Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8153

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 februari 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Thuiswerk - Diensten van de minister of staatssecretaris - Cijfers - Maatregelen

thuiswerk
werk op afstand
ministerie
officiële statistiek

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
16/4/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8140
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8141
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8142
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8143
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8144
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8145
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8146
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8147
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8148
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8149
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8150
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8151
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8152
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8154
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8156
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8157
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8158

Vraag nr. 5-8153 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De jongste jaren is er in het bedrijfsleven steeds meer aandacht voor thuiswerken (of telewerken). De naam zegt het zelf: de werknemer werkt van thuis uit in plaats van op het werk. Dat levert voordelen op voor de werknemer en de werkgever. De werknemer verliest geen tijd met pendelen, tijd die kan worden gebruikt om te werken. De werknemer kan zijn dag beter plannen: hij of zij kan bijvoorbeeld overdag een uur uittrekken voor de kinderen, en 's avonds nog een uurtje werken. Die vrijheid kan resulteren in een grotere motivatie en minder stress bij de werknemer, wat dan weer betere resultaten en creativiteit tot gevolg kan hebben. Minder verplaatsingen en verbruik op het werk (bijvoorbeeld elektriciteit) is positief voor het milieu en betekent minder kosten voor de werkgever. Aan de Nationale Thuiswerkdag van 2012 namen volgens de website 2506 mensen deel. Ook de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Kanselarij van de Eerste minister staan in de lijst van deelnemers.

Een argument tegen thuiswerken is dat de werknemer vanzelfsprekend niet fysiek aanwezig is op de werkvloer. Moderne technieken laten echter toe om dit te overbruggen. Via chat- en videochatprogramma's (bijvoorbeeld Skype) kunnen videoconferenties met verschillende partners worden gevoerd. Cloud computing services (bijvoorbeeld Dropbox) laten toe om bestanden via het internet op te slaan zodat ze online overal veilig beschikbaar zijn.

Graag had ik enkele vragen gesteld over dit thema:

1. Is er bij uw diensten sprake van een toename van het thuiswerk? Heeft u hierover ook cijfers, en indien ja, kan u die meedelen? Kan u het thuiswerk opdelen voor de jongste 5 jaren? Zo niet, acht u het nuttig om hier in de toekomst cijfers over bij te houden?

2. Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3. Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over?

4. Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5. Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6. Wordt er, indien de werknemer thuis werkt, gebruik gemaakt van programma's om bijvoorbeeld te videochatten of voor cloud computing? Krijgen werknemers een opleiding om die programma's correct en veilig te gebruiken, of wordt hierin zelfstandigheid verwacht?

7. Welke andere voordelen, buiten die aangehaald in de toelichting, levert thuiswerken volgens u op voor uw medewerker?

Antwoord ontvangen op 16 april 2013 :

Voor wat de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit betreft:

1) Het aantal telewerkers stijgt jaar na jaar bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. In 2008, het aanvangsjaar van de proeffase, telde men elf telewerkers. In 2009 waren er tweeëndertig, in 2010, zesenvijftig, in 2011, zesenzeventig, in 2012, honderd en een en vandaag honderd en vier.

2) Thuiswerk blijft occasioneel mogelijk om bijvoorbeeld tegemoet te komen aan de specifieke problemen van sommige werknemers om op hun werkplaats te geraken (vooral bij stakingen). Regelmatig telewerk wordt aangemoedigd bij de verantwoordelijken van de diensten waarin deze alternatieve werkvorm past; informatiesessies worden georganiseerd en een specifieke begeleiding wordt voorgesteld.

3) In de huidige fase (verruimde proeffase) betekent het telewerk nog geen kostenbesparing voor het departement.

4) Telewerk wordt sinds 2008 gepromoot in de context van het ruimere project "Alternatieve werkvormen" dat ernaar streeft om - samenhangend met de maatregelen ter bevordering van het welzijn en de gezondheid van de personeelsleden - alternatieve prestatiemethodes in te voeren, vanuit een geest van duurzame mobiliteit.

5) In het kader van het Mobi4U-project over de nieuwe manieren van werken, dat begin maart gestart werd, wordt de invoering van het telewerk in het departement voortgezet: telewerk is resultaatgericht en moet het mogelijk maken dat de motivatie van elkeen wordt versterkt door waarden zoals vertrouwen, responsabilisering, rechtvaardigheid, eerbied, verdeling, transparantie, flexibiliteit en teamgeest en dit gelijklopend met een beter evenwicht tussen het privé- en beroepsleven.

6) De telewerkers gebruiken nu e-mobilit, een systeem waarmee ze hun e-mails kunnen raadplegen en ze toegang hebben tot het netwerk. Een handleiding voor dit systeem is beschikbaar op het intranet. De informaticadienst geeft ook uitleg bij de installatie van e-mobilit op de laptop van de telewerker. In het kader van het Mobi4U-project over “Het Nieuwe Werken” zal een beter systeem worden ontwikkeld. De medewerkers zullen daarvoor een adhocopleiding krijgen.

7) Naast de terugbetaling van een internetverbinding ter hoogte van 30,55 euro per maand, biedt telewerk voornamelijk kwalitatieve voordelen, zoals een beter evenwicht tussen het privé- en beroepsleven en minder woon-werkverkeer bijvoorbeeld.

Voor wat de FOD Volksgezondheid en Leefmilieu betreft:

1)Een proefproject loopt sinds maart 2008 binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu om de impact van deze nieuwe manier van werken op het privéleven van telewerkers te analyseren. Zo hebben meer dan tachtig medewerkers van onze FOD gedurende 10 maanden de voor- en nadelen van het werken van op afstand in detail in kaart gebracht.

Vanaf september 2009, gezien de positieve evaluatie van het proefproject, werd telewerk tot vijf directoraten uitgebreid (het Directoraat-Generaal Leefmilieu, de stafdiensten P&O en ICT, de Diensten van de Voorzitter en de Hoge Gezondheidsraad). De keuze van deze directoraten werd gemaakt op basis van het heel hoge aantal functies waarbinnen kan getelewerkt worden, en op basis van het enthousiasme van hun management.

In de jaren 2010 en 2011 is het aantal telewerkers langzamerhand toegenomen binnen deze diensten waar telewerk mogelijk was.

In 2012 werd de mogelijkheid om te telewerken tot de hele organisatie uitgebreid voor de functies waarbinnen getelewerkt kon worden. De FOD heeft geleidelijk telewerk uitgebreid om de leidinggevenden en hun medewerkers te kunnen begeleiden in deze nieuwe manier van werken.

In bijlage zijn de cijfers over de evolutie van telewerk binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu van 2008 tot 2012 :

2) Ja, thuiswerk als nieuwe organisatievorm kadert binnen de strategische doelstellingen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, namelijk :

De FOD hecht veel gewicht aan resultaatgerichtheid. Vanuit deze invalshoek zijn de behaalde resultaten belangrijker dan de plaats of de moment van de dag waarop ze geleverd worden. Telewerk resulteert uit deze filosofie.

Bovendien is de FOD een organisatie die veel aandacht aan haar medewerkers schenkt en die hen de mogelijkheid wil aanbieden om zo goed mogelijk werk en privéleven op elkaar af te stemmen. Dat is ook één van de voordelen van telewerken. Het doel is permanent het juiste evenwicht tussen het belang van de medewerker en de noden van de organisatie te vinden. Flexibiliteit langs beide kanten is dus noodzakelijk.

Uiteindelijk moedigt de FOD zijn leidinggevenden aan om zijn leiderschap op de volgende elementen te baseren :

3) Op dit moment is het meten van de mogelijke effecten inzake ruimte- of energiebesparing nog niet uitgevoerd want de invoering van telewerk ging niet met projecten gepaard die de rationalisering van bureaus en/of ruimtebesparing mogelijk maakten.

De mogelijkheid om ruimte- en energiebesparingen te realiseren zal onderzocht worden en er zal een businessplan opgesteld worden in de loop van 2013 om de verschillende mogelijke opportuniteiten en effecten te evalueren.

4) Ja, in 2012 werden meerdere initiatieven inzake communicatie en begeleiding uitgevoerd. De dienst P&O heeft infosessies voor leidinggevenden georganiseerd tijdens hun staffvergaderingen. Daarna werd elke medewerker die de wens uitdrukte om te kunnen beginnen met telewerk, uitgenodigd voor een infosessie over de praktische en reglementaire regels van telewerk.

Op het intranet van de organisatie werd ook een pagina « Telewerk » aangemaakt en deze wordt regelmatig geupdat. Medewerkers kunnen er nuttige informatie over telewerk op vinden evenals het resultaat van de verschillende initiatieven , zoals

In september 2012 werden ook verschillende evaluatieworkshops georganiseerd waaraan ongeveer veertig functionele leidinggevenden deel hebben genomen. Het doel was hun standpunt over het telewerkbeleid van de FOD te krijgen en hun mogelijke noden inzake opleiding en begeleiding te kennen. De dienst P&O wil ook regelmatig de tevredenheid van de functionele leidinggevenden over het telewerk evalueren maar de vorm werd nog niet bepaald.

5) De FOD wil telewerk in de organisatie ondersteunen voor medewerkers die dit wensen maar op voorwaarde dat hun functie verenigbaar is met telewerk. Op dit moment worden geen bijzondere initiatieven meer gepland inzake telewerkbevordering in de organisatie.

Op het niveau van de FOD wordt een personeelstevredenheidsenquête om de twee jaren georganiseerd waaraan specifieke vragen over telewerk in 2013 zullen toegevoegd worden om de tevredenheidsgraad van de medewerkers te verkrijgen inzake het telewerkbeleid van de organisatie.

6) De FOD heeft alle medewerkers de online samenwerkingsmiddelen zoals Lync en Skype ter beschikking gesteld. Een telefoniesysteem met Voice Over IP via de computer en een Sharepoint-platform werden ontwikkeld en worden geleidelijk gebruikt door de medewerkers. Gebruikershandleidingen werden opgesteld en gepubliceerd op het intranet van de organisatie. Tijdens de kantooruren kunnen de medewerkers hun vragen aan de helpdesk stellen en ondersteuning voor het gebruik ervan vragen.

7)De vorige bij de medewerkers uitgevoerde tevredenheidsenquêtes hebben het mogelijk gemaakt om de volgende elementen te identificeren :

Telewerk is een flexibiliteitsbron

Telewerk geeft een aantrekkelijke imago van de FOD en biedt een reële troef wat de retentie van talenten betreft…

Telewerk heeft een positief effect, zowel op het privéniveau als op het professionele niveau :

Voor wat de FOD Economie betreft:

Voor de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie heeft mijn collega, de heer Johan Vande lanotte, minister van Economie, Consumenten en Noordzee, in zijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 5-8143 dezelfde vragen beantwoord.

Voor wat de beleidscel van de Staatssecretaris betreft:

De werknemers van Shared Services in het algemeen en van mijn Diensten op de Kanselarij in het bijzonder beschikken voor hun thuiswerk over een Virtual Private Network (VPN)-verbinding. Dit betekent dat zij op een professioneel beveiligde manier toegang hebben tot hun elektronische gegevens net alsof ze op kantoor werken. VPN is een meer beveiligde manier van gegevensuitwisseling dan Cloud Computing, waarbij de Overheid geen enkel idee heeft waar de gegevens in realiteit bewaard worden. Bovendien is de Patriot Act die onlangs in de Verenigde Staten van Amerika van kracht is geworden niet van aard om de bezorgdheid van de Belgische en Europese Overheden inzake beveiliging van elektronische gegevens te milderen.

Video chatten wordt momenteel niet gebruikt omdat er (nog) geen vraag naar is.