Schriftelijke vraag nr. 5-8684

van Louis Ide (N-VA) d.d. 12 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Artsen en tandartsen - Contingent - Overschot - Simulatie

tandarts
dokter
leerlingenselectie
toegang tot het beroepsleven
medisch onderwijs
algemene geneeskunde

Chronologie

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4291

Vraag nr. 5-8684 d.d. 12 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In vraag om uitleg nr. 5-1367 peilde ik naar een simulatie van het geboekte overschot op het contingent voor zowel artsen als tandartsen op basis van de laatste inschrijvingscijfers aan de universiteiten en naar de besluiten inzake de contingentering waartoe dit leidt. De minister bezorgde mij toen antwoord op beide vragen. Intussen is de simulatie al wat gedateerd (ik kreeg antwoord in november 2011).

Ik had dan ook graag een meer recente simulatie gekregen.

Vandaar mijn vraag aan de geachte minister:

Is het mogelijk om een simulatie te krijgen van het geboekte overschot op het contingent voor zowel artsen als tandartsen op basis van de meest recente cijfergegevens?

Antwoord ontvangen op 7 januari 2014 :

In antwoord op deze vraag, op de hoogte van de huidige situatie, kan ik u het vervolg van de contingentering-afvlakking van de artsen en tandartsen meedelen, aan de hand van de gegevensbank van de erkenden op 31 december 2012.

1) Contingentering-afvlakking-Simulatie van artsen.

De bijgevoegde tabellen 1, 2 en 3 stellen het voorlopige saldo voor van de afvlakking tot 31 december 2012. Die tabellen komen uit het jaarverslag 2012 van de Planningscommissie - Medisch aanbod, gepubliceerd in oktober 2013.

De conclusies op het vlak van de contingentering tot op heden zijn:

• De periode 2004-2011 blijft het cumulatieve overschot van het globale contingent van artsen stijgen. Die stijging neemt vanaf 2012 af, dankzij een vermindering van het tekort in de Vlaamse Gemeenschap en een vermindering van de overschotten in de Franse Gemeenschap.

• Wat het minimumaantal artsen betreft die een opleiding huisartsengeneeskunde aanvangen, is het tekort aanvankelijk toegenomen tot 2010. Het cumulatieve tekort van opleidingen huisartsengeneeskunde is gedaald naar 457 artsen, wat hoger blijft dan het cumulatieve tekort van 2008. Sinds 2004 vult de Franse Gemeenschap makkelijker haar minimumquotum dan de Vlaamse Gemeenschap; er zijn 96 eenheden te kort, tegenover 361 in de Vlaamse Gemeenschap. De vermindering van het globale tekort, dat begonnen is in 2011, wordt bevestigd in 2012, maar verloopt nog altijd vrij traag. De Vlaamse Gemeenschap lijkt haar tekort, dat hoger blijft dan dat van de Franse gemeenschap, sneller te kunnen verminderen. Maar algemeen genomen had de huisartsengeneeskunde weinig voordeel bij de overschrijding van de quota in 2011 en 2012; die overschrijding droeg vooral bij tot de stijging van het aantal geneesheren-specialisten.

• Het minimum voor de kinder- en jeugdpsychiatrie werd in 2009 gehaald en vertoont een licht tekort van vier eenheden in 2012.

• Het minimum voor de acute geneeskunde is vanaf 2010, toen het minimum verdubbeld werd, niet meer gehaald. Tijdens de periode 2010-2012 wordt het tekort groter. Het minimum voor de urgentiegeneeskunde daarentegen wordt ruim overschreden. De mankracht in de spoeddiensten wordt dus meer versterkt door artsen die erkend zijn in de urgentiegeneeskunde dan door artsen die erkend zijn in de acute geneeskunde.

• Het minimum voor de geriatrie wordt nooit gehaald, en het tekort neemt vrij snel toe.

• Met andere woorden: de geringe instroom van artsen die een opleiding huisartsengeneeskunde of geriatrie volgen, blijft zorgwekkend. De overschrijding van de maximumquota lijkt weinig effect te hebben om dit probleem op te lossen.

2) Contingentering- afvlakking- Simulatie van tandartsen.

Mijn diensten volgen de planning op van de tandartsen vanaf 1 januari 2008, waarvan u de voornaamste conclusies hieronder kan terugvinden. Tabel 4 toont de quota’s zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 18 augustus 2011. Tabel 5 en 6 toont voor de 2 Gemeenschappen, de toestand van de tandartsen met een Belgisch diploma, verkregen vanaf 1 januari 2008, die gelijkaardig is aan de evolutie van de afvlakking tot en met 2012. Deze tabellen zijn afkomstig van het jaarrapport 2012 van de Planningscommissie Medisch Aanbod, gepubliceerd in oktober 2013.

Conclusies:

Het totale aantal tandartsen die een opleiding aanvangen voor het verkrijgen van een erkenning ligt momenteel onder het totaal van de quota. In de Vlaamse Gemeenschap wordt dat tekort groter, maar uit de prognoses van het aantal toekomstig afstuderenden blijkt dat dit tekort vóór 2020 zou kunnen afnemen. In de Franse Gemeenschap is het tekort kleiner, en uit de prognoses van het aantal toekomstig afstuderenden blijkt dat dit tekort snel zal worden ingehaald en dat het saldo bij gelijkblijvend beleid zelfs een overschot zou kunnen worden.

De jaarlijkse quota van tandartsen die een opleiding aanvangen voor het verkrijgen van een erkenning in de parodontologie of in de orthodontie worden nooit overschreden en worden zelfs zelden gehaald, en dit in beide taalgemeenschappen.

BIJLAGE

ARTSEN

Tabel 1. De realisatie van de planning van het aanbod van artsen voor de Vlaamse Gemeenschap: globaal overzicht

(1) N= genormeerd contingent; O= vastgesteld contingent; ∆ (delta) = het verschil (O-N)

(2) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-239).

(3) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-274).

(4) In 2010 werd de correctie (-153) toegepast teneinde de houders van een onderzoeksmandaat (vervanging van de wetenschappelijke mandaten overeenkomstig art. 7, 2°) alsook de artsen aangeworven door het ministerie van Defensie (vrijstelling overeenkomstig art. 5, 5°) die geselecteerd waren tijdens de periode 2004-2010, in mindering te brengen. Vanaf 2011 zijn die plaatsvervangingen en vrijstellingen opgenomen in de berekening van het vastgestelde contingent (O).

Tabel 2. De realisatie van de planning van het aanbod van artsen voor de Franse Gemeenschap: globaal overzicht

(1) N= genormeerd contingent; O= vastgesteld contingent; ∆ (delta) = het verschil (O-N)

(2) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-3).

(3) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-72).

(4) In 2010 werd de correctie (-86) toegepast teneinde de houders van een onderzoeksmandaat (vervanging van de wetenschappelijke mandaten overeenkomstig art. 7, 2°) alsook de artsen aangeworven door het ministerie van Defensie (vrijstelling overeenkomstig art. 5, 5°) die geselecteerd waren tijdens de periode 2004-2010, in mindering te brengen. Vanaf 2011 zijn die plaatsvervangingen en vrijstellingen opgenomen in de berekening van het vastgestelde contingent (O).

Tabel 3. De realisatie van de planning van het aanbod van artsen voor België: globaal overzicht

(1) N= genormeerd contingent; O= vastgesteld contingent; ∆ (delta)= het verschil (O-N)

(2) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-242).

(3) Het saldo 2004-2007 bedroeg (-346).

(4) In 2010 werd de correctie (-239) toegepast teneinde de houders van een onderzoeksmandaat (vervanging van de wetenschappelijke mandaten overeenkomstig art. 7, 2°) alsook de artsen aangeworven door het ministerie van Defensie (vrijstelling overeenkomstig art. 5, 5°) die geselecteerd waren tijdens de periode 2004-2010, in mindering te brengen. Vanaf 2011 zijn die plaatsvervangingen en vrijstellingen opgenomen in de berekening van het vastgestelde contingent (O).

TANDARTSEN

Tabel 4: Overzicht van het quotum van de tandartsen (koninklijk besluit van 19 augustus 2011)

Tabel 5 : Vlaamse Gemeenschap: overzicht van het aantal stages voor tandartsen met een Belgisch diploma, behaald vanaf 1 januari 2008 ( koninklijk besluit 19 augustus 2011) en afvlakking.

In het wit: reële cijfers van de ingediende stages.

In het grijs: de aantallen verkregen bij de berekening van de 20 % van het quotum en het cumulatieve overschot vanaf 2008 voorzien in het koninklijk besluit van 19 augustus 2011.

Tabel 6: Franse Gemeenschap: overzicht van het aantal stages voor tandartsen met een Belgisch diploma, behaald vanaf 1/ januari 2008 ( koninklijk besluit van 19 augustus 2011) en afvlakking.

In het wit: reële cijfers van de ingediende stages.

In het grijs: de aantallen verkregen bij de berekening van de 20% van het quotum en het cumulatieve overschot vanaf 2008 voorzien in het koninklijk besluit van 19 augustus 2011.