Jaarverslag van de Federale Ombudsman - Aanbeveling - Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening - Omzetten van richtlijn 2010/18/EU naar Belgisch recht - Ouderschapsverlof voor personeelsleden van buitenlandse ambassades en de SHAPE
bemiddelaar
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
ouderverlof
NAVO
nationale uitvoeringsmaatregel
ambassade
26/4/2013 | Verzending vraag |
11/6/2013 | Antwoord |
Het jaarverslag van de Federale Ombudsman biedt een meer dan relevante staalkaart van de zwaktes en euvels in onze federale overheidsdiensten. Gebaseerd op de soms tragische realiteit, verzamelt dit jaarverslag niet alleen getuigenissen, maar formuleert ook gerichte aanbevelingen.
Een aanbeveling (p. 64) richt zich heel specifiek naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en heeft betrekking op het omzetten van de richtlijn 2010/18/EU van 8 maart 2010 naar Belgisch recht. Het gaat hier over het toekennen van ouderschapsverlof aan contractuele personeelsleden van buitenlandse ambassades en de SHAPE.
Beaamt de minister de kritiek van de ombudsman, zoals verwoord in zijn jaarverslag, die de RVA aanmaant om de richtlijn 2010/18/EU van 8 maart 2010 ten spoedigste om te zetten naar Belgisch recht? Het gaat hier over het toekennen van ouderschapsverlof aan contractuele personeelsleden van buitenlandse ambassades en de SHAPE.
Zal de geachte minister meteen een opdracht geven aan de betrokken dienst om de aanbeveling van de ombudsman te volgen?
De contractuele personeelsleden van de buitenlandse ambassades en de SHAPE ressorteren niet onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
De met een arbeidsovereenkomst tewerkgestelde werknemers van de buitenlandse ambassades en de SHAPE kunnen enkel aanspraak maken op:
de gewone loopbaanonderbreking, overeenkomstig de bepalingen van de residuaire reglementering zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen;
het thematisch verlof voor palliatieve zorg, waarvan het recht wordt geregeld in de artikelen 100bis en 102bis van de wet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.
Dit betekent dat de contractuele personeelsleden van de buitenlandse ambassades en de SHAPE, vooralsnog, geen aanspraak kunnen maken op ouderschapsverlof.
Eenzelfde problematiek stelt zich voor het verlof voor medische bijstand voor de zorg of bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad.
Mijn administratie deed alvast een eerste voorstel tot aanpassing van de bestaande reglementering, teneinde de richtlijn 2010/18/EU van 8 maart 2010 volledig om te zetten in het Belgisch recht en, met name, het recht op ouderschapsverlof (en medische bijstand) toekent aan de contractuele personeelsleden van de buitenlandse ambassades en van de SHAPE. Dit voorstel werd voor advies voorgelegd aan de administratie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. De aanbeveling van de Federale Ombudsman wordt zodoende opgevolgd