Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8144

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen

Thuiswerk - Diensten van de minister of staatssecretaris - Cijfers - Maatregelen

thuiswerk
werk op afstand
ministerie
officiële statistiek

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
28/3/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8140
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8141
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8142
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8143
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8145
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8146
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8147
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8148
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8149
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8150
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8151
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8152
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8153
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8154
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8156
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8157
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8158

Vraag nr. 5-8144 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De jongste jaren is er in het bedrijfsleven steeds meer aandacht voor thuiswerken (of telewerken). De naam zegt het zelf: de werknemer werkt van thuis uit in plaats van op het werk. Dat levert voordelen op voor de werknemer en de werkgever. De werknemer verliest geen tijd met pendelen, tijd die kan worden gebruikt om te werken. De werknemer kan zijn dag beter plannen: hij of zij kan bijvoorbeeld overdag een uur uittrekken voor de kinderen, en 's avonds nog een uurtje werken. Die vrijheid kan resulteren in een grotere motivatie en minder stress bij de werknemer, wat dan weer betere resultaten en creativiteit tot gevolg kan hebben. Minder verplaatsingen en verbruik op het werk (bijvoorbeeld elektriciteit) is positief voor het milieu en betekent minder kosten voor de werkgever. Aan de Nationale Thuiswerkdag van 2012 namen volgens de website 2506 mensen deel. Ook de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Kanselarij van de Eerste minister staan in de lijst van deelnemers.

Een argument tegen thuiswerken is dat de werknemer vanzelfsprekend niet fysiek aanwezig is op de werkvloer. Moderne technieken laten echter toe om dit te overbruggen. Via chat- en videochatprogramma's (bijvoorbeeld Skype) kunnen videoconferenties met verschillende partners worden gevoerd. Cloud computing services (bijvoorbeeld Dropbox) laten toe om bestanden via het internet op te slaan zodat ze online overal veilig beschikbaar zijn.

Graag had ik enkele vragen gesteld over dit thema:

1. Is er bij uw diensten sprake van een toename van het thuiswerk? Heeft u hierover ook cijfers, en indien ja, kan u die meedelen? Kan u het thuiswerk opdelen voor de jongste 5 jaren? Zo niet, acht u het nuttig om hier in de toekomst cijfers over bij te houden?

2. Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3. Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over?

4. Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5. Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6. Wordt er, indien de werknemer thuis werkt, gebruik gemaakt van programma's om bijvoorbeeld te videochatten of voor cloud computing? Krijgen werknemers een opleiding om die programma's correct en veilig te gebruiken, of wordt hierin zelfstandigheid verwacht?

7. Welke andere voordelen, buiten die aangehaald in de toelichting, levert thuiswerken volgens u op voor uw medewerker?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2013 :

In antwoord op haar vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

Voor de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP):

1. De RVP heeft beslist om zoveel mogelijk medewerkers de mogelijkheid te bieden om telewerk te verrichten.

Evolutie van het aantal telewerkers bij de RVP in de laatste vijf jaar:

In 2008 10 medewerkers

In 2009 23 medewerkers

In 2010 23 medewerkers

In 2011 75 medewerkers

In 2012 181 medewerkers

2. Telewerk wordt aangemoedigd. De RVP streeft naar een nieuwe manier van werken die gebaseerd is op het bereiken van duidelijk vastgelegde doelstellingen. Zowel het management als de medewerkers kunnen zich vinden in deze manier van werken.

3. Er werd tot op heden nog geen daling van de kosten vastgesteld bij de RVP, noch voor wat betreft het gebruik van de bureaus (de RVP werkt niet met het dynamic office-systeem, de bureaus van de telewerkers blijven ongebruikt als ze thuis werken), noch op het vlak van het energieverbruik (de kantoren worden op dezelfde manier verwarmd en verlicht). Op termijn is de RVP echter van plan om zes verdiepingen in de Zuidertoren vrij te maken.

4. De RVP heeft een omvangrijk project op touw gezet om een nieuwe bedrijfscultuur te promoten. Dit project, dat de naam Dynamo kreeg, heeft betrekking op de wijze waarop de doelstellingen worden vastgelegd en de verkregen resultaten worden gemeten en op de wijze waarop men een nieuwe manier van werken kan invoeren betreffende het tijdstip waarop en de plaats waar het werk wordt uitgevoerd. Gezien de omvang van het project en de noodzaak om vooraf te voldoen aan een aantal voorwaarden (geschikt materiaal, vastlegging van de doestellingen, opleiding en technische eisen) gebeurt de uitrol stapsgewijs, dienst per dienst, op basis van een afgesproken planning.

5. Zie punt 4.

6. Naast de gebruikelijke communicatiemiddelen (telefoon en e-mail) wordt er ook gebruik gemaakt van een “chatprogramma”. Er is geen videosysteem voorzien. De medewerkers volgen interne opleidingen en kunnen rekenen op de nodige ondersteuning.

7. Uit een interne rondvraag die de RVP heeft georganiseerd onder de telewerkers is gebleken dat 86,96 % van de medewerkers ‘heel tevreden’ is over de mogelijkheid om telewerk te verrichten. Naast de voordelen op het vlak van de verplaatsingen (tijdwinst) kan het personeel zijn werk zelf organiseren (zelfdiscipline, werktijden en pauzes).

Voor de Pensioendienst voor de overheidsdienst (PDOS):

1. Bij de PDOS is thuiswerk nog niet formeel ingevoerd alhoewel het reeds sporadisch wordt toegestaan. Er zijn dan ook geen cijfers die ik u kan meedelen. Uiteraard zullen in de toekomst cijfers inzake thuiswerk bijgehouden worden zodra het formeel is ingevoerd.

2. Thuiswerk was één van de topprioriteiten in de personeelstevredenheidsenquête. De PDOS is absoluut voorstander van thuiswerk en van satellietwerk maar eerst moeten de arbeidsomstandigheden en de werkprocessen hierop afgestemd worden en moet het arbeidsreglement worden aangepast.

3. Aangezien thuiswerken bij de PDOS nog niet formeel bestaat, is er ook nog geen sprake van een kostenbesparing.

4. Wat de arbeidsomstandigheden en de werkprocessen betreft, zit de PDOS momenteel in de volle transitie van een papieren pensioendossier naar een elektronisch pensioendossier. Deze transitie gaat gepaard met de invoering van elektronisch documentenbeheer en klantenrelatiemanagement. Deze transitie is technisch nog niet volledig afgerond. De noodzakelijke cultuurverandering inzake het werken met uitsluitend elektronische gegevens is nog niet beëindigd. Tenslotte zou PDOS ook Voice over IP moeten kunnen aanschaffen. De budgettaire context is hiervoor echter niet gunstig.

5. Tot en met 7: zie supra.