Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7649

van Louis Ide (N-VA) d.d. 24 december 2012

aan de minister van Justitie

Interneringsbeleid - Nederland - Gespecialiseerde centra - Pieter Baan Centrum - Onderzoek - Klassen en gradaties

opname in psychiatrische kliniek
psychiatrische inrichting
sociaal verweer

Chronologie

24/12/2012Verzending vraag
28/1/2013Antwoord
21/6/2013Herkwalificatie

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-3770

Vraag nr. 5-7649 d.d. 24 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag is een herhaling van schriftelijke vraag 5-4217 inzake geïnterneerden en instellingen voor geïnterneerden, maar heeft tot doel meer uitleg te verkrijgen.

Zoals ik reeds eerder aangaf ben ik een grote voorstander van het interneringsbeleid in Nederland, waar er gespecialiseerde centra bestaan die instaan voor de zorg van geïnterneerden.

Graag had ik een antwoord gehad op de volgende vragen:

1) Inzake de installatie van een Pieter Baan Centrum in België antwoordde de geachte minister dat zij eerst ten gronde alle mogelijkheden wil onderzoeken vooraleer een beslissing te nemen omtrent de installatie van een dergelijk centrum. Welke stappen heeft zij reeds ondernomen om dit te onderzoeken? Werd er een werkgroep opgericht? Zo ja, wie is daar vertegenwoordigd? Zo neen, wanneer plant zij dit?

2) De geachte minister gaf een uitvoerige beschrijving van de huidige twee klassen waarmee men geïnterneerden beoordeelt, maar gaf niet aan waarom ze het Nederlands systeem van vijf gradaties niet wil invoeren, laat staan te onderzoeken. Kan zij mij hieromtrent meer uitleg verschaffen?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2013 :

1) Er zijn momenteel twee werkgroepen rond internering actief. Er is een werkgroep internering opgericht vanuit mijn kabinet, in de werkgroep zitten mensen van mijn administratie en er wordt ook beroep gedaan op experten, en er is een tweede werkgroep actief die onder leiding staat van het kabinet volksgezondheid, in deze werkgroep is er een vertegenwoordiging van mijn kabinet en zijn de administraties van beide kabinetten vertegenwoordigd evenals de Vlaamse, Franse gemeenschap en Brussel + experten op het gebied van internering. Zoals u weet zijn wij bezig met de bouw van 2 forensisch psychiatrische centra en één van de voorstellen die reeds gemaakt werden is om binnen deze centra een inobservatiestelling te laten plaatsvinden. Doch gaat het hier slechts over een voorstel, dat nog moet getoetst worden aan budgetten en aan mogelijkheden.

Zoals reeds gemeld in mijn vorig antwoord op deze vraag is sinds 1999 is er ook reeds veel veranderd. We hebben nu binnen elke gevangenis een team van psychologen en maatschappelijk-assistenten in dienst en in elke gevangenis die specifiek werden opgeleid zodat gespecialiseerd onderzoek mogelijk is. In de nieuwe wet op de internering zijn ook belangrijke regels inzake het psychiatrisch deskundigenonderzoek voorzien die moeten toelaten om preventief gehechten waarbij een specifieke problematiek wordt vermoed beter te kunnen onderzoeken en dus beoordelen. De vereisten die in de wet aan de expertise gesteld worden, betekenen in ieder geval een verbetering omdat de aan de expert gestelde vragen pertinent zijn.

2) Ieder land kent zijn eigen wetgeving het Nederlands systeem werkt volgens de Nederlandse wetgeving, die zowel naar in als output verschillend is. Het is dan ook niet eenvoudig om de vergelijking met Nederland te maken gezien het TBS systeem daar anders in elkaar steekt. Bij mijn weten wordt in Nederland inderdaad nog steeds met de 5 gradaties gewerkt. Maar dit systeem van opsplitsing in gradaties wordt heden evenzeer bediscussieerd. De vraag blijft hoe elke mate van toerekeningsvatbaarheid precies omschreven wordt en welke afbakening hierbij aangenomen wordt. Wetenschappelijke literatuur toont aan dat het heel moeilijk is om gradaties in toerekeningsvatbaarheid te kwantificeren. Het gaat hierbij evenzeer over een duale kwestie zoals het toerekeningsvatbaar of ontoerekeningsvatbaar onderscheid in België.

Wij zijn nu bezig om onze interneringswet aan te passen naar Belgische normen. Bij een voorbereiding van dergelijke wetgeving wordt er steeds naar alle mogelijke alternatieven gekeken, zowel in binnen- en buitenland. Met de aanpassingen die we tot hiertoe voorzien hebben in de wet van 21 april 2007 proberen we ook tegemoet aan de zuivere tweedeling via het psychiatrisch deskundigenonderzoek – Art. 5 en via Art 8, waar ook wordt gekeken naar het mogelijk causaal verband tussen de geestesstoornis en de feiten.