Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-762

van Alexander De Croo (Open Vld) d.d. 28 december 2010

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Sociale fraude - Uitkeringsfraude - Controle op het internet

elektronische handel
zwartwerk
arbeidsinspectie
gerechtelijk onderzoek

Chronologie

28/12/2010Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-761

Vraag nr. 5-762 d.d. 28 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland controleert de belastingsdienst regelmatig de profielpagina's van mensen naar wie onderzoek gedaan wordt. Volgens de woordvoerder van de Nederlandse belastingsdienst komt het regelmatig voor dat sites zoals Linkedin.com worden gebruikt tijdens inspecties.

Aldus wordt gekeken naar profielsites naar wat iemand schrijft over zijn werkzaamheden en worden deze gegevens vergeleken met de aangegeven activiteiten waarvan de fiscus weet heeft.

Naar verluidt wordt er ook naar verkoopsites gekeken om te bepalen of iemand een professionele nevenactiviteit heeft. Dit geldt onder meer voor sites zoals eBay.

Deze toepassing kan ook worden aangewend in het kader van sociale fraudebestrijding. Zo zou hier een taak kunnen weggelegd zijn voor de zopas opgerichte Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD).

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In hoeverre kijken de sociale inspectiediensten naar profielsites of andere gegevens van die zich op het internet bevinden? Kan u dit uitvoerig bespreken en aangeven of hiervoor bijzondere inspectiediensten worden ingeschakeld?

2) Vindt u het een goed idee om bij controles door de sociale inspectiediensten systematisch of sporadisch het internet te raadplegen? Kan u dit uitvoerig toelichten en aangeven of er hieromtrent richtlijnen zijn opgesteld alsook aangeven of er hieromtrent richtlijnen dienen te worden opgesteld? Zo ja wat zal de inhoud ervan zijn en gebeurt er een systematische screening bij onderzoeken naar uitkeringsfraude en andere sociale fraude?

3) Kan u aangeven in hoeverre verkoopsites worden geraadpleegd bij controles door de sociale inspectiediensten om te bepalen of iemand een bijkomend inkomen heeft en/of een bijberoep heeft? Vindt u niet dat dit de privacy schendt?

4) Kan u aangeven voor hoeveel dossiers men bij controles door de sociale inspectiediensten in respectievelijk 2006 en 2007 een toetsing van het internet heeft gedaan?

5) Kan u aangeven in hoeverre de verkoopsites verplicht kunnen worden om samen te werken met de sociale inspectiediensten hieromtrent? Ondervinden de diensten hier bepaalde problemen?

6) Wordt er reeds op systematische basis samengewerkt met bepaalde verkoopsites? Zo ja, met de welke en waaruit bestaat de samenwerking? Zo neen, acht u dit opportuun?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

  1. Voor wat uw eerste vraag betreft, is het juist dat sociale netwerksites of instrumenten voor netwerking, zoals LinkedIn, een aantal aanwijzingen kunnen opleveren aangaande de door een persoon uitgeoefende werkzaamheden. Het betreft echter slechts aanwijzingen die getoetst moeten worden aan andere informatiebronnen en die vooral gestaafd moeten worden door de feitelijke realiteit. De omschrijving van de beroepsactiviteiten op sites zoals LinkedIn lijkt vooral “Personal Branding” te zijn en beantwoordt mogelijks niet volledig aan de werkelijkheid. Personal branding is het jezelf als merk presenteren aan anderen, waarbij je positieve beelden en associaties oproept. Je gebruikt je persoonlijkheid, kennis en ervaring om je te onderscheiden van anderen. Je laat je werkgever en je klanten zien wie je bent en waar je voor staat.

  2. Voor wat uw tweede vraag betreft, maakt de raadpleging van gegevens op het internet sinds vele jaren deel uit van het dagelijks werk van elke sociaal inspecteur en controleur. De bronnen waarvan toegang aan authentificatie (verantwoording van de hoedanigheid van sociaal controleur of inspecteur) onderworpen is, maken het voorwerp uit van een strikte omkadering en richtlijnen.

    Iedere raadpleging kan teruggevonden worden en interne controles worden uitgevoerd om er zeker van te zijn dat deze raadplegingen geschieden in het kader van de opdrachten van de dienst. Ieder jaar wordt ten behoeve van het Sectoraal Comité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een rapport van deze interne controles overgemaakt.

  3. Voor wat uw derde vraag betreft, beschikt de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) niet over dergelijke statistische informatie. In dat kader wens ik het geachte lid te wijzen op de recent opgerichte dienst BISC of de Belgian Internet Service Center. Deze dienst, opgericht bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, wil enerzijds verdachte sites in kaart brengt en anderzijds frauduleuze handel op het web opsporen.

    Op enkele maanden tijd controleerde het BISC al 425 000 dienstverleners en bijna 28 miljoen artikels. BISC stootte bijvoorbeeld op gevallen van mensen die een sociale uitkering krijgen, maar daarnaast ook een serieuze handel op het internet hadden opgezet. Daarbij maken ze gebruik van software die soortgelijke diensten in het buitenland ontwikkelden. Doel is dat de dienst niet alleen binnen de FOD Financiën zal opereren, maar ook zal samenwerken met de economische inspectie en met de sociale inspectiediensten. Hiertoe zullen samenwerkingsprotocollen tussen BISC en deze diensten worden afgesloten.

  4. Voor wat uw vierde vraag betreft, wens ik het geachte lid erop te wijzen dat de sociaal inspecteurs dagelijks verschillende informatiebronnen raadplegen in het kader van hun controles. De beoordeling van de opportuniteit van de raadpleging van deze of gene voor het publiek toegankelijke site is overgelaten aan de sociaal inspecteurs in functie van de aard van de dossiers waarmee ze belast zijn. De raadplegingen van sites waarvoor geen enkele authentificatie vereist is komen niet voor in een specifiek statistisch overzicht.

  5. Voor wat uw vijfde vraag betreft, beschikt de SIOD niet over dergelijke informatie. Wel wens ik te verwijzen naar de recent opgerichte dienst BISC of de Belgian Internet Service Center bij de FOD Financiën, die enerzijds verdachte sites in kaart brengt en anderzijds frauduleuze handel op het web opspoort. Samenwerkingsprotocollen tussen BISC en de sociale inspectiediensten zullen hiervoor worden afgesloten worden. Inzake de opportuniteit om samen te werken met verkoopsites ben ik van oordeel dat dit dient beoordeeld te worden door elke sociale inspectiedienst afzonderlijk rekening houdend met de core business van elke dienst.

  6. Tenslotte, wat uw zesde vraag betreft, verwijs ik naar de hoger gegeven antwoorden. Ik beschik niet over informatie of sociale inspectiediensten systematisch samenwerken met verkoopssites. Inzake de opportuniteit om samen te werken met deze verkoopsites wens ik het geachte lid er op te wijzen dat dit voor bepaalde inspectiediensten geen nut heeft.

    Zo hebben de controles van de Sociale Inspectie van de Fod Sociale Zekerheid als doel zich ervan te vergewissen dat de sociale reglementering wordt nageleefd door de werkgever en niet door de werknemer. Het verzwijgen of de onvolledige aangifte van een activiteit in hoofde van een sociaal uitkeringsgerechtigde kan mogelijks wel nuttig zijn voor de openbare instellingen van sociale zekerheid, in het kader van onderzoeken naar uitkeringsfraude.

    Ik verwijs hiervoor tevens naar de collega’s van Sociale Zaken en van Werk aangezien deze materie tot hun bevoegdheid behoort.