Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8234

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Het maximum aantal verstrekkingen per dag bij kinesitherapeuten

paramedisch beroep

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
7/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3028

Vraag nr. 5-8234 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van een goede zorgverlening worden bij kinesitherapeuten profielmaxima van het aantal verstrekkingen volgens nomenclatuur per dag opgelegd. Omdat een verstrekker naast verstrekkingen ook administratieve taken heeft, werd dit maximum gebracht op 20 grote en 10 kleine verstrekkingen volgens nomenclatuur per dag. Indien na controle blijkt dat de kinesitherapeut een hoger gemiddelde heeft per dag, ongeacht of dit grote dan wel kleine zijn, wordt hij voor dit surplus gesanctioneerd.

Deze profielen, die ongetwijfeld passen in het kader van een goede zorgverlening, gaan echter volledig voorbij aan de realiteit die zich in de praktijk steeds meer begint af te tekenen. Ondertussen zijn er een aantal groepspraktijken ontstaan die kinesitherapie gezamenlijk uitoefenen en die ondersteund worden door minstens één administratieve medewerker. Toch blijven voor deze praktijken de strenge profielen onverminderd gelden, hoewel de tijdsbesteding aan administratieve taken per dag hier volledig verschuift naar de administratieve hulp en dus niet langer door de verstrekker dient te worden gedaan. De loonlast wordt dan wel volledig gedragen door de kinesitherapeut die, in tegenstelling tot de groepspraktijken bij artsen, daarvoor geen tegemoetkoming krijgt.

De vaste en algemene profielen blijven ook onverminderd gelden indien wegens tijdelijke omstandigheden binnen de praktijk, zoals zwangerschap, tijdelijke gezinslasten of verschuivingen als gevolg van de vrije therapeutische keuze van de patiënt, zich toch werklastverschuivingen tussen de kinesitherapeuten van eenzelfde groepspraktijk voordoen.

Graag had ik van de minister een antwoord mogen ontvangen op volgende vragen:

1) Vindt de minister het nog steeds te verantwoorden dat er vaste en algemene profielen blijven bestaan voor eender welke kinesitherapeut, ongeacht of hij een individuele praktijk heeft dan wel deel uitmaakt van een groepspraktijk?

2) Is de minister niet van mening dat hiermee samenwerkingsverbanden tussen kinesitherapeuten, wat de zorgverlening ten goede kan komen, belemmerd worden?

3) Is de minister bereid het aantal maximumprofielen te herbekijken in functie van kinesitherapeuten die binnen een groepspraktijk functioneren?

4) Acht de minister het niet nuttig enige soepelheid in te voeren in het aantal maximumprofielen, en deze uitwisselbaar te maken tussen kinesitherapeuten die deel uitmaken van eenzelfde groepspraktijk, om zo tijdelijke omstandigheden te kunnen opvangen? Hoe staat de minister tegenover de mogelijkheid om de profielen in globo per praktijk te berekenen?

Antwoord ontvangen op 7 maart 2013 :

De huidige nomenclatuur van kinesitherapieverstrekkingen omvat inderdaad een beperking die stelt dat per kinesitherapeut gemiddeld slechts 30 verstrekkingen per dag mogen worden aangerekend, waarvan maximum 20 verstrekkingen waarvoor een globale gemiddelde duur van 30 of 20 minuten of een minimumduur van 20 minuten persoonlijke betrokkenheid van de kinesitherapeut is vereist. Hierbij wordt geen verschil gemaakt of die kinesitherapeut al dan niet in een samenwerkingsverband met andere kinesitherapeuten werkt.

Deze beperking is reeds ruim 15 jaar oud en misschien is door een verandering van de organisatie van de kinesitherapiesector het aangewezen om deze bepaling te herzien in die context.

Deze thematiek werd op 8 februari 2013 voorgelegd aan de Technische Raad voor Kinesitherapie, het orgaan dat de nomenclatuur van kinesitherapieverstrekkingen opvolgt en voorstellen tot wijziging ervan uitwerkt.

De Technische Raad merkt op dat die beperking slaat op de persoonlijke activiteit van de kinesitherapeut, ongeacht de organisatievorm waarin die werkt. De Technische Raad vindt het niet opportuun om ook de ondersteuning door administratieve medewerkers in die beperking te verwerken; die zijn niet betrokken bij de daadwerkelijke verzorging van de patiënt. De Technische Raad heeft dan ook unaniem beslist om geen nomenclatuurwijziging in die zin uit te werken.