Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7653

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 8 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Internet - Vrijheid van de internetgebruiker - Vrije meningsuiting - Beperkingen - Straffen en opsluitingen - Internationale acties om internetvrijheid te vrijwaren

internet
vrijheid van meningsuiting
censuur

Chronologie

8/1/2013Verzending vraag
26/3/2013Rappel
15/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7653 d.d. 8 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs verscheen het rapport "Freedom on the net 2012" van de internationale organisatie Freedom House. De tekst is lichtjes optimistisch over de vrijheid van de gemiddelde internetgebruiker, mede door de strijd van vele internetactivisten. Toch worden ook veel gebruikers van het internet beperkt in hun vrijheid, of zelfs gestraft voor hun online activiteiten. Langdurige opsluitingen omwille van een kritisch artikel of een straffe tweet zijn in veel landen zeer goed mogelijk.

Autoritaire regimes (denk hierbij aan Syrië, Iran, China, …) dulden het vaak niet dat hun burgers om het even wat doen of zeggen op het net (bijvoorbeeld kritiek op politici) en proberen op diverse manieren de toegang tot het internet te beperken. Hierbij gaat het om high-profile arrestaties en opsluitingen die aandacht krijgen in de (selecte) pers, maar meer verdoken methodes blijven vaak verborgen voor de publieke opinie. Eenmaal virtueel monddood gemaakt, is het zeer moeilijk om deze vrijheid terug te winnen. Vele autoritaire regimes maken zich ook schuldig aan internet surveillance, waardoor critici constant opgevolgd worden.

Graag had ik u ook dan enkele vragen gesteld over dit onderwerp:

1) Deelt u mijn mening dat vrijheden op het internet deel moeten zijn van de elementaire vrijheden van elk individu, en dat de vrijwaring ervan deel is van de democratie?

2) Is er in de internationale politiek aandacht voor deze problematiek? Zijn er initiatieven of acties die internetvrijheid internationaal trachten te vrijwaren?

3) Zo neen, vindt u dat deze problematiek meer aandacht verdient en acht u het noodzakelijk om dit onder de aandacht te brengen? Dit gelet op het feit dat activisten en dissidenten het internet vaak gebruiken als actiemiddel in hun strijd tegen een autoritair regime?

4) Hoe is het volgens u gesteld met de internetvrijheid in ons land, vergeleken met andere landen in (West-) Europa en de wereld?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

1. België will een informatiemaatschappij zien ontwikkelen die gebaseerd is op het respect voor de mensenrechten. Deze informatiemaatschappij moet gebaseerd zijn op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Handvest van de Verenigde Naties, dat instaat voor de bescherming en handhaving van de universaliteit en de ondeelbaarheid van alle mensenrechten. De bescherming van de standaarden van de mensenrechten behoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de Staten en het is de verantwoordelijkheid van de lidstaten om ervoor te zorgen dat het beheer van Internet mechanismen in overeenstemming is met de standaarden van de mensenrechten, dat er manieren bestaan om ze af te dwingen, en dat de staten verantwoording moeten afleggen, met inbegrip voor de internationale gerechtshoven.

2. en 3. Er bestaat meer en meer belangstelling van de internationale gemeenschap voor dit onderwerp. De Mensenrechtenraad heeft bijvoorbeeld in juli 2012 een resolutie aangenomen waarin staat dat ieder individu het recht heeft om zich te verbinden en vrij te uiten op het Internet. China en Cuba hebben ondanks hun reserves deze resolutie ook aangenomen. De implementatie van de fundamentele vrijheden, zoals vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie, kan de opkomst van nieuwe informatie en communicatie technologieën niet langer negeren. Het ministercomité van de Raad van Europa heeft eveneens al tal van initiatieven genomen over dit thema. Zo heeft het onder andere vorig jaar aanbevelingen aangenomen over de bescherming van de mensenrechten ten aanzien van sociale netwerkdiensten en zoekmachines (2012). Een recent arrest van het Europees Hof voor de Mensenrechten (geval Yildirim c. Turkije van 18 december 2012) heeft het Hof in Straatsburg de eerste gelegenheid gegeven om te stemmen tegen een blokkerings maatregel van de toegang tot een website met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting dat door artikel 10 van het Europees Verdrag betreffende de mensenrechten wordt beschermd.

4. Ik verwijs hier naar mijn collega Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en de Noordzee, ook verantwoordelijk voor telecommunicatie.