Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7821

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 21 januari 2013

aan de minister van Justitie

Bestrijding van internetextremisme - "Clean IT Project" - Meldingsplicht - Klantgegevens - Toezicht op sociale media - Democratische inspraak in het project - Privacybescherming - Standpunt regering

computercriminaliteit
eerbiediging van het privé-leven
terrorisme
staatsveiligheid
extremisme
virtuele gemeenschap
sociale media
radicalisering

Chronologie

21/1/2013Verzending vraag
16/5/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7820

Vraag nr. 5-7821 d.d. 21 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een door Nederland opgezet EU-project om internetextremisme te bestrijden, zonder wetgevend raamwerk, nadert luidens diverse bronnen voltooiing (zie http://www.cleanitproject.eu/).

Het plan van het zogeheten "Clean IT Project" stelt uiteenlopende maatregelen voor die de deelnemende organisaties kunnen toepassen. Op de website van de Europese Unie bevindt zich een voortgangsrapport en een ontwerprapport (voor het voorlopig rapport zie: http://www.edri.org/files/cleanIT_sept2012.pdf ).

Deelnemers van het "Clean IT Project" zijn overheden, opsporingsdiensten, niet-gouvernementele organisaties, internetbedrijven en belangenverenigingen. Het uitgelekte document bevat best practices die het project tot op heden heeft geformuleerd ter bestrijding van extremisme op het internet, zoals terroristische recrutering. Het Detailed recommendations document for best practices and permanent dialogue bevat enkele punten die een wetswijziging vergen.

Er wordt onder meer voorgesteld om hyperlinks naar websites met terroristische content illegaal te verklaren, "net zoals de terroristische content zelf", omschrijft het document. Dit geldt dan voor partijen die bewust hyperlinks aanbieden naar content die als terroristisch valt te definiëren. Onder de al wel aangenomen punten staat dat internetbedrijven, waaronder hosters en internet access providers, een meldingsplicht moeten krijgen voor terroristisch internetgebruik in hun infrastructuur. Die plicht moet wettelijk zijn en geldt zodra het bedrijf zich bewust wordt van dergelijke activiteit. Daarnaast staat het voorstel voor een wettelijke plicht voor internetbedrijven om alle klantinformatie over te dragen die een opsporingsinstantie nodig heeft voor onderzoeken naar terroristisch gebruik van het internet. Verder is er nog de maatregel om surveillance van sociale media door politieagenten te legaliseren. Dat omvat het hebben van complete profielen op sociale netwerken, met alle mogelijkheden die reguliere gebruikers ook hebben. Onder de punten die nog ter discussie staan, bevindt zich onder meer een legalisatievoorstel voor internetbedrijven om hun gebruikers zich te laten identificeren. Dit dient dan als basis om een beleid voor echte identiteiten te kunnen invoeren.

Graag leg ik volgende vragen voor aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op de punten die dit rapport aanhaalt? Kunt u aangeven welke punten de Belgische regering steunt?

2) Kunt u aangeven wie er namens ons land deelneemt aan het "Clean IT Project" alsook aangeven welke diensten en of agentschappen eraan deelnemen?

3) Kunt u aangeven in hoeverre de privacycommissie(s) van ons land en andere landen betrokken zijn bij het opzetten van dit "Clean IT Project" en kunt u aangeven in hoeverre de nationale parlementen of andere democratische vertegenwoordigers betrokken zijn bij dit Europees project? Vindt u dat er voldoende democratische inspraak is?

4) Bent u voor het opheffen van de anonimiteit op het internet met het oog op terrorismebestrijding?

5) Bent u voor het invoeren van "surveillance" of toezicht vanwege de veiligheids- en politiediensten op de sociale media? Kunt u zeer concreet toelichten?

6) Steunt ons land het "Clean IT project" en is het dus bereid zijn wetgeving hierop af te stemmen zoals afgesproken door de andere partners? Zo ja, wanneer heeft hieromtrent een parlementair debat plaatsgevonden of zal dit plaatsvinden?

7) Hebt u een schrijven (een zogenaamd steunverzoek) hieromtrent ontvangen van de uittredende minister Ivo Opstelten van Justitie en Veiligheid van april 2012 dat was gericht aan al zijn EU-collega's? Wat hebt u geantwoord op dit steunverzoek?

Antwoord ontvangen op 16 mei 2013 :

1) Het rapport dat werd gelekt betreft een werkdocument, dat niet meer of minder is dan een opsomming van alle besproken mogelijke maatregelen en best-practices die tijdens de werksessies in de opeenvolgende Clean IT meetings naar voren werden geschoven. Dit document is overigens vandaag de dag al achterhaald gezien een aantal passages tijdens de laatste sessie werden aangepast en geschrapt. Het document zal ook in de komende maanden nog aan veranderingen onderhevig zijn. Het dient daarom nogmaals te worden benadrukt dat dit document niet meer is dan een werkdocument en de deelnemende partners tot niets bindt. Het document dient veeleer te worden beschouwd als een repertorium van best-practices en maatregelen waaruit men desgewenst als deelnemend land/partner kan putten, toch althans deze elementen waarin men zich op nationaal niveau kan vinden. Het is belangrijk te vermelden dat deze documenten eens afgewerkt ook openbaar toegankelijk zullen worden gesteld, zodat elke belanghebbende deze gegevens kan gebruiken (bijvoorbeeld in het kader van voorstellen tot wetgevende initiatieven allerhande). Het is op dit ogenblik, gelet op de status van het werkdocument, te vroeg om te stellen welke elementen in de Belgische context implementering zouden kunnen krijgen.  

2) OCAD en voor enkele sessies in het verleden ook Fed Pol ( Internet Surveillence Unit, DGJ/DJP Terro). 

3) Op dit ogenblik is er voor zover geweten geen betrokkenheid van de privacy commissie, al hebben al wel meerdere Niet-gouvernementele organisaties (NGO's) die zich ook bekommeren om de problematiek van de privacy op het Internet deelgenomen aan Clean sessies (geen Belgische evenwel). 

4) In het kader van het CLEAN IT project is dit element ondertussen 'zonder voorwerp', gezien het voorstel om anoniem te surfen op het Internet aan te moedigen of te verplichten, niet langer weerhouden is bij de aan te bevelen best practices. 

5) Sociale media zijn vandaag de dag een niet langer weg te denken aspect van het Internet dat ook deel uitmaakt van de openbare ruimte, althans dat deel dat niet als privé wordt afgeschermd. Dit kan door politie- en veiligheidsdiensten aangewend worden om redenen van openbare orde en/of in het kader van de strijd tegen gewelddadige radicalisering, extremisme en terrorisme.  

6) Ons land steunt de vraag van de Nederlandse NCTV om omtrent deze problematiek deel te nemen aan de verschillende CLEAN IT sessies. Ons land erkent eveneens dat de problematiek van de 'online radicalisering' van jongeren door terroristische en/of extremistische propaganda een niet langer te ontkennen probleem vormt. Dit wordt best via meerdere sporen aangepakt en CLEAN IT zal mogelijk een aantal elementen naar voren schuiven die in dat kader behulpzaam kunnen zijn. Dit hoeft niet noodzakelijk via wetgevende initiatieven te gebeuren. Waar wetgevende initiatieven noodzakelijk zijn, zal dit via de geijkte wegen verlopen, met voldoende momenten voor inspraak. 

7) Het schrijven van april 2012 van de Nederlandse minister was van algemene aard. De Nederlandse minister vroeg een groot aantal Europese landen om steun voor het Clean IT project. Gezien België al in 2010 toezegde om deel te nemen, was deze brief in feite niet zozeer aan ons land gericht, maar wel aan de Europese Unie (EU) landen die nog geen deel uitmaakten van het project. Sinds dit schrijven zijn ondertussen nog een aantal andere EU landen toegetreden tot het project.