Hepatitis C - Behandeling - Gevallen - Uitgaven
infectieziekte
gezondheidsstatistiek
geografische spreiding
geneesmiddel
kosten voor gezondheidszorg
11/3/2013 | Verzending vraag |
20/11/2013 | Herkwalificatie |
9/12/2013 | Antwoord |
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4271
Hepatitis C is een virale aandoening waarvoor nog geen vaccin bestaat. De behandeling varieert naargelang het genotype. Bepaalde genotypen zijn gelieerd aan bepaalde geografische regio's in de wereld. Bepaalde genotypen worden met geneesmiddelen behandeld, andere niet. De ziekte kan een ernstige impact hebben op het budget van de volksgezondheid. Om dit te kunnen inschatten is het goed over data te beschikken.
1) Hoeveel gevallen werden in 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012 in België geregistreerd?
Kan de minister die gegevens per gewest uitsplitsen?
Kan zij die gegevens per genotype uitsplitsen?
2) Wat zijn de uitgaven voor de behandeling van hepatitis C voor Brussel, Vlaanderen, Wallonië en België voor 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012, en meer bepaald voor de medicatie Interferon alfa 2a of 2b en Ribavirine?
Het door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid gecoördineerde netwerk van peillaboratoria monitort het hepatitis C virus. Het gaat wel over nieuw gediagnosticeerde patiënten, niet te verwarren met het aantal nieuwe besmettingen. Het kan om patiënten gaan die vroeger besmet werden en die tijdens het verschijnen van de symptomen of tijdens een screening gediagnosticeerd werden.
Aantal patiënten met hepatitis C, in België en per gewest, tussen 2007 en 2012. WIV-ISP
|
Brussel |
Vlaanderen |
Wallonië |
Totaal |
2007 |
505 |
325 |
107 |
937 |
2008 |
462 |
524 |
80 |
1066 |
2009 |
352 |
521 |
73 |
946 |
2010 |
421 |
540 |
54 |
1015 |
2011 |
416 |
519 |
42 |
977 |
2012 |
359 |
599 |
177 |
1135 |
Er moet ook worden opgemerkt dat het om een peilnetwerk gaat, en dat het aantal gevallen dus niet het exacte aantal gevallen weergeeft maar eerder toestaat om een tendens te beschrijven. Op basis van die informatie blijkt dat het aantal jaarlijks gediagnosticeerde gevallen stabiel blijft.
De genotypes 1 en 3 komen in België het meeste voor.
De gegevens van de in ziekenhuizen afgeleverde en terugbetaalde specialiteiten kunnen we niet per gewest opsplitsen. In 2007 gaf het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) 9,7 miljoen euro uit voor de zowel in openbare apotheken als in ziekenhuisapotheken afgeleverde en terugbetaalde farmaceutische specialiteiten voor de behandeling van hepatitis C. In 2011 waren die uitgaven tot 6,8 miljoen teruggebracht. In 2012 gaf het RIZIV 16,1 miljoen euro uit, of meer dan het dubbele. Die uitgavenstijging is vooral te wijten aan het gebruik in die indicatie van nieuwe en duurdere moleculen, telaprevir en boceprevir, die in de loop van 2012 werden terugbetaald.
Tabel 1 in de bijlage geeft voor de periode 2007-2012 voor elk gewest de uitgaven (in euro) van het RIZIV voor de farmaceutische specialiteiten voor de behandeling van hepatitis C, zoals vermeld in Farmanet (in openbare apotheken afgeleverde en door het RIZIV terugbetaalde specialiteiten).
Tabel 2 in de bijlage geeft voor de periode 2007-2012 de uitgaven (in euro) van het RIZIV voor de farmaceutische specialiteiten voor de behandeling van hepatitis C, zoals vermeld in de PH documenten (in ziekenhuizen afgeleverde en door het RIZIV terugbetaalde specialiteiten).