Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7629

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 december 2012

aan de minister van Justitie

De commissies van toezicht

strafgevangenis
penitentiair recht
toezichthoudende bevoegdheid
rechten van de verdediging
gevangeniswezen

Chronologie

19/12/2012Verzending vraag
28/1/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2724

Vraag nr. 5-7629 d.d. 19 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de federale ombudsman bestaat er een groot probleem met de commissies van toezicht. Het Penitentiair complex te Brugge (PCB) heeft bijvoorbeeld geen commissie van toezicht meer en dit sinds het aflopen van het mandaat van de commissieleden in 2007. Het PCB is niet de enige gevangenis waar er op dit ogenblik geen commissie van toezicht is die (volledig) actief is. De Centrale toezichtsraad heeft het erg moeilijk om voldoende kandidaten te vinden om de commissies samen te stellen. Zo blijkt uit de gegevens van de Centrale toezichtsraad dat niet alle commissies van toezicht de vereiste leden hebben.

Volgens de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen zijn de leden van de verschillende commissies van toezicht gedemotiveerd door de moeilijkheden bij de uitoefening van hun taken. Hun taak is veeleisend, complex en vraagt veel tijd. Toch krijgen zij hiervoor geen enkele vergoeding. Bovendien is niet elke gevangenisdirectie even bereid om samen te werken met de commissies. De demotivering wordt verergerd doordat de commissies nog altijd niet bevoegd zijn om klachten van de gedetineerden te behandelen, zoals voorzien is in de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.

Men mag het belang van deze commissie niet onderschatten. De afhankelijkheid van een persoon die van zijn vrijheid beroofd is, maakt hem bijzonder kwetsbaar. Zonder een externe controle bestaat het gevaar dat de individuele belangen van de gedetineerden worden opgeofferd aan de belangen van de instelling, met voorrang voor orde, veiligheid en interne regels. Om elk risico op een onmenselijke of vernederende behandeling te vermijden, moet er dan ook nauw op toegezien worden dat de overheid die belast is met de opsluiting de regels naleeft.

Vandaar de volgende vragen

1. Gaat de minister met mij akkoord dat een externe controle noodzakelijk is om te verzekeren dat de individuele belangen van de gedetineerden niet onterecht worden opgeofferd aan de belangen van de instelling met voorrang voor orde, veiligheid en interne regels? Moet ik uit het ontbreken van deze controle opmaken dat de minister dit geen belangrijke prioriteit acht?

2. Erkent de minister dat niet alle commissies van toezicht (volledig) actief zijn? Hoeveel commissies van toezicht moeten er in normale omstandigheden actief zijn? Hoeveel zijn dat er nu? Welke gevangenissen kennen geen commissie van toezicht? Welke gevangenissen kennen geen volledige commissie van toezicht? Vindt de minister dit een normale gang van zaken?

3. Erkent de minister de problemen met betrekking tot het aantrekken van commissieleden? Met name het gebrek aan een vergoeding, de niet altijd actieve medewerking van de gevangenisdirecties en de demotivering door de beperking van hun mandaat? Wat ondernam of plant de minister om deze hinderpalen weg te werken?

4. Kan de minister mij vertellen waarom ik geen jaarrapporten kan terugvinden van de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen van na 2007? Worden deze nog opgesteld? Zo ja, waarom worden deze niet gepubliceerd op de website? Zo nee, vind de minister het normale gang van zaken dat het controleorgaan van de gevangenissen gestopt is met rapporteren?

5. Kan de minister mij een stand van zaken geven aangaande de uitvoeringsbesluiten van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen die ervoor moeten zorgen dat de commissies van toezicht de klachten van de gedetineerden kunnen behandelen? Wanneer denkt de minister dat de commissies over deze bevoegdheid zullen beschikken?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2013 :

Volgens de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen zijn er inderdaad problemen aan Franstalige kant in de Commissies van Toezicht te Bergen en te Dinant. Aan Nederlandstalige kant zijn alle Commissies van Toezicht in werking, alhoewel de Commissie te Ieper nog in haar kinderschoenen staat. Onlangs heb ik een nieuwe Commissie van Toezicht voor Tongeren opgericht en de bevoegdheden van die te Saint-Hubert uitgebreid tot de uit handen gegeven jongeren.

Hoewel de functie van lid van een commissie een vrijwillige taak is, stel ik vast dat sommige Commissies van Toezicht kandidaten weigeren , dit schijnt bijvoorbeeld het geval te zijn bij de Commissies van Toezicht te Namen, Vorst-Berkendaal en Sint-Gillis, terwijl andere commissies wel degelijk wat problemen blijken te hebben om een minimum aantal te bereiken (zijnde zes tot twaalf personen). In beginsel zou er in elke penitentiaire inrichting een Commissie van Toezicht moeten zijn, dus ook in de nieuwe inrichtingen te Haren, Beveren of Marche. Voor Beveren en Marche zijn er trouwens al kandidaturen ingediend.

De uitvoering van artikel 28 van de Basiswet, te weten de oprichting van een klachtencommissie bestaande uit drie leden, zou zonder twijfel een flinke stap vooruit zijn. Het lijkt mij tevens wenselijk om de maximumleeftijd voor een kandidaat op 75 jaar te stellen. De vergoeding voor de leden aantrekkelijker maken met presentiegeld voor de zittingen en de uitkering van een vergoeding voor het uitoefenen van de functie van weekcommissaris, zijn volgens mij ook interessante sporen. Dit moet wel te verstaan gebeuren met inachtneming van de beschikbare middelen.

Het verslag 2008 - 2010 van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen werd in december 2011 openbaar gemaakt en conform de wettelijke bepalingen overgezonden aan mijn diensten, aan de voorzitters van de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers, alsook aan alle volksvertegenwoordigers en senatoren. Dit verslag is bovendien beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.

Met het oog op het volgend verslag, dat dit jaar beperkt zal zijn tot het onderzoek van enkele specifieke aangelegenheden, verzamelt de Centrale Toezichtsraad thans bij de verschillende Commissies van Toezicht de antwoorden op een vragenlijst over verschillende aspecten van het leven in de gevangenis, waaronder de gezondheidszorg, de toegang tot de telefoon, de overbevolking of nog de prijzen in de kantine. Meer dan de helft van de Commissies van Toezicht heeft deze naar behoren ingevulde vragenlijst teruggezonden. Het volgende rapport van de Centrale Toezichtsraad moet dus afgerond zijn tegen het einde van het eerste trimester 2013.

In de gevangenissen waar tot enkele maanden geleden geen commissie van toezicht actief was, is intussen vooruitgang geboekt. De commissie van toezicht in de gevangenis van Brugge is opnieuw samengesteld en ook voor de gevangenissen van Ieper en Dinant wordt volop naar kandidaten gezocht. Ik verwacht dat ook deze commissies snel opnieuw voltallig zullen zijn.

Het klachtenrecht voor gedetineerden – waarbij binnen elke commissie van toezicht een klachtencommissie zal dienen opgericht te worden – zal het laatste deel van de Basiswet zijn dat in werking zal treden, na onder meer het individueel detentieplan.

Een onafhankelijke en effectieve controle op de penitentiaire inrichtingen is absoluut noodzakelijk. De Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen heeft in zijn laatste verslag trouwens een dergelijke aanbeveling gedaan. Een werkgroep binnen de Centrale Toezichtsraad heeft reeds vergaderd om een eerste ontwerp van tekst op te stellen betreffende de overheveling van deze raad naar de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodat de controleur en de gecontroleerde niet meer van eenzelfde FOD en eenzelfde budget zouden afhangen.