Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8676

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Rusland - Overheid - Niet-gouvernementele organisaties (ngo's) - Middenveldorganisaties - Verhoogde druk - Reacties

Rusland
niet-gouvernementele organisatie
civiele samenleving
rechten van de mens

Chronologie

3/4/2013Verzending vraag
8/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8676 d.d. 3 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent voerden de Russische autoriteiten controles uit bij een honderdtal niet-gouvernementele organisaties (ngo's), onder meer bij Memorial, de belangrijkste ngo voor mensenrechten in Rusland. Ook de kantoren van Human Rights Watch en Amnesty International in Moskou werden binnenstebuiten gekeerd. De controles zijn het gevolg van een wet van eind 2012 die de ngo's die door het buitenland financieel gesteund worden en een politieke activiteit bedrijven, verplicht zich in te schrijven in het register "agenten van het buitenland" en zich zo ook voor te stellen bij elke publieke activiteit.

Dit is de meest recente ontwikkeling in een poging van het Russische regime om kritische geluiden de mond te snoeren. Nu het regime de Doema grotendeels van kritische stemmen heeft ontdaan, wil het ook elke buitenparlementaire vorm van oppositie en kritiek in de kiem smoren.

In een eerder antwoord op mijn bekommernissen gaf de minister te kennen dat deze materie steeds tijdens de diverse contacten op officieel niveau tussen België en Rusland op de agenda staan.

Hierover de volgende vragen.

1) Op welke wijze en wanneer zal de geachte minister namens onze regering onze ongerustheid kenbaar maken bij de Russische autoriteiten? Heeft hij dat al eerder gedaan? Wat was daarbij de concrete boodschap van België? Met welk resultaat? Welke reactie kreeg men daarbij van Rusland?

2) Heeft hij al formeel om uitleg gevraagd naar deze restrictieve regelgeving en optredens van de Russische autoriteiten ten opzichte van ngo's en andere kritische stemmen? Wat is daarbij de officiële uitleg van Rusland? Accepteert de geachte minister deze uitleg?

3) Weet hij hoeveel ngo-medewerkers met de Belgische nationaliteit in Rusland werkzaam zijn? Bestaan er volgens hem gevaren voor deze medewerkers? Is de Belgische ambassade in Rusland bereid en voorbereid om deze personen te hulp te schieten indien er zich problemen voordoen?

4) Zal deze regering in dit verband stappen ondernemen op het Europese en op andere internationale niveaus? Gaat de geachte minister akkoord dat hier een sterk politiek signaal nodig is?

Antwoord ontvangen op 8 juli 2013 :

1. Het is een feit dat er de voorbije weken op grote schaal gerechtelijke inspecties van Niet-gouvernementele Organisaties (NGO's) over het gehele Russische grondgebied hebben plaatsgevonden. Daarbij waren ook de afdeling in Moskou van Amnesty International en Human Rights Watch, alsook de Alliance Française en verschillende Duitse stichtingen onderzocht. Een woordvoerder van het ministerie van Justitie bevestigde dat de inspecties in het kader kunnen geplaatst worden van de nieuwe NGO-wetgeving. Mensenrechtenactivisten geven inderdaad aan dat tijdens de inspecties specifiek naar materiaal wordt gezocht waarmee kan ‘aangetoond’ worden dat de NGO zich dient te registreren als “foreign agentonder deze wetgeving. 

2. Tijdens mijn onderhoud met minister Lavrov in januari in Moskou, voor er sprake was van grootschalige onderzoeken, kaartte ik uiteraard ook de situatie inzake de mensenrechten aan en wees ik ondermeer op de precaire situatie van mensenrechtenverdedigers. De Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid van de Europese Unie, Catherine Ashton, heeft op 26 maart gereageerd op deze onderzoeken. In haar verklaring drukte zij bezorgdheid uit over deze acties tegen de NGO-gemeenschap en onderlijnde zij de cruciale maatschappelijke rol van NGO’s over de hele wereld, inclusief in de Europese Unie en Rusland. De recente inspecties, die gebeurden op vage wettelijke gronden, beschreef Mevrouw Ashton als verontrustend aangezien het lijkt dat ze erop gericht zijn de NGO-activiteiten in Rusland verder te ondermijnen. Zij stelde ook dat deze inspecties een zeer verontrustende trend vormen in de bredere context van het wettelijk kader dat burgerlijke vrijheden inperkt, de toenemende vervolging van activisten uit de civiele maatschappij en het gebrek aan actie in een aantal gevallen van mensenrechtenschendingen. Ik sluit mij volledig aan bij deze verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger. Ik zal ook niet nalaten dit onderwerp opnieuw te bespreken bij toekomstige contacten met de Russische autoriteiten.

Op 29 april j.l. is de Belgische delegatie in Geneve tussengekomen tijdens de Universele periodieke Herziening (UPR) van Rusland in de Mensenrechtenraad. Eén van de twee voornaamste dossiers die werden aangekaart ging precies over de situatie van de Niet-gouvernementele Organisaties in Rusland. 

3. Er zijn bij de Belgische Ambassade in Moskou slechts enkele personen met de Belgische nationaliteit bekend die voor NGO’s werken in Rusland. Indien dergelijke personen zich op de Ambassade aanmelden met problemen, zal geval per geval bekeken worden welke ondersteuning aan deze mensen kan gegeven worden.  

4. Dit probleem moet uiteraard op verschillende niveaus aangekaart worden om een sterk politiek signaal te geven. Op de volgende EU-Rusland top begin juni in Yekatarinenburg zal dit onderwerp zeker en vast uitgebreid aangekaart worden door de Europese Unie.