Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8455

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 11 maart 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Ervaringsdeskundige in de armoede - Aanwerving

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
armoede
maatschappelijk werker
sociale uitsluiting

Chronologie

11/3/2013Verzending vraag
20/6/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8455 d.d. 11 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op een eerdere vraag stelde de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding dat er momenteel geen ervaringsdeskundigen aanwezig zijn bij de overheidsbedrijven. Dit verbaast me enigszins. Mobiliteit is een basisrecht en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) staat hier mee voor in.

Mensen in armoede kampen niet alleen met een (te) laag inkomen, ze worstelen ook met heel wat andere drempels. Moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt bijvoorbeeld of gebrek aan mobiliteit. Mensen met een laag inkomen kunnen zich maar moeilijk een wagen veroorloven. Als ze werk vinden (of willen solliciteren), zijn ze aangewezen op het openbaar vervoer.

Beslissingen om treinen en stations te schrappen, om loketten te sluiten (mensen in armoede hebben vaak niet eens een bankkaart) of prijzen aan te passen hebben dus een grote impact op mensen met een laag inkomen. De NMBS heeft er in het kader van haar basisdienstverlening aan de bevolking dus alle baat bij om de vinger aan de pols te houden bij deze bevolkingsgroep.

Het project om ervaringsdeskundigen in de armoede in te zetten heeft zijn waarde bovendien al bewezen en is daar waar het werd geïmplementeerd zeer positief geëvalueerd. Ik zie dus geen enkele reden waarom de NMBS deze stap niet zou zetten.

Hierover de volgende vragen.

1) Klopt het dat er tot op heden nog geen enkele ervaringsdeskundige in de armoede is aangesteld bij de NMBS? Zo ja, waarom niet? Is dit al besproken of onderzocht? Zo neen, hoeveel ervaringsdeskundigen zijn er werkzaam bij de NMBS? Op welk departement en met welke taken zijn zij belast?

2) Beaamt de geachte minister mijn opvatting dat ervaringsdeskundigen in de armoede een enorme meerwaarde kunnen betekenen voor een overheidsbedrijf zoals de NMBS dat moet instaan voor de basismobiliteit? Zo ja, zal hij spoedig contact opnemen met de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie om dit project ook binnen de NMBS te bewerkstelligen?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2013 :

In antwoord op de vragen van het geachte lid, heb ik de eer hem de volgende uitleg mee te delen:

1.  In tegenstelling tot het geachte lid ben ik overtuigd van het nut om binnen de structuren van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) ervaringsdeskundigen te integreren om de dienstverlening aan de gebruikers en de opgestelde processen te verbeteren, door rekening te houden met de noden en de moeilijkheden waarmee de meest kwetsbaren uit onze maatschappij worden geconfronteerd. Deze analyse wordt voluit door de voltallige regering gedeeld, die deze doelstelling in het federale plan armoedebestrijding heeft opgenomen.  

Ik heb deze prioriteit meermaals aan de NMBS herhaald en ik beschouw dit zelf als een piste die opgevolgd moet worden.  

2.  De principes van basismobiliteit en het aanbieden van een minimumtreindienst zijn in het beheerscontract vastgelegd. 

Als de overheid een behoefte heeft vastgesteld, om in het kader van de algemene openbare dienstverlening, bepaalde vervoersvoorzieningen te treffen voor bepaalde bevolkingsgroepen, dan dienen deze behoeften kenbaar gemaakt te worden aan de minister van de Federale Overheidsdienst (FOD) Transport & Mobiliteit of aan de Voogdijminister. 

Zo hanteert de NMBS op aanvraag van de bovenvermelde overheid een aantal sociale tarieven die deel uitmaken van het beheerscontract en voorwerp van onderhandeling zijn bij de onderhandeling van elk nieuw contract, aangezien voor de toekenning van deze verkeersvoordelen de nodige dotaties dienen vastgelegd te worden. 

Het gaat om volgende sociale en dus gereduceerde tarieven toegekend aan de volgende bevolkingsgroepen :