Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7509

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 7 december 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Pensioenfondsen - Infrastructuurprojecten - Inflatiecompensatie in ruil voor minder rente

economische infrastructuur
aanvullend pensioen
publiek-private samenwerking
investering

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
22/5/2013Rappel
31/7/2013Antwoord

Vraag nr. 5-7509 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Europese pensioenfondsen tonen steeds meer interesse voor infrastructuurprojecten teneinde hun vastgoedportefeuille te diversifiëren. Nederlandse pensioenfondsen gaan voor het eerst meebetalen aan de aanleg van een weg. De twee grootste fondsen van Nederland, ABP en Zorg en Welzijn, trekken 130 miljoen euro uit voor de verbreding van de N33 tussen Assen en Zuidbroek.

Het succes van de formule ligt in de inflatiecompensatie. De Nederlandse overheid heeft de fondsen weten te overhalen door ze een inflatiecompensatie te bieden op hun leningen. In ruil daarvoor hoeft de schatkist minder rente te betalen. Dit soort constructies zijn aantrekkelijk voor de fondsen, omdat ze meer zekerheid bieden.

De jongste tijd zijn er geluiden dat pensioenfondsen meer moeten investeren in Nederland, bijvoorbeeld via Nederlandse hypotheken. Nu gaat een overgroot deel van de 850 miljard euro die zij in beheer hebben naar het buitenland.

De inzet van de midden uit de pensioenfondsen in de eigen economie is een win-winoperatie. Heel wat Belgen hebben immers naast hun wettelijk ook een aanvullend pensioen voor een pensioenfonds. Die pensioenfondsen beleggen het opgespaarde geld en die opbrengst was vorig jaar laag: -0,32 procent. Een mogelijke inflatiecompensatie biedt zekerheid voor de spaarder en levert middelen op voor infrastructuurwerken tegen een redelijke vergoeding voor de overheid.

Het is nefast en niet wenselijk om pensioenfondsen te verplichten in onze infrastructuur te beleggen, maar je kunt ze wel hiertoe verleiden. Een eerste vereiste voor de investeringen is dat ze voldoende moeten renderen. Pensioenfondsen zullen alleen deelnemen in PPS-projecten, indien de rendementen op lange termijn aantrekkelijk zijn.

Ik had naar aanleiding van dit slechte resultaat dan ook de volgende vragen voor de minister:

1) Kan de minister voor elk van de jongste drie jaren een overzicht geven van de infrastructuurprojecten van de federale regering waarin pensioenfondsen mee participeren? Kan hij de bedragen en de projecten nauwkeurig toelichten?

2) Hoe wil de minister concreet bewerkstelligen dat onze pensioenfondsen (meer) participeren in publiek-private samenwerkingsprojecten die uitgaan vanuit de overheid? Kan hij dit concreet toelichten?

3) Wat vindt de minister van het Nederlandse initiatief om pensioenfondsen meer beleggingszekerheid te bieden door een inflatiecompensatie te bieden op hun leningen in ruil voor minder rente? Als hij voorstander van het initiatief is, wat zijn de voor- en nadelen? Als hij tegen het initiatief is, welke alternatieven schuift hij dan naar voren om pensioenfondsen warm te maken voor infrastructuurprojecten?

Antwoord ontvangen op 31 juli 2013 :

Ik nodig u uit om uw vragen te stellen aan mijn collega’s, de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee en vice-eerste minister en minister van Pensioenen, die bevoegd zijn voor deze materie.