Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8437

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 8 maart 2013

aan de minister van Werk

Internationale transporten - Vrachtwagenchauffeurs - Filippijnse chauffeurs - Sociale fraude

zwartwerk
wegvervoer
Letland
Filipijnen
bestuurder
internationaal vervoer over de weg

Chronologie

8/3/2013Verzending vraag
22/5/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8438

Vraag nr. 5-8437 d.d. 8 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Via bronnen uit Scandinavië kwam het bericht binnen dat een in Letland geregistreerd bedrijf Filippijnse chauffeurs werft voor internationale transporten op West-Europa en Scandinavië.

Het werven van Aziatische werknemers door Westerse bedrijven is een fenomeen dat we vooralsnog alleen kenden uit de scheepvaart. De verhoudingen in het wegtransport raken met de inzet van Aziatische chauffeurs nog verder zoek. De salarissen waartegen de Filippijnse chauffeurs te werk gesteld worden, zouden variëren tussen de 650 en 1000 euro per maand. De enige andere reden voor het "sourcen" van Filippijnse chauffeurs zou een acuut chauffeurstekort kunnen zijn. Onze transportsector zit de laatste jaren in een neerwaartse spiraal die zware sociale en economische schade in de sector heeft aangericht. Met de inzet van Aziatische chauffeurs raken we nog dieper in die neerwaartse spiraal en raken de verhoudingen in het wegtransport helemaal zoek. De Filippijnse chauffeurs worden volgens de Nederlandse media reeds ingezet bij onze buren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Heeft u weet van het inzetten van Filippijnse chauffeurs in ons land via buitenlandse uitzendbedrijven en/of via andere constructies? Kan u desgevallend gedetailleerd toelichten?

2) Hoe reageert u op die nieuwe ontwikkeling en kan u een gedetailleerde lijst geven van de stappen die u heeft genomen en gaat nemen om deze nefaste ontwikkeling in te dijken?

3) Hoe beoordeelt u de constructie waarbij Filippijnse vrachtwagenchauffeurs als kenniswerkers worden binnengehaald en vervolgens de banen van Belgische en andere truckers bedreigen?

4) Bent u bereid al of niet in samenspraak met de andere landen van de Europese Unie die kwestie aan te kaarten alsook ze rechtstreeks voor te leggen aan Letland gezien dit een manifeste vorm van sociale fraude en zelfs mogelijk mensenhandel is? Kan u gedetailleerd toelichten?

Antwoord ontvangen op 22 mei 2013 :

Gelieve, hierna, het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.

Binnen een verregaand geliberaliseerde Europese markt waarvan de sector van het internationaal transport van goederen langs de weg wellicht de meest verregaande uitingsvorm is, komt het als gebruikelijk voor dat chauffeurs van alle mogelijke nationaliteiten van binnen zowel als van buiten de Europese Unie worden ingezet. Koppel hieraan het ontbreken van een harmonisering van de arbeidsvoorwaarden binnen diezelfde vrije marktzone en men krijgt het resultaat dat door het Lid wordt aangehaald.

Op zich is dit niet per definitie strijdig met de nationale wetgeving. Immers de Europese verordeningen inzake de sociale zekerheid kunnen perfect nageleefd worden terwijl de arbeidsrechtelijke detacheringsrichtlijn 96/71/EG en de door laatstgenoemde harde kern van minimale arbeidsvoorwaarden die gelden in het werkland slechts in theorie en in elk geval zeer moeilijk in de praktijk afdwingbaar zijn op de ondernemingen van goederenvervoer langs de weg die transnationaal over gans Europa opereren.

Dit probleem is eigen aan elke Westerse lidstaat met een hoge levensstandaard en met een behoorlijk inkomensniveau. De enige mogelijkheid waar een Lidstaat min of meer efficiënt kan tegen optreden is het misbruiken van de regels van de cabotage, hoewel ook hier gemakkelijk ontsnappingsroutes in de grenszones worden vastgesteld: de chauffeur rijdt een paar uren de grens over voor een kleine vracht en keert terug en een nieuwe referentieperiode voor toegelaten cabotage begint te lopen.

Het fenomeen van Aziatische zoals Filipijnse chauffeurs zijn in België nog maar zeer sporadisch vastgesteld. Overigens valt er weinig in te brengen tegen een Lets vervoerbedrijf dat transport van Noord naar Zuid –Europa organiseert met dergelijke chauffeurs, wanneer hun “activiteiten” op Belgisch grondgebied beperkt blijven tot de “transit” passage van het grondgebied, hetgeen in tijd uitgedrukt doorgaans beperkt blijft tot enkele uren.

Anders wordt het wanneer een Belgische onderneming een filiaal opricht in een Lidstaat met goedkopere arbeidskost, en zonder aldaar werkelijke substantiële activiteit uit te oefenen, vaak met een administratieve zetel beperkt tot een klein bureeltje, aldaar zijn goedkopere chauffeurs rekruteert om ze als ter beschikking gestelde chauffeurs de facto integraal uit te lenen en te onderwerpen aan het gezag van de Belgische onderneming die fungeert als logistiek beslissingscentrum.

De regering heeft de laatste voorbije maanden verschillende wettelijke maatregelen genomen die thans bij wet zijn goedgekeurd. De meeste ervan vindt men terug in de Programmawet van 27 december 2013.

De inspectiediensten die samenwerken in het actieplan vervoer zijn overigens zeer alert voor deze grensoverschrijdende fenomenen en verleggen hun actieterrein meer en meer naar het aspect van de delokalisatie van vervoersactiviteiten naar het buitenland en de fictieve detachering.

De samenwerking met de bevoegde buitenlandse inspectiediensten en sociale zekerheidsorganismen is het laatste jaar ook sterk gericht op de onderlinge bijstand en uitwisseling ter bestrijding van de uitwassen van deze transnationale praktijken.