belangrijke bijdrage om de doelstellingen te bereiken van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit én het Protocol van Cartagena. Het is dan ook van belang dat dit zo spoedig mogelijk in werking kan treden.

Ik heb volgende vragen aan de minister :

1. Wanneer denkt u dat de regering het ontwerp van wet bij het parlement zal kunnen indienen? Welke stappen werden daartoe tot op heden gezet?

2. Welke stappen werden reeds gezet om de interne wetgeving aan te passen in het kader van dit aanvullend protocol?

3. Heeft de Vlaamse Regering reeds ingestemd met het instemmingsdecreet, zodat het zo spoedig mogelijk aan het Vlaams Parlement kan worden voorgelegd? Wat is de stand van zaken in de andere deelstaten?

Antwoord ontvangen op 15 oktober 2013 :

  1. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is op dit ogenblik bezig met het klaarmaken van het ratificatiedossier. Na het advies van de inspecteur van Financiën en het akkoord van de minister van Begroting kan het dossier aan de ministerraad voorgelegd worden. Nadien dient het dossier nog voor advies overgemaakt te worden aan de Raad van State.

  2. Er dienen geen bijkomende stappen ondernomen te worden om de bepalingen van het protocol om te zetten in Belgisch recht. Richtlijn 2004/35/EC over milieuaansprakelijkheid komt reeds tegemoet aan de verplichtingen van het protocol. De bepalingen van deze richtlijn werden volledig in Belgisch recht omgezet.

  3. De principiële goedkeuring van voorontwerp van instemmingsdecreet door Vlaamse Regering gebeurde op 23 november 2012,. Na de principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering werd het gezamenlijk advies ingewonnen van de Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) en de Milieu-en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). Dit gezamenlijk advies werd uitgebracht op 21 december 2012. Ondertussen bevindt het dossier zich voor advies bij de Raad van State.

    In het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest bevindt het dossier zich nog in een administratieve fase.